Medisch onderwijs van morgen: een blik in de (naaste) toekomst

Perspectief
L.N. Bouman
J.C.M. Metz
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1997;141:2575-9
Abstract

Samenvatting

Onderwijsvernieuwing is een belangrijk onderwerp in de Nederlandse medische faculteiten. In 1992 en in 1997 werden openbare visitatierapporten uitgebracht en in 1994 een ‘Raamplan’ waarin gemeenschappelijke opleidingseisen (eindtermen) werden vastgelegd. Reorganisatie van de co-assistentschappen is een belangrijke consequentie. Daarbij kan men denken aan een begin van de co-assistentschappen reeds in het 3e en 4e jaar, aan minder maar langere co-assistentschappen en aan stageoverstijgend onderwijs (met elementen uit meer dan één discipline). Andere aandachtspunten zijn de achtergebleven professionalisering van de medische docenten, het bureaucratisch kader waarin het onderwijs plaatsvindt en de noodzaak van onderzoek van het onderwijs. Voor het beroepsbeeld van de aankomende arts moet worden gewezen op de internationale trend naar meer aandacht voor preventie en kostenbeheersing, naast de traditionele curatieve taak voor de arts. Zes overwegingen bij de curriculumvernieuwing zijn: de wenselijkheid van een basisfilosofie (per faculteit), het geven van prioriteit aan het proces van medisch probleemoplossen boven dat van kennis- en informatieverwerving, de wens van toenemende praktijkoriëntatie, de noodzaak van een geïntegreerde benadering van het onderwijs (vanuit de eindtermen de onderwijselementen concipiëren, in plaats van andersom), de ontwikkeling van een professionele attitude, en de realisatie van een meester-gezelrelatie in de opleiding.

Auteursinformatie

Universiteit van Amsterdam, faculteit der Geneeskunde, vakgroep Fysiologie, Amsterdam.

Prof.dr.L.N.Bouman, fysioloog.

Katholieke Universiteit, faculteit der Medische Wetenschappen, Klinisch Trainingscentrum, Nijmegen.

Prof.dr.J.C.M.Metz, medisch onderwijskundige.

Contact prof.dr.L.N.Bouman, In de Korenmolen 17, 1115 GN Duivendrecht

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Maastricht, december 1997,

Terecht stellen de collegae Bouman en Metz in hun artikel de wenselijkheid van een basisfilosofie en van probleemoplossend onderwijs aan de orde (1997:2575-9). Daarbij vermelden zij dat de faculteiten te Groningen en Nijmegen recentelijk overgestapt zijn naar dergelijk probleemgeoriënteerd onderwijs.

Het zou de auteurs gesierd hebben en het zou bovendien getuigd hebben van historisch besef als zij ook vermeld hadden dat de medische faculteit Maastricht deze onderwijsmethode al bij het begin, 24 jaar geleden, in haar filosofie heeft opgenomen. Na vele jaren afkeuring van deze basisfilosofie door alle overige medische faculteiten in Nederland zijn onder meer de twee genoemde faculteiten nu uiteindelijk ook overgegaan op dit onderwijssysteem; zij volgen daarmee na meer dan twintig jaar het Maastrichtse voorbeeld.

F. Hendrikse

Duivendrecht, januari 1998,

De felle reactie van collega Hendrikse op ons overzicht van verwachte ontwikkelingen in het medisch onderwijs heeft ons in meer dan één opzicht verbaasd. In de eerste plaats verwondert het ons dat er blijkbaar in Maastricht nog twijfel bestaat over de landelijke waardering voor de eigen voortrekkersrol. Wij kunnen Hendrikse de verzekering geven dat al wie in Nederland enigermate geïnteresseerd is in de achtergronden van het medisch onderwijs volledig overtuigd is van deze rol en van het gewicht dat de universiteit van Maastricht zich daardoor in het medisch onderwijs heeft gegeven.

Een tweede reden voor onze verwondering is dat Hendrikse ons stuk verkeerd heeft geïnterpreteerd. Het ging over bestaande faculteiten die het roer thans drastisch omgooien, waarin naar ons gevoel een trend wordt gezet die zich mogelijk zal voortzetten in andere, nu nog traditioneel onderwijzende faculteiten. Dit is een wezenlijk andere situatie dan in Maastricht, waar het ging om een gloednieuwe faculteit.

Tenslotte nog iets over ons historisch besef. In de inleiding tot de serie waarvan het gewraakte artikel het slot vormt, schreven wij (al in 1994): ‘Een 2e internationale organisatie is het netwerk van “community-oriented” faculteiten (faculteiten die artsen primair opleiden voor functies in de eerste lijn), waarvan bij ons de Maastrichtse faculteit deel uitmaakt, met een meer op de praktijk van de gezondheidszorg gericht curriculum waarin zogenaamd probleemoplossend leren een hoofdrol vervult’.1 In het kort daarna in de serie verschenen artikel van één van ons (L.N.B.) over blokonderwijs is te lezen: ‘Kort na het Nijmeegse initiatief (voor geïntegreerd onderwijs, L.N.B.) startte de medische faculteit te Maastricht met een onderwijssysteem dat door zijn oriëntatie op probleemoplossend leren veel verder gaat in integratie dan met een traditioneel curriculum kan worden bereikt. Het veelvuldig gebruik van door studenten in werkgroepen op te lossen klinische vraagstellingen maakt daar een integratieve benadering vanzelfsprekend’.2 Naar deze beide artikelen hebben wij in ons laatste artikel verwezen.

L.N. Bouman
J.C.M. Metz
Literatuur
  1. Metz JCM, Bouman LN. Artikelenreeks over actuele ontwikkelingen in het medisch onderwijs. [LITREF JAARGANG="1994" PAGINA="1014-7"]Ned Tijdschr Geneeskd 1994;138:1014-7.[/LITREF]

  2. Bouman LN. Integratie in het medisch onderwijs: middel of mode? [LITREF JAARGANG="1994" PAGINA="1083-7"]Ned Tijdschr Geneeskd 1994;138:1083-7.[/LITREF]