Geregistreerde trials vaker positief bij sponsoring door industrie

Geregistreerde trials vaker positief bij sponsoring door industrie
Lucas Mevius
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2010;154:C646

Geregistreerde medicatietrials die gesponsord zijn door de industrie rapporteren vaker een positieve uitkomst dan trials die gefinancierd zijn door andere bronnen. Bovendien worden de resultaten van door de industrie gesponsorde trials minder vaak binnen 2 jaar na het einde van het onderzoek gepubliceerd. Dat concluderen Florence Bourgeois van het Children’s…

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Jan
Keppel Hesselink

Er is een duidelijke publicatie bias binnen de farmaceutische industrie. Toen de schrijver dezes nog VP was bij een groot farmaceutisch concern, en verantwoordelijke was voor de wereldwijde ontwikkeling van middelen voor neurologische en psychiatrische indicaties, was hij ook architect van een grote studie naar de effectiviteit van een nieuw middel bij depressies. In een grote studie die in verschillende landen liep, werd getest of dat middel de terugval van behandelde depressieve patienten kon verminderen. Die terugvalspreventie was er helaas niet. Na het afsluiten van de studie probeerde ik, samen met de hoofdonderzoeker, een beroemdheid op depressiegebied, de negatieve studie te publiceren. Inmiddels was ik bij die farmaceutische industrie vertrokken, en werkte ik weer in Nederland. Om nog enkele details van de concept prublicatie te controleren had ik medewerking nodig van het archief van de farmaceutische industrie, waarvanuit ik de studie opgezet had. Die medewerking bleef geheel afwezig, omdat het publiceren, zo heette het, te veel capaciteit zou kosten en die capaciteit was nodig om nieuwe studies op te zetten.  Daarom is die grote studie ook nooit gepubliceerd. Zo verdwijnen veel negatieve studies van het wetenschappelijke landschap en halen alleen de positieve studies de wetenschappelijke pers.

 

Jan Keppel Hesselink, Instituut voor neuropathische pijn