Endoscopische behandeling van patiënten met een pancreaskopcarcinoom

- Between August 1980 and December 1983, 200 patients with carcinoma of the head of the pancreas were treated by endoscopic introduction of an endoprosthesis into the biliary tract. A fall of the bilirubin level was seen in 97. In 94 of the patients who survived for longer than 1 month, the bilirubin level returned to normal. Hospital mortality was 9.5. Cholangitis was the principal early complication (8), recurrence of the jaundice the main late complication (37.5). In 21, the recurrence of the jaundice could be demonstrated to be due to clogging of the endoprosthesis; it could be replaced in all cases. Mean survival amounted to 6.3 months. Endoscopic palliation appears to be preferable to surgical palliation in icteric patients with a non-resectable pancreatic carcinoma.

Samenvatting

Tussen augustus 1980 en december 1983 werden 200 patiënten met een pancreaskopcarcinoom behandeld met een endoscopisch ingebrachte galweg-endoprothese. Bij 97 werd een daling van het bilirubinegehalte gezien. Bij 94 van de patiënten die langer dan 1 maand in leven bleven, werd het bilirubinegehalte normaal. De sterfte tijdens ziekenhuisverblijf bedroeg 9,5. Cholangitis was de belangrijkste vroege complicatie (8), recidief-icterus was de belangrijkste late complicatie (37,5). Bij 21 werd de recidief-icterus met zekerheid veroorzaakt door een verstopte endoprothese, die bij alle patiënten verwisseld kon worden. De gemiddelde overlevingsduur was 6,3 maanden. Vergeleken met resultaten van chirurgische palliatie lijkt de endoscopische palliatie de voorkeur te verdienen bij icterische patiënten met een niet resectabel pancreascarcinoom.