Het restless legs-syndroom

Klinische praktijk
J.G. van Dijk
J.F.V. Caekebeke
R.A.C. Roos
H.A.C. Kamphuisen
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1990;134:221-3

In de ‘Diagnostic classification of sleep and arousal disorders’ wordt het ‘restless legs’-syndroom (RLS) beschreven als ‘buitengewoon onaangename diep in de kuiten gelokaliseerde sensaties, die zich voordoen bij zitten of liggen. Deze dysesthesieën zijn zelden pijnlijk, maar komen met een uiterst hinderlijke hardnekkigheid voor en veroorzaken een bijna onweerstaanbare drang om de benen te bewegen, zodat zij de slaap verstoren’.1

RLS wordt meestal beschouwd als een onschuldig fenomeen dat weinig specifieke aandacht vereist. De klachten kunnen op elke leeftijd beginnen en tonen een wisselvallig beloop met remissies en exacerbaties.234 Ekbom constateerde dat 5 van 500 overigens gezonde personen leed aan RLS.2 Op oudere leeftijd komt RLS vaak voor: bij 15 van de 83 patiënten ouder dan 65 jaar die verwezen waren wegens slaapstoornis, werd RLS als primaire diagnose gesteld. Binnen deze leeftijdsgroep kwam alleen slaapapnoe vaker als primaire diagnose voor;5 bij jongere patiënten komt…

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, afd. Klinische Neurofysiologie, Postbus 9600, 2300 RC Leiden.

J.G.van Dijk en prof.dr.H.A.C.Kamphuisen, klinisch neurofysiologen; J.F.V.Caekebeke en dr.R.A.C.Roos, neurologen.

Contact J.G.van Dijk

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Kaatsheuvel, februari 1990,

Met belangstelling heb ik kennis genomen van het artikel van Van Dijk et al. (1990;221-3). Als huisarts adviseer ik mijn patiënten met restless legs-syndroom (RLS) als eerste behandeling een eenvoudige rekoefening: staan op armafstand van een muur, beide handen tegen de muur en één voet naar achter met de hiel op de grond. Krachtig duwen tegen de muur gedurende tien tellen, dan wisselen van been en herhalen tot beide benen tienmaal aan de beurt zijn geweest. Deze oefening doen vóór en na de nacht.

Vermoedelijk is deze methode niet wetenschappelijk onderzocht. De methode is echter eenvoudig, niet onlogisch, kent een minimum aan bijwerkingen en geeft de patiënt het initiatief terug. Vele patiënten kunnen ermee uit de voeten en besparen zichzelf medicatie. Overigens heb ik de indruk dat RLS nogal eens optreedt als bijwerking van m.n. kalium-uitdrijvende diuretica. Met wisselen van diureticum, of indien mogelijk stoppen ervan, heb ik ook enige malen succes gehad.

J. Ongering

Leiden, februari 1990,

Veel lijders aan het restless legs-syndroom (RLS) voelen zich van medische zijde enigszins in de steek gelaten, en ontwikkelen hun eigen theorieën ter verklaring van de klachten en strategieën om hun klachten in ernst te doen afnemen. De genomen maatregelen variëren van intensieve sportbeoefening tot langdurige rust, en van blootsvoets in de sneeuw lopen tot het nemen van een zeer heet bad voor het slapen gaan. Een gemeenschappelijk element is in deze pogingen niet aanwijsbaar, en een gunstig effect treedt ook vaak niet op.

Vermoedelijk geldt dit eveneens voor de door collega Ongering genoemde methode, die inderdaad niet wetenschappelijk onderzocht is. Overigens is het eventuele werkingsmechanisme van ook deze methode niet duidelijk. Zij wijst enigszins op een verband met nachtelijke krampen, maar er is geen enkele aanwijzing dat een dergelijk verband daadwerkelijk bestaat. Eigen nog niet gepubliceerd onderzoek toonde aan dat slechts bij enkele van 59 gedurende 8 weken dagelijks gevolgde patiënten met RLS krampen optraden, en dat slechts in enkele nachten.

Behalve de in het artikel genoemde geneesmiddelen zijn mij geen aangetoond effectieve behandelingen van RLS bekend. Nader onderzoek naar de pathofysiologie zal op langere termijn wellicht een meer doelgerichte farmacotherapie opleveren; in de tussentijd kan met de in het artikel genoemde geneesmiddelen veelal een nuttig effect bereikt worden.

J.G. van Dijk
J.F.V. Caekebeke
R.A.C. Roos
H.A.C. Kamphuisen