Richtlijn ‘Diagnostiek en behandeling van het subacromiaal pijnsyndroom’

Klinische praktijk
Ron L. Diercks
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2014;158:A6985
Abstract

Samenvatting

  • Bij pijn van de schouder is er vaak geen directe relatie tussen de klachten en een anatomisch substraat, daarom is de term ‘subacromiaal pijnsyndroom’ (‘SAPS’) beter dan ‘impingement’.

  • De diagnose ‘SAPS’ kan alleen op grond van meerdere testen gesteld worden

  • Beeldvormend onderzoek, bij voorkeur echografie, kan worden verricht als conservatieve behandeling onvoldoende resultaat geeft.

  • De behandeling van acute pijnklachten is met uitleg en eventueel pijnstilling; een subacromiale injectie met glucocorticoïden is geïndiceerd bij persisterende of recidiverende klachten

  • Eventuele oefentherapie is bij voorkeur laagintensief en hoogfrequent, met excentrisch trainen, scapulastabilisatie en ‘triggerpoint’-massage

  • Revalidatie in de tweede lijn kan overwogen worden als pijnonderhoudend gedrag een rol speelt

  • Er is geen overtuigend bewijs dat operatieve behandeling effectiever is dan conservatieve behandeling en er is geen indicatie voor de chirurgische behandeling van asymptomatische scheuren van het rotatorenmanchet.

Auteursinformatie

* Namens de werkgroep Richtlijn SAPS, waarvan de leden aan het einde van dit artikel worden vermeld.

UMCG, Universitair Sportmedisch Centrum, Rijksuniversiteit Groningen, Groningen.

Contact Prof.dr. Ron L. Diercks, orthopedisch chirurg (tevens: Nederlandse Orthopedische Vereniging) (r.l.diercks@umcg.nl)

Verantwoording

Belangenconflict en financiële ondersteuning: formulieren met belangenverklaringen zijn beschikbaar bij dit artikel op www.ntvg.nl (zoeken op A6985; klik op ‘Belangenverstrengeling’).
De werkgroep Richlijn SAPS bestaat uit: Carel Bron, Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie; Ron Diercks, Nederlandse Orthopedische Vereniging, Oscar Dorrestijn, Nederlandse Orthopedische Vereniging; Carel. G.M. Meskers, Nederlandse Vereniging van Revalidatieartsen; René J. Naber, Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde; Tjerk J.W. de Ruiter, Nederlandse Vereniging van Revalidatieartsen; W. Jaap Willems, Nederlandse Orthopedische Vereniging; Jan C. Winters, Nederlands Huisartsen Genootschap; en Henk-Jan van der Woude, Nederlandse Vereniging voor Radiologie. De werkgroep werd ondersteund door drs. Sabrina B. Muller-Ploeger en dr. Natasja H.J. van Veen, Kennisinstituut van Medisch Specialisten.
Aanvaard op 8 oktober 2013

Auteur Belangenverstrengeling
Ron L. Diercks ICMJE-formulier
Bedrijfsartsen moeten een actievere rol spelen
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties