Golfje 1.0

Opinie
Joost Zaat
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;153:A1393

artikel

Voor een hele generatie artsen lijkt het alsof richtlijnen er altijd zijn geweest. Maar de NHG–Standaarden, de eerste echte richtlijnen in Nederland, zijn dit jaar pas 20 jaar oud. Sindsdien is er een hele industrie ontstaan van richtlijnmakers, beoordelaars, indicatorenontwikkelaars en toetsers. Gebruikers vallen uiteen in twee kampen: volgers en sceptici.

Richtlijnen zijn niet meer weg te denken, maar het zijn er wel veel. Voor sommige onderwerpen heeft elke beroepsgroep er wel een, andere klachten en aandoeningen blijven ook op dit gebied wees. Richtlijnmakers doen er vaak lang over om een richtlijn te maken. Alle bewijs wegen ze op een goudschaaltje en omdat er uiteindelijk vaak onvoldoende bewijs is, blijft een richtlijn voor een belangrijk deel gebaseerd op expert-opinion. Over aanbevelingen en onderbouwing wordt zolang gedubt en de richtlijnen worden door alle eisen zó dichtgetimmerd en omvangrijk, dat een gewone volger de weg kwijtraakt en sceptisch of cynisch wordt.

Richtlijnen zijn teksten en die kun je anno 2009 goed toegankelijk maken. Twintig jaar terug was er geen web 2.0, er was niet eens gewoon internet. Maar het lijkt wel of die ontwikkeling aan de oorspronkelijke vernieuwers van de zorg voorbij is gegaan.

Een Golfje 1.0, je kunt er in rijden, maar hij is al lang niet zuinig en comfortabel genoeg meer. We zijn al vele innovaties verder. Zelfs de Bijbel kun je op woord of citaat doorzoeken, maar probeer dat niet met een willekeurige richtlijn. Alle richtlijnen lijken nog op die van jaren geleden: boekjes, artikelen en nauwelijks doorzoekbare lappen tekst op het web.

Het kan zo veel makkelijker en leuker. Web 2.0 en Health 2.0 vragen om een interactieve benadering en betrokkenheid van gebruikers. Ik kan me voorstellen dat, na een voorzetje door een beroepsgroep, een grote groep belangstellenden samen via een wiki een richtlijn maakt en onderhoudt. Mooie zoekmachine ervoor en hapklare brokken met laagjes diepere informatie erachter en klaar ben je. Wikipedia heeft alle encyclopedieën overbodig gemaakt, dus waarom zou dat bij richtlijnen niet kunnen?

Om aan de wildgroei in richtlijnenland een eind te maken heeft minister Klink dit voorjaar de Regieraad opgericht. Die moet alle verschillende belangenclubjes op een lijn krijgen. In een eerste bijeenkomst van 100 belanghebbenden half oktober borrelden allerlei ideeën op. De komende 20 jaar kunnen richtlijnen alleen blijven werken als richtlijnmakers en de Regieraad ook technologisch innovatief gaan denken.

Gewone artsen hebben dringend behoefte goed leesbare, begrijpelijke én implementeerbare richtlijnen. Ze kunnen daar vanaf het begin ook best aan bijdragen. Op naar een richtlijnengolfje 2.0.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Het redactioneel van collega Zaat, Golfje 1.0, vraagt om een aanvulling. Veel wat hij in dit redactioneel schrijft is mij uit het hart gegrepen. Richtlijnen moeten voor de arts toegankelijk en gemakkelijk te raadplegen zijn. Daar wordt tegenwoordig al hard aan gewerkt. Met oncoline, richtlijnen in de oncologie, is al een goede stap in die richting gezet. Ik verwacht dat de meeste moderne richtlijnen op korte termijn in zo’n jasje worden gestoken. Collega Zaat stelt verder een wikpedia-achtige opzet voor. Daar wordt momenteel reeds mee geëxperimenteerd. De KNO-artsen hebben een dergelijke richtlijn al in de maak.
Zo ruim als collega Zaat vooruit kijkt, zo vernauwd is echter zijn blik naar het verleden. Het was niet het NHG dat 20 jaar geleden voor het eerst "echte" richtlijnen in Nederland opstelde, maar het CBO. In navolging van de National Institutes of Health in de Verenigde Staten is de Wetenschappelijke Raad van het CBO in 1982 gestart met de systematische ontwikkeling van richtlijnen. Pas vijf jaar later namen de collegae Sips en Schadé het initiatief met de ontwikkeling van de NHG-standaarden, waarbij zij een aantal elementen van de CBO-methodiek overnamen en andere niet. Van Everdingen is reeds in 1988 gepromoveerd op de evaluatie van de ontwikkeling en toepassing van richtlijnen die onder auspiciën van het CBO waren opgesteld.
Al die jaren is er uit beide organisaties een continue stroom aan richtlijnen verschenen. Nederland heeft daarmee niet alleen een jarenlange traditie op het gebied van richtlijnontwikkeling, maar neemt internationaal ook een bijzondere plaats in door de hechte koppeling met het kwaliteitsbeleid van de wetenschappelijke verenigingen en van de ziekenhuizen. Met de innovatie die collega Zaat propageert, en die ik volledig onderschrijf en waar we deels al mee bezig zijn, zal Nederland in de voorste gelederen van de internationale richtlijnontwikkeling blijven.

Prof.dr. A.F. Casparie, internist n.p., Hattem

Collega Casparie heeft gelijk, het CBO was eerder dan het NHG met het vervaardigen van richtlijnen en consensusteksten. Mijn redactioneel was echter niet bedoeld als officiële geschiedschrijving, maar vooral als signaal naar de toekomst.

 

Joost Zaat, adjunct-hoofdredacteur NTvG