Initiatieven tot verhoogde doelmatigheid van de dermatologische patiëntenzorg

Klinische praktijk
P.C.M. van de Kerkhof
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:1873-6
Abstract

Samenvatting

- De afgelopen 10 jaar is het takenpakket van de dermatoloog aanzienlijk uitgebreid. Besproken worden mogelijkheden om de doelmatigheid van de dermatologische patiëntenzorg te vergroten en een capaciteitsprobleem te voorkomen.

- In een Brits experiment bleek dat, voor de top 10 van huidaandoeningen, de toegankelijkheid van huisartsen met speciale expertise in dermatologie beter was dan van de polikliniek Dermatologie en dat de wachttijd bij de huisartsen aanzienlijk korter was. Wel was de zorg door deze huisartsen duurder. Voor deze huidaandoeningen waren de uitkomstmaten in termen van ziektespecifieke kwaliteit van leven vergelijkbaar. Het onderzoek laat geen uitspraak toe over de feitelijke diagnostische vaardigheden van de gespecialiseerde huisartsen.

- Teledermatologie kan het aantal verwijzingen naar de dermatoloog met de helft reduceren. Echter, voor een aanzienlijk percentage van de teledermatologische consultaties wordt een andere diagnose gesteld dan bij een gebruikelijke ‘in vivo’-consultatie. Voor de follow-up van patiënten met ulcus cruris kan teledermatologie een belangrijke mogelijkheid zijn.

- Dermatologische zorg kan doelmatiger worden door in teams te gaan werken. Dermatologische verpleegkundigen kunnen worden opgeleid en eigen spreekuren houden, onder supervisie van de dermatoloog. Ook kan dermatologische zorg worden georganiseerd in regionale samenwerkingsverbanden met huisarten, waarbinnen de opleiding van huisartsen met speciale expertise in dermatologie en teledermatologie belangrijke innovaties zijn.

Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:1873-6

Auteursinformatie

Universitair Medisch Centrum St Radboud, afd. Dermatologie, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen.

Hr.prof.dr.P.C.M.van de Kerkhof, dermatoloog.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Groningen, september 2006,

Collega Van de Kerkhof bespreekt in zijn artikel (2006:1873-6) de teledermatologie. Hij beschrijft onder andere dat bij een door ons verricht onderzoek standaard twee digitale opnamen van de patiënt worden gemaakt. In ons artikel wordt echter duidelijk vermeld dat er tenminste drie opnamen werden gemaakt, namelijk een overzichtsfoto en twee detailfoto’s uit twee richtingen.1

Van de Kerkhof citeert het artikel van Mahendran et al.2, waarin een lage concordantie wordt genoemd tussen teledermatologische diagnose en ‘live’-diagnose. Recente grotere onderzoekingen gaven voor oncologische problematiek een overeenstemming van ruim 90%.3 4 De gouden standaard voor dermatologen bestaat niet.5 Het is daarom gebruikelijk om de interobserverovereenstemming te vermelden,6 hetgeen Van de Kerkhof nalaat. Deze bedroeg 92% in het onderzoek van Whited et al.7 Als we de intraobserverovereenstemming vergelijken met de waarden van Pak et al.,3 namelijk 90,6%, dan zien wij een vergelijkbare concordantie.

De opmerkingen over het dermatologisch onderzoek worden niet cijfermatig onderbouwd. Bij gebruikmaking van een korte film, via een digitale camera of webcam, kan de overeenstemming tussen een teledermatologische diagnose en een live-diagnose toenemen.8 Van de Kerkhof wijkt in zijn caput af van de Nederlandse richtlijnen, gepubliceerd in het Nederlands Tijdschrift voor Dermatologie en Venereologie,9 en schetst een onvolledig beeld van de mogelijkheden van teledermatologische consultatie. Deze vorm van consultatie kan wel degelijk en in toenemende mate worden toegepast bij diagnostiek en behandeling en niet alleen als voortgangscontrole bij een reeds gestelde diagnose.

A. Knol
R.J. Damstra
Th.W. van den Akker
J. de Haan
Literatuur
  1. Knol A, Damstra RJ, Akker ThW van den, Haan J de. Teledermatologische consultatie. [LITREF JAARGANG="2004" PAGINA="314-8"]Ned Tijdschr Geneeskd. 2004;148:314-8.[/LITREF]

  2. Mahendran R, Goodfield MJD, Sheehan-Dare RA. An evaluation of the role of a store-and-forward teledermatology system in skin cancer diagnosis and management. Clin Exp Dermatol. 2005;30:209-14.

  3. Pak HS, Harden D, Cruess D, Welch ML, Poropatich R. Teledermatogy: an intraobserver diagnostic correlation study, part I. National Capital Area Teledermatology Consortium. Cutis. 2003;71:399-403.

  4. Moreno-Ramirez, Ferrandiz L, Bernal AP, Duran RC, Martin JJ, Camacho F. Teledermatology as a filtering system in pigmented lesion clinics. J Telemed Telecare. 2005;11:298-303.

  5. Pak HS, Harden D, Cruess D, Welch ML, Poropatich R. Teledermatogy: an intraobserver diagnostic correlation study, part II. National Capital Area Teledermatology Consortium. Cutis. 2003;71:476-80.

  6. Salmhofer W, Hofmann-Wellenhof R, Gabler G, Rieger-Engelbogen K, Gunegger D, Binder B, et al. Wound teleconsultation in patients with chronic leg ulcers. Dermatology. 2005;210:211-7.

  7. Whited JD, Hall RP, Simel DL, Foy ME, Stechuchak KM, Drugge RJ, et al. Reliability and accuracy of dermatologists’ clinic-based and digital image consultations. J Am Acad Dermatol. 1999;41(5 Pt 1):693-702.

  8. Baba M, Seckin D, Kapdagli S. A comparison of teledermatology using store-and-forward methodology alone, and in combination with web camera videoconferencing. J Telemed Telecare. 2005;11:354-60.

  9. Damstra RJ, Akker ThW van den. Werkboek teledermatologische consultatie. Nederlands Tijdschrift voor Dermatologie en Venereologie. 2002;12:379-85.

P.C.M.
van de Kerkhof

Nijmegen, september 2006,

Collega’s Knol et al. wijzen erop dat teledermatologische consultatie in toenemende mate toepasbaar is voor diagnostiek en behandeling. Echter, op dit moment zijn er onvoldoende argumenten om te mogen concluderen dat de teledermatologische consultatie de ‘face to face’-consultatie kan vervangen zonder in te leveren op de kwaliteit van de diagnostiek. Natuurlijk is het zo dat de interobserveranalyse waar zij over spreken, steun geeft aan de mogelijke validiteit van teledermatologie bij de diagnostiek van huidaandoeningen. Maar voordat teledermatologie gepositioneerd kan worden als regulier onderdeel in de diagnostiek van huidaandoeningen, dient vastgesteld te worden dat het aantal gemiste aandoeningen bij teledermatologie niet groter is dan het aantal gemiste aandoeningen bij het face-to-facecontact met de dermatoloog. In het door Knol et al. geciteerde onderzoek van Pak et al. bleek dat teledermatologie een ‘lower diagnostic certainty level’ had.1 Ik blijf dan ook van mening dat ‘een nadere analyse is aangewezen voor plaatsbepaling van teledermatologie in Nederland’.

P.C.M. van de Kerkhof
Literatuur
  1. Pak HS, Harden D, Cruess D, Welch ML, Poropatich R. Teledermatogy: an intraobserver diagnostic correlation study, part II. National Capital Area Teledermatology Consortium. Cutis. 2003;71:476-80.