Intrapartum uitzuigen helpt niet ter voorkoming van meconiumaspiratiesyndroom

Nieuws
F.A.B.A. Schuerman
H. Visser
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2005;149:1299
Download PDF

artikel

Het intrapartum uitzuigen bij meconiumhoudend vruchtwater (MHVW) ter voorkoming van een meconiumaspiratiesyndroom (MAS) is een wereldwijd geaccepteerde interventie. Men zuigt voordat schouders en romp geboren worden de oro- en nasofarynx uit om een MAS bij de eerste ademteug te voorkomen. In de in 2004 verschenen, herziene 5e druk van het leerboek Obstetrie en gynaecologie van Heineman et al. staat dat meconiumaspiratie ‘veelal voorkomen kan worden door mond, neus en farynx direct na de geboorte van het hoofd uit te zuigen’.1 Ook in de in 2004 verschenen ‘Richtlijn reanimatie van pasgeborenen’ van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK; www.nvk.pedianet.nl) wordt geadviseerd bij MHVW intrapartum uit te zuigen. Zoals vele interventies en therapieën in de perinatologie is ook het intrapartum uitzuigen bij MHVW gebaseerd op anekdoten en een enkel retrospectief cohortonderzoek.2

Mogelijk ontstaat MAS in veel gevallen reeds bij intra-uteriene adembewegingen, welke optreden bij foetale nood. De noodzaak van intrapartum uitzuigen bij MHVW is dan ook opnieuw ter discussie gesteld. Vain et al. onderzochten de incidentie van MAS in een goed ontworpen klinische trial waarin 1263 kinderen met MHVW gerandomiseerd werden voor intrapartum uitzuigen en 1251 kinderen met MHVW niet intrapartum werden uitgezogen.3 Beide groepen werden postpartum opgevangen volgens de richtlijn van de International Liaison Committee on Resuscitation (ILCOR), waarbij alleen bij niet-vitale pasgeborenen de trachea à vue werd uitgezogen en vervolgens positievedrukbeademing werd gegeven. De incidentie van MAS was in de twee groepen respectievelijk 4,1 en 3,8 (verschil niet-significant); ook secundaire uitkomsten als sterfte, beademingsduur en ziekenhuisverblijf waren in beide groepen gelijk.

Deze zorgvuldig uitgewerkte studie levert volgens ons duidelijk ‘evidence of no effect’. Evidence-based richtlijnen zoals die van de NVK en de ILCOR zullen in de herziene versies, op basis van deze nieuwe inzichten, het intrapartum uitzuigen bij MHVW moeten afraden. Vooruitlopend hierop is in het Academisch Medisch Centrum te Amsterdam het routinematig intrapartum uitzuigen bij MHVW inmiddels verlaten.

Literatuur
  1. Heineman MJ, Bleker OP, Evers JLH, Heintz APM. Obstetrie en gynaecologie. De voortplanting van de mens. 5e herz dr. Maarssen: Elsevier gezondheidszorg; 2004. p. 450.

  2. Carson BS, Losey RW, Bowes jr WA, Simmons MA. Combined obstetric and pediatric approach to prevent meconium aspiration syndrome. Am J Obstet Gynecol 1976;126:712-5.

  3. Vain NE, Szyld EG, Prudent LM, Wiswell TE, Aguilar AM, Vivas NI. Oropharyngeal and nasopharyngeal suctioning of meconium-stained neonates before delivery of their shoulders: multicentre, randomised controlled trial. Meconium Study Network. Lancet 2004;364:597-602.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties