Commercieel afvalprogramma effectiever dan standaard eerstelijnszorg

Nieuws
C.G. (Niels) Vos
Koen J. Hartemink
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2011;155:A4275

Waarom dit onderzoek?

De toegenomen prevalentie van overgewicht en de hieraan gerelateerde gezondheidsproblemen vragen om effectieve behandelmethoden voor gewichtsreductie in de eerstelijnsgezondheidszorg. Gerandomiseerd onderzoek dat de effectiviteit in gewichtsreductie vergelijkt tussen een standaard eerstelijnsbehandeling en verwijzing naar een commercieel programma voor gewichtsreductie ontbreekt.

Onderzoeksvraag

Is verwijzing naar een commercieel programma…

Auteursinformatie

Contact (kjhartemink@hetnet.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

De schrijvers van het artikel maken een klassieke denkfout: de standaard behandeling voor overgewicht en obesitas in de eerste lijn in de onderzochte landen (Canada, Duitsland en Australië) is anders dan in Nederland. De standaard behandeling bestaat daar uit gesprekken met een assistente van de huisarts, die dus niet professioneel is opgeleid in voeding, eetgedrag en diëtetiek, maar zich beperkt tot wegen en het uitdelen van patiëntenbrieven en folders. Daarmee kunnen resultaten en conclusies niet zomaar worden getransponeerd naar de Nederlandse situatie. In Nederland is sinds 1986 de diëtist een onderdeel van de eerste lijn en worden mensen met overgewicht en obesitas door artsen daarheen verwezen. Een laagdrempelige, professioneel opgeleide paramedicus met als specialiteit voeding, die het vertrouwen geniet van de patiënt en andere zorgverleners en ingebed is in de gezondheidszorg is een groot goed.

Het is een zorgelijke ontwikkeling dat artsen voorstellen de behandeling te laten uitvoeren door een organisatie die het uitvoerende werk overlaat aan ervaringsdeskundigen zonder enige vooropleiding. De opleidingseisen die worden gesteld aan medewerkers van het onderzochte programma zijn namelijk nihil. Ook gewichtsconsulenten zijn maar zeer beperkt geschoold: een cursus van drie maanden zonder stage. Nu al gaan artsen met de commercie in zee en geeft een zorgverzekeraar de voorkeur aan gewichtsconsulenten, die overigens geen patiënten met obesitas en/of comorbiditeit mogen behandelen. Ik stel daarbij vast dat overgewicht/obesitas nog steeds een onderschatte ziekte is, waarbij men zich vooral concentreert op de comorbiditeit. Omdat de meeste artsen te weinig voedingskennis bezitten - het wordt ze in hun opleiding onvoldoende onderwezen - kunnen sommigen de waarde van professionele voedingseducatie en begeleiding onvoldoende schatten.

Natuurlijk zijn mooie onderzoeksresultaten heel verleidelijk, al is het percentage uitval in het commerciële programma (39%) nog altijd fors. Het is ook goed te beseffen dat de studie betaald is door het commerciële programma en dat de resultaten waarschijnlijk niet waren gepubliceerd als ze minder rooskleurig waren. Patiënten die zelf dit commerciële programma volgden spreken met weinig respect over de kwaliteit van de begeleiding en ze vinden de kosten te hoog. Er zijn dus voldoende argumenten om als medicus niet met een dergelijke organisatie in zee te gaan.

Het is belangrijk dat artsen en diëtisten beter gaan samenwerken bij het behandelen van overgewicht en obesitas, ook in een vroeg stadium. Daarbij is het cruciaal optimaal van elkaars deskundigheid gebruik te maken. De vlucht naar de commercie is daarbij niet de beste weg.

 

 

Ellen Govers, Voorzitter KenniscentrumDiëtisten Overgewicht KDOO

Wij danken mevrouw Govers voor haar reactie. Terecht wordt door haar opgemerkt dat de eerstelijnszorg waarover in het door ons besproken artikel geschreven wordt, geen behandeling door een diëtist omvat. Het betreft een studie welke, zoals door ons aangegeven, verricht is in Australië, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk en inderdaad maakt dit extrapolatie van de resultaten en conclusie naar de Nederlandse situatie mogelijk moeizaam. Er wordt vergeleken tussen behandeling door de huisartspraktijk en behandeling middels het programma van de Weight Watchers. In onze conclusie wordt gemeld dat resultaten met betrekking tot lange termijn effecten en kosten-effectiviteit nog niet beschikbaar zijn. Over de effectiviteit van behandeling door een diëtist kan op basis van dit artikel geen uitspraak worden gedaan.

 

Koen J Hartemink

C.G. (Niels) Vos