In 1983 werd de transcervicale chorionvlokbiopsie (TC-CVB) in Nederland als alternatieve techniek voor de vruchtwaterpunctie geïntroduceerd.1 Beide technieken laten toe in het 1e zwangerschapstrimester erfelijke afwijkingen bij de foetus op te sporen. Zowel cytogenetische als metabole analyse van de chorionvilli is mogelijk.2 Voor cytogenetisch onderzoek kan de cytotrofoblast gebruikt worden (volgens de zogenaamde directe methode) of de gekweekte mesenchymkern van de vlok; uitslag van het onderzoek volgt na respectievelijk 1 en 2 weken. Met behulp van de vlokkentest kan bovendien een foetale bloedgroeptypering verricht worden.3
Het voordeel van de nieuwe test lag voor de hand: materiaal voor prenatale diagnostiek kan reeds vroeg in het eerste trimester afgenomen worden. Bovendien is de vlokkentest een aanwinst voor moleculair-biologisch onderzoek waarbij de vruchtwaterpunctie niet altijd de benodigde hoeveelheid materiaal levert.
Enkele jaren later werd de transabdominale chorionvlokbiopsie (TA-CVB) geïntroduceerd als een mogelijk veiliger alternatief voor TC-CVB. Deze biopsie is in…
Reacties