Auto-injectie met epinefrine in de vinger bij een 5-jarig kind

Klinische praktijk
R.L.H. Janssen
A.B.C. Roeleveld-Versteegh
S.J.W. Wessels-Basten
T. Hendriks
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152:1005-8
Abstract

Samenvatting

Een 5-jarige jongen, bekend wegens voedselallergieën die werden gecompliceerd door anafylactische reacties met dyspneu en angio-oedeem, had een auto-injector met epinefrine 0,15 mg voorgeschreven gekregen waarmee zijn ouders hem thuis zo nodig konden behandelen. Per ongeluk injecteerde hij zichzelf met de auto-injector in een vinger – daarmee was hij voor zover bekend de jongste patiënt met een dergelijke epinefrineauto-injectie in de literatuur. Als behandeling werd fentolamine 0,15 mg in 0,5 ml fysiologisch zout subcutaan geïnjecteerd via de insteekopening; de dosering en het volume werden niet afgestemd op de leeftijd en het gewicht van de patiënt, omdat alleen een lokaal effect werd beoogd. Binnen 20 min was de circulatie van de vinger hersteld. Na 30 min kreeg de patiënt hoofdpijn, werd hij misselijk en moest hij overgeven; waarschijnlijk ging het hier om een systemische complicatie van de fentolamine. Er waren geen andere complicaties. De patiënt herstelde volledig en werd de volgende morgen uit het ziekenhuis ontslagen. Intramusculaire auto-injectie van epinefrine is een gebruikelijke behandeling voor ernstige anafylactische reacties. De epinefrineauto-injector is in 1980 geïntroduceerd. Wegens de toename van allergie en anafylaxie worden auto-injectoren steeds meer voorgeschreven en daardoor is het te verwachten dat ook het aantal accidentele auto-injecties in de vinger zal toenemen. Bij vingers bestaat het risico van ischemische necrose. Er is geen consensus over het therapeutische beleid daarbij. Fentolaminetoediening lijkt een effectieve interventie. Diverse recente studies laten echter zien dat epinefrine veilig kan worden toegepast in de handchirurgie, hetgeen een aanwijzing is dat accidentele auto-injectie met epinefrine wellicht niet altijd meteen hoeft te worden behandeld.

Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152:1005-8

Auteursinformatie

Catharina-ziekenhuis, Postbus 1350, 5602 ZA Eindhoven.

Afd. Kindergeneeskunde: hr.R.L.H.Janssen, arts; mw.A.B.C.Roeleveld-Versteegh en hr.T.Hendriks, kinderartsen.

Apotheek: mw.S.J.W.Wessels-Basten, ziekenhuisapotheker.

Contact hr.R.L.H.Janssen (rlh_janssen@hotmail.com)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties