Tweede Kamer legitimeert schadelijke kwakzalverij

Opinie
Frits S.A.M. van Dam
Cees N.M. Renckens
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2010;154:A1814
Abstract

In de Tweede Kamer is recent gediscussieerd of een aparte registratie – lees erkenning – van alternatieve behandelaars nodig is. Deze discussie is vreemd genoeg aangezwengeld door het ministerie van Financiën. Dat komt doordat artsen zijn vrijgesteld van btw. Een arts-acupuncturist betaalt geen btw, terwijl een fysiotherapeut met een aanvullende acupunctuuropleiding dat wel moet betalen. Dat is meten met twee maten en dat is in strijd met de Europese wetgeving. De oplossing waarvoor nu wordt gekozen, is om de volgens de Wet BIG-geregistreerde beroepen (Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg) van btw vrij te stellen en daarnaast over te gaan tot accreditatie van bepaalde groepen alternatieve behandelaars. Deze accreditatie moet plaatsvinden voor beroepen waarvan de opleiding door de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie is getoetst. Alleen aan degene die als alternatief therapeut van een geaccrediteerde beroepsgroep geregistreerd is, en daarmee bewezen heeft aan bepaalde kwaliteitseisen te voldoen, mag dan een vrijstelling…

Auteursinformatie

Vereniging tegen de Kwakzalverij, Amsterdam.

Contact prof.dr. F.S.A.M. van Dam (fritsvandam1@gmail.com)

Verantwoording

Belangenconflict: beide auteurs zijn bestuurslid van de Vereniging tegen de Kwakzalverij. Financiële ondersteuning: geen gemeld.
Aanvaard op 22 januari 2010

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Beste Redactie,

Het verbaast mij dat jullie zo vaak collega Renckens uitgebreid aan het woord laten. Hij staat bekend als een fundamentalist die zijn queeste met veel energie volbrengt. Dat mag, maar als redactie van een gerenommeerd tijdschrift moet je weten dat hij, als gynecoloog  , nooit met kritiek op zijn eigen vakgebied komt. Een vakgebied dat zowel in het verleden als nu verantwoordelijk is door veel meer gehandicapte en overleden kinderen en iatrogene schade aan vrouwen dan welke "niet reguliere"therapie ooit. Iatrogene schade die destijds en ook nu nog veroorzaakt wordt door gangbare gynecologische praktijken.
Hij zou meer aan geloofwaardigheid winnen door bijv te ijveren voor genoeg bekwame gynecologen 's avonds en  's nachts in de ziekenhuizen. Elke geneeswijze moet je kritisch bekijken, maar een goede wetenschapper heeft geen oogkleppen voor. De nieuwste wetenschap gaat niet meer uit van moleculaire verklaringsmodellen maar van energetische verklaringsmodellen. De reguliere en alternatieve geneeswijzes groeien naar elkaar toe. Zoals je ziet dat nu ook een aantal gifstoffen gebruikt worden in de reguliere geneeskunde (botox bijv), zoals in de homeopatie nu al meer dan 100 jaar op een verfijndere manier doet. 

Trix Grooff, huisarts, Amsterdam

Ik heb het nog even opgezocht, maar de indruk van collega Grooff dat we de Cees Renckens voortdurend een platform bieden, is echt onjuist. Even zoeken  naar 'Renckens' op onze website en iedereen kan weten dat dit niet waar is. En het Britse lagerhuis heeft net besloten homeopathie  niet meer te vergoeden, zoals we binnenkort uitgebreider in onze Nieuwsrubriek zullen berichten. Dat naar elkaar groeien zal dus ook nog wel even duren.

 

Joost Zaat, adjuncthoofdredacteur en huisarts

Waarom raakte geneeskunde en geneeskunst uit elkaar? Geneeskunde en geneeskunst raakten uit elkaar. Wanneer zien we dat gebeuren? Wat is daarvan de consequentie voor de overheersende overtuigingen tegen complementaire geneeswijzen? Het boek Complementaire geneeskunde - universitaire geneeskunde, de strijd om de wetenschap aan het einde van de 20e eeuw (ISBN 90-73310-11-3) is geschreven door de Duitse arts, methodoloog en kentheoreticus dr. Helmut Kiene. Hij deed wetenschappelijk grondslagenonderzoek op zowel kentheoretisch en methodologisch gebied als op het gebied van complementaire of aanvullende geneeskunde. In dit boek weerlegt Kiene vanuit zijn medische, methodologische en kentheoretische specialisatie op overtuigende manier de vijf argumenten tegen de complementaire geneeskunde: - de geneesmiddelen uit de complementaire geneeskunde hebben een placebowerking; - de werkzaamheid van deze geneesmiddelen is niet wetenschappelijk aangetoond; - de werkzaamheid van deze middelen moet in 'randomized clinical trials' worden bewezen; - deze geneesmiddelen zijn mogelijk onveilig; - de complementaire geneeskunde is in strijd met de natuurwetenschappelijke uitgangspunten. Geen van deze argumenten blijkt op kentheoretische en methodologische gronden steekhoudend. Met grote helderheid en kennis van zaken legt dr. Kiene bovendien onjuiste vooronderstellingen, blinde vlekken en denkfouten van de natuurwetenschappelijk georiënteerde geneeskunde bloot. Kiene gaat ook in op de fundamentele omslag in het denken aan het einde van de veertiende eeuw. Die diepgaande verandering wordt veroorzaakt door een bekend middeleeuws debat tussen zogeheten nominalisten en realisten. Kort gezegd ging dat debat over de vraag of algemene begrippen (universalia) echt bestaan (realisten), óf dat die begrippen uitsluitend producten zijn van de menselijke geest (nominalisten). Het nominalisme blijft steken in de materie (met het verstand te vatten, te meten, te wegen en te tellen), terwijl het realisme de werkelijkheid begrijpt vanuit de volle breedte van de ervaringswereld en uitgaat van een holistische mensvisie. In de hoge Middeleeuwen dringt dit nominalisme van Willem van Ockham (ca. 1285-1350) het realisme van het filosofisch hoofdtoneel, terwijl de discussie tussen beide niet is beslecht. En dat heeft grote gevolgen. De natuurwetenschappelijk georiënteerde geneeskunde staat in de lijn van het nominalisme, terwijl de levenbeschermende geneeskunde én de complementaire geneeswijzen (een Hippokratische geneeskunst) in de lijn van het realisme staan. Noch vanuit kentheoretische gronden, noch vanuit de ervaringswerkelijkheid is een afdoende reden om het realisme zijn realiteitsbegrip te ontzeggen. En daarmee hebben beide benaderingen van de geneeskunde en geneeskunst hun bestaansrecht en het recht aanvullend aan elkaar te worden gepraktiseerd! Natuurlijk zijn er op details aanmerkingen te maken, maar alle artsen zouden dit boek van dr. Helmut Kiene moeten lezen. Als ook politici, overheidsfunctionarissen en zorgverzekeraars zich deze historisch, methodologisch en kentheoretisch juiste denklijn zouden eigen maken, worden geneeskunde en geneeskunst bijeen gehouden, zullen de kosten van de gezondheidszorg dalen én behouden patiënten – om wie alles toch draait? – een pluriform therapieaanbod.

 

dr. R. Seldenrijk, directeur Nederlandse patiëntenvereniging (http://www.npvzorg.nl/home/)

FSAM en CNM
Van Dam & Renckens

Deze brief van de voorzitter van de Christelijke patiëntenvereniging bevat een breedsprakig betoog, waarin hij in het geheel niet in gaat op onze bezwaren tegen het registreren van kwakzalvers en tegen de vrijstelling van BTW-heffing die een deel van de alternatieve genezers nu in de schoot dreigt te vallen. In Seldenrijks betoog zoekt men tevergeefs naar het woord ‘BTW’ of’ registratie’, maar hij grijpt ons commentaar aan als aanleiding om zijn bewondering voor de Duitse antroposoof Kiene nog eens uiteen te zetten. Dat deze man een helder betoog schreef, die bewering blijft geheel voor zijn rekening, want bij antroposofische geschriften is het altijd buitengewoon lastig de draad van het betoog te blijven volgen. Dat gaat op voor Kiene, maar hetzelfde geldt ook voor Seldenrijks brief, die het er met zijn mededelingen over ‘universalia, realisten, nominalisten’ en de middeleeuwer Ockham ook niet veel duidelijker op maakt. De oorspronkelijke titel van Kiene’s boek bevatte de term ‘Schulmedizin’, een pejoratieve betiteling van de reguliere geneeskunde, door de vertaler ons verstandiglijk als ‘universitaire geneeskunde’ voorgeschoteld. De minachting voor de reguliere geneeskunde is echter in al Kiene’s werken prominent aanwezig. Enige reden om onze bezwaren tegen de BTW-vrijstelling van kwakzalvers in te trekken hebben wij in Seldenrijks brief dan ook niet aangetroffen en wij blijven bij ons standpunt: geen fiscale begunstiging van geneeswijzen waarvan de werkzaamheid niet is aangetoond!

Cees Renckens

J.A.P.
van Haastrecht

Er wordt gesteld dat artsen zijn vrijgesteld van (het betalen) van BTW. Afgezien van het feit dat BTW tegenwoordig OB (Omzetbelasting) wordt genoemd, is deze bewering feitelijk onjuist. De aard der werkzaamheden welke de arts uitvoert bepalen of er OB over verschuldigd is. Zo is over de omzet behaald met het geven van een medisch advies geen OB verschuldigd. Over de omzet behaald met bijvoorbeeld het opstellen van een verzekeringsgeneeskundige rapportage, het verrichten van een keuring (bijvoorbeeld rijbewijskeuring), het afnemen van de zgn. bloedproef bij verdenking van het rijden onder invloed is wel OB verschuldigd.

Verder heb ik teveel gezien dat in de reguliere geneeskunde nogal eens slechts vanuit eigen specialisme naar de patient en naar diens klacht wordt gekeken. Hierdoor behoudt de patient zijn klacht in het gunstigste geval, nemen zijn klachten en later of elders te objectiveren symptomen toe in een meer ongunstige setting en kan zelfs de patient te komen overlijden. Ook het feit dat een nieuwe behandelaar vaak klakkeloos de door een voorganger gestelde diagnose zonder eigen onderzoek overneemt, draagt zeker niet bij tot het welbevinden van de patient. Acht is meer dan duizend, zo leerde ik vroeg. Ook in tijd ruime aandacht voor de patient en voor diens klacht door een deskundig arts , op welke wijze dan ook, zal er toe bij kunnen dragen dat de minstens de gezondheid van de patient geen schade zal worden toegebracht en waar mogelijk zal worden bevorderd.

 

Jose Dronten, forensisch geneeskundige,  bedrijfsarts