Onverklaarde lichamelijke klachten succesvol behandeld: symptoomgerichte psychotherapie

Klinische praktijk
Michel J. Reinders
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;153:A783
Abstract

Samenvatting

Een 43-jarige vrouw leed aan ernstig gewichtsverlies dat werd veroorzaakt door onverklaard braken. Er werd geen causale somatische afwijking gevonden. Zij werd vervolgens behandeld met hypnotherapie, cognitieve therapie en een geleidelijke opbouw van het eetpatroon met behulp van een diëtiste. Hierop stopte het braken en herstelde het eetpatroon. Voor patiënten met onverklaarde lichamelijke klachten is het vaak lastig om te horen dat een psychische component meespeelt. Hier moet dan ook geen nadruk op gelegd worden. Het is belangrijker om te erkennen dat er geen verklaring voor de klachten is gevonden, maar dat er wel een behandeling bestaat: psychotherapie.

Auteursinformatie

Kennemer Gasthuis, afd. Psychiatrie, Haarlem.

Contact Dr. M.J. Reinders, klinisch psycholoog; drs. C.P.M. Veth, anios psychiatrie. Contactpersoon: dr. M.J. Reinders (reinders@kg.nl)

Verantwoording

Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.
Aanvaard op 27 augustus 2009

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

H
Wollersheim

Het artikel van Michel Reinders beschrijft de casus van een vrouw met ernstig gewichtsverlies door onverklaard braken. Na hypnotherapie, cognitieve therapie en een geleidelijke opbouw van het eetpatroon met behulp van een diëtiste stopte het braken en herstelde het eetpatroon. Het onderwerp ‘somatisch onverklaarde lichamelijke klachten’ verdient aandacht, zowel vanwege de frequentie van voorkomen als het vóórkomen van de vaak heilloze somatiserende reactie van artsen. Echter de auteur concludeert uit deze casus dat ‘symptoomgerichte psychotherapie’ helpt voor onverklaarde klachten. Dit is een conclusie die als het gaat om ‘cognitieve gedragstherapie’ aannemelijk gemaakt is in goed opgezet onderzoek. Het gaat te ver om de conclusie dat dit type klachten verbetert door ‘pragmatische symptoomgerichte psychotherapie’ te baseren op de ervaringen met slechts één patiënt. Bovendien vonden naast de ‘pragmatische symptoomgerichte psychotherapie’ meerdere interventies plaats (beïnvloeding eetpatroon door diëtist, het advies ‘te rusten’, ‘leren zelfstandig te eten’, verwijdering van de PEG-sonde). Tevens zullen de 2 opnames gedurende in totaal 12 weken hebben geleid tot een veelvoud van al dan niet gestructureerde interventies. De follow-upperiode van de stijging in lichaamsgewicht was 11 weken. Veel te kort dus om te spreken van een blijvend effect. Begrijp ik goed dat als ik casuïstiek instuur met een multicomponent interventie met een (te) korte follow-up en hieruit concludeer dat ‘mijn’ interventie component het werkzame bestanddeel is, uw redactie dat gaat publiceren? Met klem pleit ik voor het gebruik van strikt wetenschappelijke criteria bij het beoordelen van aangeboden artikelen.

Dr. H. Wollersheim, internist np, Radboud University Nijmegen Medical Centre