Handvatten voor patiëntgerichte zorg bij diabetes, hypertensie en COPD

Chronische ziekten bij allochtonen

Klinische praktijk
Eldine H. Oosterberg
Walter L.J.M. Devillé
Lizzy M. Brewster
Charles Agyemang
Maria E.T.C. van den Muijsenbergh
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2013;157:A5669
Abstract

Samenvatting

  • Chronische ziekten, zoals diabetes mellitus en hart- en vaatziekten, komen vaker voor en verlopen vaak ernstiger bij patiënten van Surinaamse, Turkse en Marokkaanse afkomst.

  • Surinamers krijgen vaker en op jongere leeftijd hart- en vaatziekten. Het is daarom zinvol bij hen eerder te overwegen een cardiovasculair risicoprofiel op te stellen.

  • Bij gelijke zorg zijn de behandeluitkomsten van diabetes mellitus slechter bij allochtonen. Voorlichting die aansluit bij het niveau en de opvattingen van de patiënt leidt tot betere glucosewaarden.

  • Uit onderzoek onder focusgroepen komt naar voren dat allochtonen moeite hebben met het opvolgen van leefstijladviezen die niet stroken met de eigen culturele opvattingen en waarvoor weinig steun bestaat in de sociale omgeving.

  • Etnische verschillen in de effectiviteit en toxiciteit van geneesmiddelen worden voor een belangrijk deel veroorzaakt door een genetisch bepaalde variatie in de activiteit van metaboliserende enzymen.

Auteursinformatie

Nederlands Huisartsen Genootschap, Utrecht.

Drs. E.H. Oosterberg, huisarts.

NIVEL, Migratie en Gezondheid, Utrecht.

Academisch Medisch Centrum, Amsterdam.

Afd. Interne en Vasculaire Geneeskunde: dr. L.M. Brewster, arts-cardiovasculair epidemioloog.

Afd. Sociale Geneeskunde: dr. C. Agyemang, epidemioloog.

Pharos, kennis- en adviescentrum, Utrecht.

Dr. M.E.T.C. van den Muijsenbergh, huisarts en senior onderzoeker (tevens: UMC St Radboud, afd. Eerstelijnsgeneeskunde, Nijmegen).

Contact drs. E.H. Oosterberg (e.oosterberg@nhg.org)

Verantwoording

Belangenconflict en financiële ondersteuning: formulieren met belangenverklaringen zijn beschikbaar bij dit artikel op www.ntvg.nl (zoeken op A5669; klik op ‘Belangenverstrengeling’). Financiële ondersteuning voor dit artikel: L.M. Brewster ontving een VENI-fellowship (subsidienummer: 916.10.156) van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek, als onderdeel van de Vernieuwingsimpuls.
Aanvaard op 30 januari 2013

Auteur Belangenverstrengeling
Eldine H. Oosterberg ICMJE-formulier
Walter L.J.M. Devillé ICMJE-formulier
Lizzy M. Brewster ICMJE-formulier
Charles Agyemang ICMJE-formulier
Maria E.T.C. van den Muijsenbergh ICMJE-formulier
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Steve
Tjon Tjauw Liem

De vraag die gelijk opkomt bij het lezen van dit artikel is; waarom hebben surinamers/allochtonen  een hogere prevalentie van diabetes, coronaire hartziekten en beroerte dan autochtone nederlanders? Als oorzakelijke factoren worden: leefstijl, het beloop van het migratieproces en erfelijke bepaaldheid genoemd, zonder dat nader te omschrijven. De volgende zaken kunnen een rol spelen:

1. Vitamine D. Surinamers hebben een getinte of donkere huid. Bij  een  leefstijl  waarbij men veel tijd binnenshuis doorbrengt en minder buiten komt zal het risico ontstaan dat men te weinig vitamine D aanmaakt. In de winter zal dat zeker kunnen optreden in Nederland. Er lijkt een relatie te bestaan tussen vitamine D status  en hypertensie(1), diabetes type 2  en hartfalen (2). Depressie staat in de top 5 bij surinaamse vrouwen p.834; Ziektelast bij allochtone nederlanders. In de internationale literatuur wordt een verband gelegd tussen Vitamine D deficientie en depressie (3).

2. Lactase deficientie. Veel surinamers verdragen geen lactose en zullen niet veel

zuivel consumeren; dit wordt op p.863 genoemd: Culturele  diversiteit in voeding en overgewicht. Zuivelproducten beschermen echter tegen hypertensie en type 2 diabetes (4).

3.Zoutconsumptie. Surinamers eten graag (sterk) gekruid voedsel. De sauzen en kruidenmengsels bevatten vaak een ruime hoeveelheid zout. De relatie tussen zoutinname en bloeddruk is al geruime tijd bekend.

 

Verder onderzoek is wenselijk omdat dit implicaties zal hebben voor de behandeling en de te geven leefstijladviezen.

 

S.M.Tjon Tjauw Liem

Arts MG.

 

Literatuur:

1. Should the concentration of vitamin D be  measured in all patients with

    hypertension?  Boldo, Campbell, Poojo Luthra & White
    J Clin Hypertens 2010 march 12(3) 149-152

2. Vitamine D: waar liggen de grenzen van deficientie, adequate status en toxiciteit?

     F.A.J.Muskiet en E van der Veer.

     Ned.Tijdschrift Klin Chem Labgeneesk 2007;32: 150-158

3. Vitamin D deficiency  and depression in adults: syst revieuw and meta analysis.

    Anglin, Samaan, Walter & McDonald

    Br. J. Psychiatry 2013: 100-7

4. Meeting and exceeding dairy recommendations: effects of dairy consumption on
    nutrient intakes and risk of chronic disease.

    B.Rice, E.Quann,G.Miller.

    Nutrition reviews vol 71(2013); 209-223