Nieuwe inzichten bij het vaststellen en behandelen van acidose bij reanimatie

Klinische praktijk
R.W. Koster
R. de Vos
R.J.G. Peters
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1990;134:2175-8

Bij een circulatiestilstand is al snel aërobe verbranding onmogelijk, waarna het lichaam overschakelt op anaërobe glycolyse met vorming van melkzuur. De daarbij geproduceerde H wordt geneutraliseerd door de buffersystemen in het lichaam, vooral de bicarbonaatbuffer, maar ook de fosfaat- en de eiwitbuffer. Bij onvoldoende buffercapaciteit door depletie van bicarbonaat daalt de pH en ontstaat acidose. Het vaststellen van (de ernst van) acidose en het nemen van maatregelen zijn vele jaren niet ter discussie geweest. Het is gebruik dat een arterieel bloedmonster wordt afgenomen voor de bepaling van pH, PO2 en PCO2, waarna hieruit O2-saturatie, bicarbonaatgehalte, standaardbicarbonaatgehalte en baseovermaat worden berekend. Behalve bij pasgeborenen, bij wie de tris(hydroxymethyl)aminomethaan(Tris)-buffer wordt gebruikt, wordt de metabole acidose behandeld door toediening van natriumbicarbonaat. De laatste jaren hebben nieuwe inzichten zich doen gelden, waaruit wellicht een verandering in dit beleid kan voortvloeien. Deze inzichten betreffen de wijze waarop de…

Auteursinformatie

Academisch Medisch Centrum, Meibergdreef 9, 1105 AZ Amsterdam.

Afd. Cardiologie: dr.R.W.Koster, cardioloog (tevens Reanimatie-commissie); R.J.G.Peters, internist.

Reanimatie-commissie: R.de Vos, anesthesie-verpleegkundige.

Contact dr.R.W.Koster

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties