Mondiale milieuveranderingen en volksgezondheid

Perspectief
J.P. Mackenbach
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:1788-93
Abstract

Samenvatting

De laatste jaren is het besef gegroeid dat er door toedoen van de mens op de aarde grootschalige milieuveranderingen plaatsgrijpen die risico’s voor de volksgezondheid met zich meebrengen. De belangrijkste zijn veranderingen in het klimaat en andere aspecten van de atmosfeer, in landgebruik en bodemerosie, in gebruik en verontreiniging van zoet water en in soortenrijkdom (biodiversiteit). In gangbare schattingen van de volksgezondheidseffecten van milieuproblemen in Nederland hebben noch de huidige effecten die zich buiten de Nederlandse landsgrenzen voordoen, noch de effecten die zich in de toekomst binnen Nederland kunnen voordoen, een plaats. Het zou onverantwoord zijn ons door deze schattingen te laten geruststellen. De gezondheidszorg is medeverantwoordelijk voor een adequate respons op deze mondiale milieuveranderingen, niet alleen omdat ook de gezondheidszorg zelf een bijdrage aan deze milieuschade levert, maar ook omdat het medische en gezondheidswetenschappelijk onderzoek kan helpen meer inzicht te krijgen in deze gezondheidsbedreigingen en in mogelijke tegenmaatregelen.

Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:1788-93

Auteursinformatie

Erasmus MC, afd. Maatschappelijke Gezondheidszorg, Postbus 2040, 3000 CA Rotterdam.

Contact Hr.prof.dr.J.P.Mackenbach, sociaal geneeskundige en epidemioloog (j.mackenbach@erasmusmc.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

J.C.J.
de Man

Heiloo, september 2006,

Met belangstelling en ook met enige verbazing heb ik in de rubriek ‘Arts en samenleving’ het artikel van collega Mackenbach gelezen (2006:1788-93).

Als Mackenbach constateert dat de schattingen in de ‘Volksgezondheidtoekomstverkenningen’ (VTV’s) van het RIVM ‘geen goede indruk geven van de gezondheidsdreiging die van milieuproblemen uitgaat’, dan is dat eigenlijk oud nieuws. Een decennium geleden schreef ik dat, naast ‘de meest directe effecten’ van het broeikaseffect, de langzamere ‘minder directe effecten’ voor ‘sociaaleconomische ontwrichting door milieuachteruitgang’ en voor ‘druk op de voedselproductie’ zouden kunnen zorgen met weer onzekerheid over de ‘oude’ gezondheidsdeterminanten voeding en hygiëne.1 Vandaar de oproep om, ‘in de tweede VTV tot een completer determinanten-verhaal te komen, waarin verder vooruit gekeken wordt dan 2015 en verder terug dan 1950 . . .’, met daarbij de kanttekening dat zo’n VTV ‘een krachtige impuls om het veel te grote milieugebruiksruimtebeslag van de zorg te verminderen’ zou kunnen betekenen. Dat kwam toen op hetzelfde neer als zijn pleidooi voor verkleining van de ecologische voetafdruk nu.

Deze oproep werd herhaald,2 maar had geen resultaat. Dat leidde tot ongezouten kritiek op die tweede VTV: ‘Verkenningsleemte, niet verkend zijn de mogelijke gevolgen van het broeikaseffect . . .’, waardoor verbetering van preventie ‘niet veel verder komt dan het bekende rijtje van gvo tot screening plus obligate opmerkingen over andere beleidssectoren . . .’. En in de vorm van een fictief ‘hygiënisch reveil’ werd een concrete visie gegeven op wat preventie dan wél in zou kunnen houden.3 De oplopende kritiek kreeg een vervolg met, in navolging van Leenen,4 het algemene verwijt van ‘vergaande verkeuteling’.5

Tenslotte wil ik erop wijzen dat de ministers van de Europese Unie in 1999 een inspanningsverplichting zijn aangegaan om de doelstellingen van het WHO Charter on Transport, Environment and Health te realiseren, met wél aandacht voor de mogelijke impact van de klimaatkwestie en met passende maatregelen voor het in de WHO-Euroregio zo langzamerhand grootste volksgezondheidsprobleem, dat van de mobiliteit (www.euro.who.int/document/peh-ehp/charter_transporte.pdf). Echter, de implementatie van deze WHO-verklaring verloopt hier te lande problematisch (J.C.J.de Man. Preventie moet weer causaal worden; www.phforum.nl, doorklikken op achtereenvolgens ‘columns’, ‘column Margriet de Jager-Stegeman’ en ‘reacties’).6

Waar ik nu verbaasd over ben, is dat Mackenbach in zijn artikel blijkbaar achter deze feiten aanloopt, al is het verheugend dat hij de kritiek op de kortzichtigheid van de VTV’s deelt.

J.C.J. de Man
Literatuur
  1. Man JCJ de. Duurzame ontwikkeling en de betekenis voor milieu, gezondheid en gezondheidszorg. TSG. 1996;74:357-61.

  2. Man JCJ de. Duurzame ontwikkeling: de reacties. TSG. 1996;74:420-1.

  3. Man JCJ de. Hygiënisch reveil: visie of fictie? TSG. 1998;76:105-7.

  4. Leenen HJ. Problemen op weg naar gezondheidspolitiek en een pleidooi voor sociale geneeskunde. TSG. 1987;65:40-4.

  5. Man JCJ de. Duurzame ontwikkeling na Johannesburg. TSG. 2002;80:480-1.

  6. Man JCJ de. Preventie moet weer causaal worden. Implementatie WHO Charter on Transport Environment and Health dringend geboden. Med Contact. [ter perse].