Gunstig langetermijneffect bij responders op interferonbehandeling onder patiënten met chronische hepatitis B in vergelijking tot non-responders; retrospectief onderzoek

Onderzoek
M. van Zonneveld
P. Honkoop
B.E. Hansen
H.G.M. Niesters
S. Darwish Murad
R.A. de Man
S.W. Schalm
H.L.A. Janssen
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2005;149:1510-5
Abstract

Samenvatting

Doel

Evalueren van factoren die klinische uitkomst en overleving bepalen bij patiënten met chronische hepatitis B behandeld met interferon alfa (IFNα).

Opzet

Retrospectief.

Methode

In een follow-upstudie werden 165 patiënten bestudeerd die positief waren voor hepatitis-B-e-antigeen (HBeAg) en die in de periode 1978-2002 waren behandeld met IFNα. Verzamelde data betroffen: algemene patiëntkenmerken, immunologische respons, virushoeveelheid, alanineaminotransferaseactiviteit (ALAT), histologische afwijkingen van de lever, optreden van gedecompenseerde cirrose en hepatocellulair carcinoom, alsmede overleving.

Resultaten

De mediane follow-up was 8,8 jaar (uitersten: 0,3-23,9). Van de patiënten respondeerden 54 (33) op de IFNα-behandeling, hetgeen werd gedefinieerd als HBeAg-verlies binnen 12 maanden na het einde van de behandeling. Van de responders verloor 52 hepatitis-B-oppervlakte(‘surface’)-antigeen (HBsAg), vergeleken met 9 van de non-responders (p < 0,001). Histologisch onderzoek van de lever liet een verminderde inflammatoire activiteit en minder progressie van fibrose zien bij responders. Hepatocellulair carcinoom werd gevonden bij 8 patiënten, van wie 6 non-responders waren. Van de 2 responders die hepatocellulair carcinoom kregen, had 1 een reactivatie na het stoppen van de behandeling. Multivariate analyse liet een significant verbeterde overleving (relatief risico (RR) op overlijden: 0,28; 95-BI: 0,10-0,78) en een verminderd risico op het ontwikkelen van hepatocellulair carcinoom (RR: 0,084; 95-BI: 0,01-0,75) zien bij responders.

Conclusie

Respons op IFNα-behandeling resulteerde in een langdurige klinische remissie met een verhoogde kans op HBsAg-seroconversie en vermindering van histopathologische leverafwijkingen. Na correctie voor uitgangspatiëntkenmerken ging respons op IFNα samen met verbeterde overleving en vermindering van het risico op hepatocellulair carcinoom.

Ned Tijdschr Geneeskd 2005;149:1510-5

Auteursinformatie

Erasmus MC, Dr. Molewaterplein 40, 3015 GD Rotterdam.

Afd. Maag-, Darm- en Leverziekten: mw.dr.M.van Zonneveld, assistent-geneeskundige; hr.dr.P.Honkoop, hr.dr.R.A.de Man, hr.prof.dr.S.W.Schalm en hr.dr.H.L.A.Janssen, maag-darm-leverartsen; mw.S.Darwish Murad, arts-onderzoeker.

Afd. Epidemiologie en Biostatistiek: mw.B.E.Hansen, epidemioloog.

Afd. Virologie: hr.dr.H.G.M.Niesters, moleculair-bioloog.

Contact hr.dr.H.L.A.Janssen (h.janssen@erasmusmc.nl)

Verantwoording

Dit onderzoek wordt afgedrukt met alle auteurs van de eerste publicatie.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties