Accreditaties en andere waanzin

Pieter van Eijsden
Pieter van Eijsden
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2019;163:B1639
Download PDF

artikel

De wereld is een enge plek. Mensen willen zichzelf beschermen en de buitenwereld temmen, en sommigen hebben die behoefte sterker dan anderen. Waar de een ten onder gaat aan wanorde, gaat de ander juist ten onder aan dwangmatige orde. In een optimale situatie maken de ordenende maatregelen het systeem niet star, zodat het kan reageren op verandering. Idealiter is er een productieve worsteling tussen mensen die meer orde en controle willen en zij die dat niet willen. Die worsteling ontbreekt in de zorg en dat maakt het systeem kwetsbaar.

Een voorbeeld hiervan zien we bij de accreditaties (C4400). Ze zijn duur en dwingend en ze dragen niet aantoonbaar bij aan de kwaliteit van zorg. Ze dragen wel aantoonbaar bij aan een verslechtering van de werksfeer. Maar voor de gemiddelde bestuurder, die waarschijnlijk gezegend is met een vleugje opruimwoede of controledwang, zijn ze buitengewoon aantrekkelijk. Geaccrediteerd en wel kun je er redelijk zeker van zijn dat er niet zomaar een skelet uit de kast valt en dat slaapt een stuk rustiger.

In de gentherapie is innovatie eigenlijk niet meer mogelijk binnen het huidige systeem (D4273D4267). Misschien wil de overheid wel iets wijzigen, maar het hele juridische systeem zit zo star in elkaar dat aanpassen bijna niet meer kan. Om dit te verhullen is een ‘loket’ gecreëerd, dat desondanks natuurlijk niets kan betekenen voor mensen die daar aankloppen.

Als laatste de netelige kwestie van dwangopname en dwangbehandeling (D4505). Onder de Wet Bopz hebben zich onverkwikkelijke situaties voorgedaan waarbij mensen eindeloos zijn vastgezet, terwijl deze wet op andere plaatsen juist tekortschoot. Er komen twee wetten voor in de plaats, en voor zover wij het kunnen volgen gaan die de excessen niet voorkomen, maar wel voor zoveel gedoe zorgen dat een aantal beroepsorganisaties al heeft laten weten ze niet te gaan uitvoeren.

De zorg piept en kraakt omdat ze angstig en star is geworden. Tijd voor een beetje meer durf en flexibiliteit.

Auteursinformatie

p.vaneijsden@ntvg.nl

Contact (p.vaneijsden@ntvg.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

“De zorg piept en kraakt omdat ze angstig en star is geworden” vermeldt u in het artikel.

Mijns inziens piept en kraakt de zorg (en niet alleen de zorg) alleen maar door het misbruik van een overdaad aan protocollen via algoritmes. Dit gebeurt niet alleen bij (medici) practici maar ook al in de opleidingen. Steeds meer opleidingen worden voortijdig afgebroken en/of tijdens de erop volgende praktijk verlaten ten gevolge van de overschatting van het menselijk cerebrum als it-instrument. Het gevoel van satisfactie en positiviteit vermindert; vervolgens verbaast men zich over de tekorten aan medici, verzorgenden, leraren, technici, bouwvakker e.a. specialisten. Ik vraag mij af u mijn mening kunt onderschrijven..

Dick van Hilten, gepensioneerd huisarts/trainer
Literatuur

Dagelijkse verslagen in Utrechts nieuwsblad en Telegraaf..

Lynne Namka. The Boomerang Relationship.

Y.H.Harari. 21 lessen voor de 21ste eeuw.

Pieter
van Eijsden

U relateert het werken via protocollen aan een gebrek aan voldoening in het werk. Dat zou heel goed kunnen, maar die relatie is niet meteen inzichtelijk. Ik doe een poging er iets van te maken. U refereert aan Yuval Harari die onder andere zegt dat de moderne mens een deal heeft gesloten. We ruilen betekenis in voor macht. We krijgen via wetenschap, bureaucratie en procesmatig werken, macht over de natuur en over onze gezondheid. In ruil daarvoor raken we het mystieke, intuïtieve en betekenisvolle kwijt. Als iets misgaat, is niet de vraag hoe we het een plaats geven in ons levensverhaal, maar welk proces beter ingericht moet worden om dit te voorkomen. 

Het is oprecht de vraag of dit een goede of een slechte deal is. We leven langer, gezonder en misschien wel gelukkiger, maar in ruil daarvoor is het ook voorspelbaarder, gestroomlijnder en meer afgebakend. Onze levensverhalen worden langer en gelijkvormiger en daarmee ook oninteressanter. De zorg(verlener) staat daarbij in een spagaat. Willen we een goed gesprek aan over de betekenis van lijden en dood of willen we vierdelijns chemotherapie starten. We denken dat we beide kunnen, maar daar ben ik niet zo van overtuigd. Er is tussen die boodschappen een onoplosbare spanning: "We moeten lijden en dood accepteren en een betekenisvolle plaats geven in ons leven" versus "We kunnen van alles en hebben misschien nog wel iets voor u". Die tweede optie prevaleert en gaat gepaard met een complex multidisciplinair protocol, controles, afspraken, waarin het zorgen naar de achtergrond verdwijnt. Dat is voor veel zorgverleners niet waarom ze dit werk zijn gaan doen.

Pieter van Eijsden, adjunct hoofdredacteur / neurochirurg