Een leidraad voor professioneel handelen

Vernieuwde KNMG-Gedragscode voor artsen

primum non nocere
Lotte Schuitmaker
Veelke Derckx
Katrien Zetsma
Krista Tromp
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2023;167:D7079
Abstract

Samenvatting

De vernieuwde KNMG-Gedragscode voor artsen is een handzaam document dat past in deze tijd. Het vormt de leidraad voor het professioneel handelen van de arts en biedt steun en houvast. In dit artikel geven we onder meer antwoord op de vraag wat de status en de positionering van de gedragscode is en hoe de gedragscode zich verhoudt tot de Nederlandse artseneed. De artseneed en de gedragscode zijn twee verschillende documenten met elk een eigen status en positionering, die toch sterk met elkaar verbonden zijn. Als onderdeel van de professionele standaard is het voor iedere arts van belang om kennis te hebben van de gedragscode en deze toe te passen in de praktijk. Het is daarbij belangrijk om met elkaar in gesprek te blijven over de inhoud van de gedragscode omdat het antwoord op de vraag wanneer je handelt als een goed arts voortdurend evolueert.

Auteursinformatie

Artsenfederatie KNMG, Utrecht: MA. MSc. L. Schuitmaker, medisch ethicus; mr. dr. V. Derckx, gezondheidsjurist; mr. K. Zetsma, gezondheidsjurist; dr. K. Tromp, medisch ethicus (tevens: Erasmus MC, afd. Medische Ethiek, Filosofie en Geschiedenis van de Geneeskunde, Rotterdam).

Contact V. Derckx (v.derckx@fed.knmg.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: ICMJE-formulieren met de belangenverklaring van de auteurs zijn online beschikbaar bij dit artikel.

Auteur Belangenverstrengeling
Lotte Schuitmaker ICMJE-formulier
Veelke Derckx ICMJE-formulier
Katrien Zetsma ICMJE-formulier
Krista Tromp ICMJE-formulier
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Met de volgende woorden lanceerde de KNMG-voorzitter op 27 mei 2022 in Medisch Contact de nieuwe KNMG-gedragscode voor artsen: ‘Als beroepsgroep hebben wij, artsen, een belangrijke verantwoordelijkheid: elke patiënt moet kunnen rekenen op goede zorg. Dat vraagt om heldere normen en waarden, waar elke arts zich aan kan en wil houden. Die aansluiten bij onze drukke praktijk en een concrete invulling geven aan onze artseneed.  De vernieuwde KNMG-Gedragscode voor artsen voorziet in die behoefte en biedt dat relevante kader en de gewenste ondersteuning. Een code die gaat over de kern van ons werk anno 2022 en daarmee van groot belang is.’

In het artikel van Schuitemaker c.s. wordt een nadere toelichting gegeven op de totstandkoming en consequenties van de nieuwe gedragscode voor artsen. Modernisering blijkt geen overbodige luxe te zijn. In de loop van 2022 was er een actieve en luiduchtige groep artsen in het nieuws, die kanttekeningen plaatste bij de consensus over de bestrijding van de covid pandemie en die niet-reguliere behandelwijzen daadwerkelijk in de praktijk bracht. De IGJ trad adequaat op en beboette eind 2022 16 artsen die zich hieraan schuldig maakten. Dit was voor ons een reden om nog eens te kijken naar hoe de Leidraad voor artsen en de uit 2013 stammende Leidraad Gedragsregels niet reguliere behandelwijzen zich onderling verhielden. Opvallend was dat de Leidraad niet-reguliere behandelwijzen nergens in de nieuwe KNMG-gedragscode wordt genoemd, ook niet in het artikel van Schuitemaker. Wij hoopten dat er in de KNMG aan een aparte Leidraad niet-reguliere behandelwijzen geen behoefte meer zou worden gevoeld en dat deze nu stilzwijgend afgeschaft zou zijn. Bij navraag bleek mij echter dat dit niet het geval was. Beide leidraden blijven naast elkaar gehandhaafd.

Ik wil de verantwoordelijke auteurs van de nieuwe leidraad, omarmd door de KNMG, er op attent maken dat er een tegenstrijdigheid bestaat tussen beide Leidraden, een tegenstrijdigheid die betrekking heeft op de beoefening van niet-reguliere behandelwijzen door artsen. In de nieuwe KNMG-gedragscode is er in regel 7 sprake van een categorisch verbod op het praktiseren van behandelingen die niet in overeenstemming zijn met de professionele standaard, zoals onder meer vorm gegeven in kwaliteitsstandaarden. Dat is uitstekend geformuleerd, maar in strijd met de Leidraad niet-reguliere behandelmethoden, die weliswaar behoorlijk restrictief is, maar toch nog ruimte laat voor het toepassen van niet-reguliere behandelwijzen. Letterlijk staat daar bijvoorbeeld: de arts moet methoden van diagnostiek en behandeling, die binnen de beroepsgroep niet algemeen zijn aanvaard, afraden. Hier staat dus niet dat hij/zij zich moet onthouden van dergelijke behandelwijzen. Dit laat dus nog altijd enige ruimte om niet-reguliere behandelwijzen in de praktijk te brengen en is daarmee in tegenspraak met regel 7 van de KNMG-gedragscode voor artsen. Ik zou er bij de KNMG op willen aandringen deze contradictie te elimineren. Moeilijk hoeft dat niet te zijn: volstaan kan worden met volledige afschaffing  van de Gedragscode niet-reguliere behandelwijzen. Zij is overbodig.

Cees Renckens

Graag reageert de KNMG op de reactie van de heer Renckens op het artikel van Schuitmaker e.a. over de gedragscode voor artsen. De heer Renckens stelt in zijn reactie dat de KNMG-handreiking ‘De arts en niet-reguliere behandelwijzen’ in strijd zou zijn met de KNMG-Gedragscode, in het bijzonder kernregel 7. In deze kernregel wordt gesteld dat artsen ‘in overeenstemming dienen te handelen met de professionele standaard’. Volgens de heer Renckens zou deze kernregel een categorisch verbod op het praktiseren van niet-reguliere behandelwijzen omvatten.

De KNMG deelt deze mening niet. De toelichting bij de betreffende kernregel uit de gedragscode legt uit wat onder de professionele standaard dient te worden verstaan: ‘De professionele standaard is als zodanig geen regel, maar een ‘kapstok’, die nader is uitgewerkt in bijvoorbeeld wetten, kwaliteitsstandaarden, uitspraken van de tuchtrechter, richtlijnen, protocollen, beroepscodes, gedragsregels en handreikingen’.

De KNMG-handreiking ‘De arts en niet-reguliere behandelwijzen’ stelt dat artsen alleen onder strenge voorwaarden niet-reguliere behandelwijzen mogen toepassen. Daarmee behoort deze handreiking tot de professionele standaard van artsen die niet-reguliere behandelwijzen toepassen.

René Héman, voorzitter KNMG

Cees
renckens

Ik dank collega Heman voor zijn uitvoerige doch inhoudelijk teleurstellende reactie. Ik schreef over de zaak ook op de website van de Vereniging tegen de Kwakzalverij. Dat er zo iets wordt geaccepteerd als een 'professionele standaard voor niet regulier werkende artsen' acht ik absurd en onacceptabel. Hun handelen is immers gebaseerd op wetenschappelijk drijfzand en is niet te standaardiseren. 

Cees Renckens