Impulscontrolestoornis door gebruik van dopamineagonisten

Wim E.J. Weber
Peter C.G. Nijssen
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;153:B33
Abstract

In 2005 werd voor het eerst in Nederland pathologisch gokken als bijwerking van de behandeling met de dopamineagonist pergolide gemeld.1 Sindsdien zijn er bij het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb (www.lareb.nl) nog twee gevallen van pathologisch gokken en twee van een stoornis in de impulscontrole bekendgemaakt. Deze getallen suggereren dat het hier een incidentele bijwerking betreft, maar recent onderzoek toonde aan dat ongeveer 5% van de patiënten die een dopamineagonist gebruiken een stoornis in de impulscontrole krijgt.

De dopamineagonisten pergolide, pramipexol en ropinirol worden in Nederland veel voorgeschreven, voornamelijk aan patiënten met de ziekte van Parkinson, maar sinds…

Auteursinformatie

Maastricht Universitair Medisch Centrum, afd. Neurologie, Maastricht.

Dr. W.E.J. Weber, neuroloog.

St. Elisabeth Ziekenhuis, afd. Neurologie, Tilburg.

Drs. P.C.G. Nijssen, neuroloog.

Namens het bestuur van de Nederlandse Werkgroep voor Bewegingsstoornissen, tevens sectie Bewegingsstoornissen van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie, waarvan de leden aan het einde van dit artikel worden vermeld.

Contact dr. W.E.J. Weber (wim.weber@mumc.nl)

Verantwoording

Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.
Aanvaard op 21 augustus 2008

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Collegae Weber en Nijssen beschrijven een mogelijke bijwerking van dopaminerge therapie. In de inleidende tekst geven zij aan 'De bijsluiters van pergolide en pramipexol geven tegenwoordig stoornissen in de impulscontrole als mogelijke bijwerking op, die van ropinirol nog niet.' Deze zin is helaas onjuist en doet ten onrechte vermoeden dat deze bijwerking niet bij ropinirol is waargenomen. Stoornissen in de impulscontrole staan beschreven in de samenvatting van de productkenmerken (SmPC) van de drie farmaceutische vormen van ropinirol die in Nederland in de handel zijn. Dit valt na te gaan onder de sectie 'Geneesmiddelen voor mensen” op de website van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (www.cbg-meb.nl). Het is spijtig dat deze omissie in deze interessante publicatie is opgetreden.

Boehringer Ingelheim bv, Alkmaar

Dr. John Houben, senior medical manager

Houben geeft aan dat de bijsluitertekst van de ropinirol wel degelijk impulscontrolestoornissen vermeldt als bijwerking. Wij danken hem voor zijn aanvulling. Wij hadden ons op de door artsen meest geraadpleegde informatiebron gebaseerd, namelijk het Farmacotherapeutisch kompas, in dit geval de uitgave van 2008 die deze bijwerking nog niet vermeldt. De 2009-uitgave doet dit inmiddels wel. Onze opmerking was overigens niet bedoeld om te suggereren dat ropinirol geen impulscontrolestoornissen veroorzaakt, maar om te illustreren dat deze bijwerking weinig bekend is. Het is mooi dat de bijwerking nu dus wel in alle officiele geneesmiddelendocumentatie vermeld wordt.

Maastricht Universitair Medisch Centrum, afd. Neurologie, Maastricht

Dr. Wim Weber, neuroloog