De effecten en kosten van de Gezonde Basisschool van de Toekomst

Onderzoek
C.P. (Onno) van Schayck
Maartje Willeboordse
Marije Oosterhof
Nina Bartelink
Patricia van Assema
Stef Kremers
Bjorn Winkens
Hans Savelberg
Maria Jansen
Manuela Joore
Anita C.E. Vreugdenhil
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2021;165:D4979
Abstract

Samenvatting

Doel

Onderzoeken wat het effect is van leefstijlinterventies op school bij jonge kinderen in het programma ‘Gezonde Basisschool van de Toekomst’.

Opzet

Prospectieve, gecontroleerde, niet-gerandomiseerde studie.

Methode

Op 4 basisscholen in Parkstad (Zuidoost-Limburg) werd het programma ‘Gezonde Basisschool van de Toekomst’ geïntroduceerd. Deze leefstijlinterventie bestond uit meer bewegen, al dan niet in combinatie met een gezonde lunch op de basisschool. Dit programma duurt in totaal 4 jaar. Door vergelijking met 4 controlescholen wordt vastgesteld wat het effect van de interventie is op gezondheidgerelateerd gedrag en de BMI van de kinderen. Ook de kosten van het programma worden berekend.

Resultaten

Gegevens werden verzameld van bijna 1700 leerlingen. Tussentijdse resultaten na 2 jaar laten zien dat de combinatie van bewegen en gezonde voeding een vermindering van de BMI-z-score geeft (-0,036). Bewegen alleen geeft nauwelijks een verandering (-0,010), terwijl in de controlegroep de BMI-z-score toenam (0,052). De netto maatschappelijke kosten voor de combinatie van bewegen en gezonde voeding bedragen circa 1 euro per dag per kind.

Conclusie

Er is steeds meer bewijs dat leefstijlinterventies effectief bijdragen aan vermindering van de obesitasepidemie. Toekomstige studies moeten laten zien in hoeverre gewichtsvermindering ziekten op latere leeftijd voorkómt en welke kostenbesparing dit met zich meebrengt.

Auteursinformatie

Universiteit Maastricht/Maastricht Universitair Medisch Centrum+, Maastricht. Vakgroep Huisartsgeneeskunde: prof.dr. O.C.P. van Schayck, epidemioloog; dr. M. Willeboordse, bewegingswetenschapper; afd. KEMTA: drs. M. Oosterhof; prof.dr. M. Joore; vakgroep Gezondheidsvoorlichting: dr. N. Bartelink; dr. P. van Assema; prof.dr. S. Kremers; vakgroep Medische Statistiek: dr. B. Winkens; vakgroep Bewegingswetenschappen: dr. H. Savelberg; vakgroep Health Services Research: prof.dr. M. Jansen; afd. Kindergeneeskunde: dr. A. Vreugdenhil, kinderarts maag-, darm- en leverziekten.

Contact O.C.P. van Schayck (onno.vanschayck@maastrichtuniversity.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Auteur Belangenverstrengeling
C.P. (Onno) van Schayck ICMJE-formulier
Maartje Willeboordse ICMJE-formulier
Marije Oosterhof ICMJE-formulier
Nina Bartelink ICMJE-formulier
Patricia van Assema ICMJE-formulier
Stef Kremers ICMJE-formulier
Bjorn Winkens ICMJE-formulier
Hans Savelberg ICMJE-formulier
Maria Jansen ICMJE-formulier
Manuela Joore ICMJE-formulier
Anita C.E. Vreugdenhil ICMJE-formulier
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Het zorgen voor gezonde voeding en voldoende bewegen bij het huidige opgroeiende kind is ( zeker nu) een heel goede zaak. Vanuit een achtergrond in de klassieke orthopedie (=optimaal uitgroeien), de klassieke gymnastiek en belangstelling voor preventie ben ik vanuit Houdingnet bij de presentatie van deze studie aanwezig geweest. Er blijkt geen rekening gehouden met bekende achtergronden van adipositas als het gaat om het verlies van kennis, waarom veel te vroeg, te veel en te veel verkeerd zitten door kinderen ( ooit de startkennis van het geneeskundig veld orthopedie; N. Andry, Parijs 1741) hun lichamelijke ontwikkeling in de weg gaat zitten, afremt en zo ook de groeiprocessen van onze orgaansystemen kan gaan frustreren. Het wordt hier "sedenatiar gedrag" genoemd, maar het zijn de volwassenen, die het heel vroege zitten faciliteren ( MaxiCosy's , tablets etc.), verkeerd en veel zitten voordoen terwijl ze het door niets of niemand biomechanisch laten compenseren. In dit artikel wordt niet genoemd, dat in tegenstelling van de BMI, de buikomvang niet afnam, zoals gemeld bij de presentatie! De buikomvang is biomechanisch niet alleen een resultante van de vetlaag binnen en rondom, maar ook van de lichaamshouding. Als de houding tijdens de groei door zitten niet goed ontwikkelt zakt de onderromp in. De buikspieren komen slap te hangen. 

