Omschrijving rubriek

Doel:
Lezers op toegankelijke en aansprekende wijze concrete informatie bieden die direct toepasbaar is in de klinische praktijk. Deze informatie kan betrekking hebben op diagnostiek, behandeling, beleid, interdisciplinaire samenwerking en preventie. Het kan alle aspecten van het medisch handelen betreffen van artsen, zowel werkzaam binnen als buiten het ziekenhuis, als huisarts of sociaalgeneeskundige.

Kader:
Het startpunt van het artikel is een voor meerdere artsen relevante vraag of thema uit de praktijk. Het kan bijvoorbeeld gaan om een ziekte die lang niet gezien is, maar nu weer opduikt, en waarmee artsen weer vertrouwd moeten raken. Maar het kan ook een nieuwe toepassing van kunstmatige intelligentie zijn waar veel artsen nog niet goed mee kunnen omgaan, of het effectief behandelen van een bepaalde aandoening met een nieuwe vorm van interprofessioneel samenwerken of met een nieuwe techniek.

In het artikel wordt vervolgens concrete nieuwe informatie aangereikt, wordt beknopt aangegeven wat de wetenschappelijke onderbouwing is en wordt duidelijk gemaakt hoe die kennis in de praktijk toegepast kan worden. De meerwaarde is dat artsen beter met het geschetste probleem leren omgaan. 
Het thema of de praktijkgerelateerde vraag en het concrete antwoord daarop worden zoveel mogelijk geïllustreerd aan de hand van praktijkervaringen: de casus (max. 3). De casus kan zowel een gemiddelde en dus representatieve situatie beschrijven, als een gang van zaken waarin het beleid beter had gekund, of waarin het optimale resultaat is bereikt.
In alle gevallen is reflectie op de casus relevant: wat hebben de auteurs ervan geleerd? Wat kan beter? Wat kunnen de lezers ermee? Wanneer er nog onzekerheid is over een bepaalde handelwijze of interventie (bijvoorbeeld medicatie), kan dat geïllustreerd worden met twee casussen, waarvan de ene succesvol en de ander minder succesvol is verlopen.

De artikelen moeten altijd toegankelijk geschreven worden; hou hierbij lezers uit meerdere medische disciplines voor ogen. Omdat beelden heel goede en snel bruikbare informatiedragers zijn, willen we altijd beeldmateriaal bij een klinisch praktijkartikel. Dat kan een foto of ander beeldmateriaal van een patiënt zijn, maar kan ook een beeld van een ander onderdeel van de klinische of extramurale praktijk betreffen, of een figuur die de kerninformatie verbeeldt. Voorwaarde is dat het beeld een functionele ondersteuning van de tekst is en dat het beeld op zichzelf (met beperkte bijschriften) goed te begrijpen is.

Volgende