Ethische besprekingen op de afdeling Neonatologie

Perspectief
Philip J.M. Romer
H. Joke C. Smink
Ruurd M. van Elburg
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2010;154:A1246
Abstract

Samenvatting

Bij een mannelijke neonatus met algehele hypotonie en dreigende respiratoire insufficiëntie werd een metabole aandoening met een sombere prognose vastgesteld. Met het oog op de anonimiteit wordt de aandoening niet verder gespecificeerd. Het behandelteam en de ouders verschilden van mening over het voortzetten van de ingezette behandeling. Als artsen en ouders van mening verschillen, zullen de medische en morele feiten een belangrijke rol spelen in de vraag welke beslissing het belang van het kind zal dienen. Dergelijke ethische dilemma’s leveren morele stress op. Artsen en ouders hebben dan de taak om zorgvuldig alle feiten, waarden en onzekerheden goed af te wegen. Ethische besprekingen kunnen een waardevolle aanvulling zijn op de besluitvorming. Een ethicus op de afdeling kan deze besprekingen aansturen en daarmee het behandelteam bijstaan om morele afwegingen te maken. Door een gestructureerde bespreking met onderbouwde argumenten kan consensus worden verkregen over het beste beleid. De ethicus bewaakt het hele proces en helpt het behandelteam om te gaan met morele stress. Vooral in de kindergeneeskunde komen ethische dilemma’s en morele vragen veelvuldig aan de orde.

Auteursinformatie

VU Medisch Centrum, Amsterdam.

Afd. Neonatologie: drs. P.J.M. Romer, klinisch ethicus; dr. R.M. van Elburg, kinderarts-neonatoloog.

Instituut Ondersteuning Patiëntenzorg: drs. H.J.C. Smink, jurist.

Contact drs. P.J.M. Romer (p.romer@vumc.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Het deed me goed te constateren dat de pogingen om de ouders van een pasgeborene met ernstige pathologie steeds intensiever te betrekken bij het behandelingsplan van hun kindje de laatste jaren alleen maar toegenomen zijn. Zelf heb ik als kinderarts aan de wieg van dit mooie specialisme gestaan. Mijn opleider, wijlen Prof. Dr. J.I de Bruijne, Wilhelmina Gasthuis te Amsterdam, heeft ons steeds doordrongen van het feit dat we het liefste en dierbaarste
wat de ouders ons tijdelijk toevertrouwden, namelijk hun kind, medische en menselijke topzorg moesten geven, zolang er een toekomstperspectief was. Van welke ouders ter wereld ook kan niet verwacht worden dat ze zelf een beslissing moeten nemen over stopzetten van ingezette therapie met een te verwachten overlijden als gevolg hiervan. Dat kunnen ze verstandelijk en zeker emotioneel niet.Dat kan m.i. alleen de behandelend specialist (voor hen) doen. Deze ervaring heb ik opgedaan als medicus practicus maar ook als ouder van een
premature pasgeborene, die aan een ernstige infectie kort na de geboorte is overleden. Mijn vrouw en ik hadden nooit zelf een beslissing kunnen nemen over het staken van de beademing.Wij denken ook dat het nog steeds voelbare verdriet vele malen erger zou zijn indien wij in de behandeling van ons kindje cruciale beslissingen hadden moeten nemen.

Samengevat is te huldigen dat ouders thans maximaal begeleid worden in hun grote onzekerheid, angst en verdriet, tijdens de behandeling en ook zeker nog een tijd na het overlijden van hun kindje, maar laat alleen de betreffende kinderarts-neonatoloog, samen met de kinderverpleegkundige, het behandelplan naar eer en geweten uitvoeren.

H.H. Warmink, em. kinderarts-neonatoloog
Evian-les-Bains
Frankrijk