Onbegrepen vage buikklachten bij volwassenen: bij vermoeden van een invaginatie CT verrichten

Klinische praktijk
J.M.L.G. Gehlen
C.L.H. van Berlo
F. van der Horst
P.H.A. Nijhuis
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2003;147:681-5
Abstract

Dames en Heren,

Een invaginatie ontstaat waarschijnlijk doordat een proximaal deel van de darm contraheert en invagineert in het direct distaal gelegen gedeelte dat relaxeert. Elke darmafwijking die het normale peristaltische patroon verandert, verhoogt de kans op een invaginatie. Door de invaginatie ontstaat een darmobstructie. Het optreden van oedeem en vasculaire ischemie kan leiden tot necrose en gangreen.1 Een invaginatie wordt met name gezien bij kinderen; bij volwassenen komt deze aandoening slechts sporadisch voor.

In deze klinische les bespreken wij 2 volwassen patiënten die onderzocht werden in verband met onbegrepen buikklachten, die bleken te berusten op een invaginatie. De diagnose werd gesteld op grond van de CT-scan. Bij beide patiënten werd een laparotomie verricht en vond er een resectie plaats van het aangedane darmsegment.

Patiënt A, een 74-jarige vrouw, werd door de huisarts verwezen met vage buikklachten. Dertig jaar eerder had patiënte een Billroth-II-maagresectie ondergaan in verband met ulcuslijden…

Auteursinformatie

VieCuri Medisch Centrum voor Noord-Limburg.

Afd. Chirurgie: mw.J.M.L.G.Gehlen, assistent-geneeskundige (thans: Academisch Ziekenhuis, afd. Chirurgie, Postbus 5800, 6202 AZ Maastricht); dr.C.L.H.van Berlo en dr.P.H.A.Nijhuis, chirurgen-oncologen.

Afd. Radiologie: F.van der Horst, radioloog.

Contact mw.J.M.L.G.Gehlen

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

N.A.M.
van Ooteghem

Utrecht, april 2003,

Gehlen et al. melden dat bij de twee patiënten (op de Eerste Hulp?) de titer van carcino-embryonaal antigeen (CEA) werd bepaald (2003:681-5). Na laparotomie was er bij patiënt A een coecumcarcinoom als veroorzaker van de invaginatie en bij patiënt B bleek sprake van een plasmacytoom. CEA is te weinig sensitief en specifiek om te dienen als diagnosticum en had onzes inziens dan ook bij beide patiënten in deze fase van het onderzoek niet bepaald moeten worden.1

N.A.M. van Ooteghem
Y.C.A. Keulemans
Literatuur
  1. Duffy MJ, Dalen A van, Haglund C, Hansson L, Klapdor R, Lamerz R, et al. Clinical utility of biochemical markers in colorectal cancer. European Group on Tumour Markers (EGTM) guidelines. Eur J Cancer 2003;39:718-27.

Maastricht, mei 2003,

Collega's Van Ooteghem en Keulemans vrezen dat wij standaard CEA-bepalingen verrichten bij patiënten met buikklachten. Zij halen daarbij onderzoek aan van Duffy et al. en wijzen op de lage sensitiviteit en specificiteit van de CEA-bepaling in de diagnostische fase.1 Hoewel ons artikel niet gaat over CEA-bepalingen, motiveren wij het preoperatief bepalen van CEA bij deze twee patiënten graag met verwijzing naar hetzelfde artikel. Bij invaginatie bij volwassenen is als oorzaak een maligniteit waarschijnlijk. Dat is reden voor oncologisch geschoolde chirurgen preoperatief (in dit geval bij de acute opname) uitgangswaarden te bepalen om later zinnig met of zonder CEA-bepalingen de patiënt te kunnen vervolgen. Dit laat onverlet dat de CEA-bepaling een onderwerp van discussie kan blijven.

J.M.L.G. Gehlen
C.L.H. van Berlo
P.H.A. Nijhuis
Literatuur
  1. Duffy MJ, Dalen A van, Haglund C, Hansson L, Klapdor R, Lamerz R, et al. Clinical utility of biochemical markers in colorectal cancer. European Group on Tumour Markers (EGTM) guidelines. Eur J Cancer 2003;39:718-27.