Maar een belangrijker kritiek ligt gelegen in het feit, dat er niet is gekeken of de kwaliteit van het vak Lichamelijke Opvoeding op orde was en of er geen grote verschillen in die kwaliteit tussen scholen zat. "Gymnastiek" is ooit bij wet (1940) als plicht voor ieder kind als onderdeel van preventieve geneeskunde vastgelegd, maar verloor na de jaren zestig al de kwaliteiten: zorgen voor goede houdingen, veerkracht in het systeem en voldoende flexibiliteitaan leren, waardoor de "machine", de verbrandingsmotor effectief maar ook energiezuinig kan werken en alle negatieve effecten van zitten op school, ooit vrijwel het enige, werden gecompenseerd. Het werd in de negentiende eeuw dan ook door artsen-hygienisten en orthopeden bij Bismarck door de strot geduwd, ook voor alle meisjes, als onderdeel van hun preventieve geneeskunde, de Naturheilkunde. Bismarck en zijn zoon werden eerst door de Naturheilkunde van veel van hun gezondheidsproblemen, met name adipositas afgeholpen, zodat het begrip er kennelijk al lag. De eerste ALO werd in NL door een orthopeed opgericht, die ook de kinderergonomie voor kinderen uit het Duits overnam. We zijn, ook "rijke"en /of "gestudeerde" ouders, maar ook het onderwijs en de Geneeskunde een belangrijk stuk preventie aan de kinderen gaan onthouden. Pennywise in het Onderwijs blijkt Poundfoolish in de Zorg. 

Piet van Loon, orthopeed/houdingsdeskundige, Houding Netwerk Nederland

Wij danken Piet  van Loon voor zijn reactie en zullen hier ingaan op de punten die hij aandraagt. Zoals door Van Loon wordt aangegeven is het zitgedrag van de kinderen gemeten. En dat is veel te veel: 60% van de tijd dat kinderen niet slapen, zitten ze. En de tijd dat ze matig tot intensief actief zijn is nog zorgelijker: 8% van de dag! In de referenties waar we in het artikel naar verwijzen, wordt beschreven dat al deze kinderen regulier gymnastiek hebben (dus ook in de controlegroep). Daar bovenop is er in de interventiegroepen 60 minuten per dag sport of vrij spel. En dat extra bewegen blijkt effect te hebben: de BMI toename, die in de controlegroep geconstateerd wordt, wordt duidelijk afgeremd door dit extra bewegen.  

Van Loon wijst er verder op dat wij in dit artikel niet de resultaten van de buikomvang presenteren zoals die wel gepresenteerd werden tijdens het symposium waarbij de eindresultaten van deze studie gepresenteerd werden. De reden hiervoor staat in het artikel: dit zijn interim-resultaten over 2 jaar waarin alleen de BMI gepresenteerd kon worden.  Op het recente symposium waar Piet Loon aanwezig was,  zijn de eindresultaten na 4 jaar gepresenteerd inclusief de effecten op de buikomvang. In tegenstelling tot wat Loon stelt, bleek dat de effecten van de interventie van extra bewegen en gezonde voeding zeer positief te zijn: er bleek een duidelijk significante afname van de buikomvang te zijn over 4 jaar ten opzichte van de controlegroep. Dit is inderdaad klinisch de meest relevante uitkomst van de studie. We zijn het daarom helemaal met de conclusie van Piet van Loon eens dat we preventie niet aan kinderen moeten onthouden en dat  pennywise in het onderwijs inderdaad poundfullish in de zorg blijkt te zijn.

Onno van Schayck,

Namens alle medeauteurs.

Dank. In de "Lichamelijke Opvoeding" zit hem wel de "kneep" om de adipositas pandemie te begrijpen: De kern van goede hygiene op houding en vooral goed bewegen is bij de ouders onbekend geraakt en in de common sense geen issue meer. In een persoonlijke zoektocht langs KVLO, de Onderwijsraad, de Schoolinspectie uiteindelijk  tot diep in het ministerie OCW bleek er helemaal niemand te zijn, die verantwoordelijk was voor de kwaliteit van het vak LO, als het gaat om de individuele gezondheidbevordering (goede houdingen, goede balans, goed verdeelde spierkracht, voldoende lenigheid etc). Dat is de overheid zeer zwaar aan te rekenen, om nog maar te zwijgen van de weggezakte vakkenis hierover  en de bezuinigingen! Wetende dat de eerste ALO door een orthopeed werd opgericht, die ook het boekje " Schoolhygiene" schreef met de problemen en de oplosingen rond het zitten daarin, moeten we nu constateren dat orthopedie nu vooral het operatief oplossen van door slechte houdingszorg ontstane problemen is. Persoonlijk ben ik door een "Limburgs initiatief" op een zeer gezonde basisschool in een uitmuntende schoolsfeer goed lichamelijk opgevoed: de Broederscholen in Haarlem ( Congr. OLV van Maastricht!) . Het verval op veel goeds rond houding en bewegen zette stevig in door de Mammoetwet. Dat werkt duur door!

Piet van Loon, orthopeed/houdingsdeskundige, Houding Netwerk Nederland

Wouter
Meijer

Wat een prachtig project. Als gynaecoloog zie ik dagelijks in de spreeekkamer de negatieve invloed van een slechte leefstijl en voeding op het gezondheidsprobleem/de ziekte van mijn patiënten. En ook op het schoolplein zie je een deel van de kinderen die kampen met overgewicht. Dit is iets om landelijk veel meer aandacht voor te hebben. Veel succes met de verdere implementatie.

Wouter Meijer, gynaecoloog, Gelre Ziekenhuizen