Richtlijnen voor tijdige en goed georganiseerde hulp

Suïcidepreventie

Klinische praktijk
Ad J.F.M. Kerkhof
Albert M. van Hemert
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2013;157:A5730
Abstract

Samenvatting

  • In Nederland is er sinds kort een richtlijn voor diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag en een kwaliteitsdocument voor de ketenzorg.

  • Toepassing van een soortgelijke richtlijn in Engeland ging gepaard met minder suïcides.

  • Huisartsen en hulpverleners in de ggz moeten systematisch opgeleid en getraind worden in het toepassen van de richtlijn.

  • Omdat de meeste mensen die door suïcide om het leven komen niet in behandeling zijn, moeten ook naaste familieleden en vrienden en ‘gatekeepers’ betrokken worden bij suïcidepreventie.

  • Familieleden en vrienden moeten snel over relevante informatie kunnen beschikken en geholpen worden bij hun vermoedens en vragen. De huisarts en internet spelen hier een belangrijke rol.

  • Bezuinigingen die de toegankelijkheid van acute ggz beperken hebben een negatief effect op het suïcidecijfer.

Auteursinformatie

Vrije Universiteit, afd. Klinische psychologie, Amsterdam.

Prof.dr. A.J.F.M. Kerkhof, klinisch psycholoog.

Leids Universitair Medisch Centrum. afd. Psychiatrie.

Prof.dr. A.M. van Hemert, psychiater.

Contact prof.dr. A.J.F.M. Kerkhof (ajfm.kerkhof@vu.nl)

Verantwoording

Belangenconflict en financiële ondersteuning: een formulier met belangenverklaring is beschikbaar bij dit artikel op www.ntvg.nl (zoeken op A5730; klik op ‘Belangenverstrengeling’).
Aanvaard op 3 april 2013

Auteur Belangenverstrengeling
Ad J.F.M. Kerkhof ICMJE-formulier
Albert M. van Hemert ICMJE-formulier
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Dick
van Dam

 

 

Ik begrijp legenda (totaal) van figuur bij artikel Suicidepreventie niet.

Ik verwacht dat bij totaal, aantal mannen en vrouwen bijelkaar opgeteld zijn.

Dit klopt echter niet in de figuur.

Mogelijk betreft de rode lijn ouderen?

 

Mvg,

Dick van Dam, arts-microbioloog., Orbis Medisch Centrum

Albert M.
van Hemert

In de figuur staat het incidentiecijfer per 100.000. Dat cijfer is ongeveer twee maal hoger voor mannen (blauw) dan voor vrouwen (rood). Voor de totale populatie is het cijfer het gewogen gemiddelde van mannen en vrouwen. Dat is dus er tussen in (zwart).

 

Albert van Hemert