Samenvatting
-
Ondanks optimale behandeling van diepveneuze trombose (DVT) in de acute fase is er een grote kans op ontstaan van recidief-DVT en het posttrombotisch syndroom (PTS) op de lange termijn.
-
De mate van spontane rekanalisatie varieert per patiënt en per locatie van de trombus. Zo treedt rekanalisatie binnen 1 jaar op bij 90% van de femoropopliteale veneuze afsluitingen. Iliofemorale afsluitingen rekanaliseren slechts bij een minderheid van de patiënten.
-
Bij iliofemorale trombose komen posttrombotische complicaties vaker voor en is de kans op recidief-DVT groter dan bij trombose meer distaal in het been. Aan iliofemorale trombose ligt ook vaker een anatomische variant of afwijking ten grondslag.
-
Het is belangrijk patiënten met een verhoogde kans op PTS vroegtijdig te herkennen en te behandelen om posttrombotische schade te voorkomen.
-
Er zijn nog niet voldoende gegevens uit trials om kathergeleide trombolyse als standaardtherapie voor iliofemorale trombose in te voeren.
Reacties