Bibliotherapie: 'Lezen helpt genezen'

Klinische praktijk
G.J. Bremer
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1987;131:2396-9

‘k Nam een boek: ik ging wat lezen: En ik voelde minder pijn.

Hiëronymus van Alphen (1746-1803)1

Hoewel er van het begrip bibliotherapie meerdere definities bestaan, is de meest gangbare ‘het gebruik van geselecteerde lectuur als therapeutisch hulpmiddel bij medische en psychiatrische behandeling’ en ook... ‘begeleiding bij het oplossen van persoonlijke problemen door gericht lezen’. De tweede definitie stamt uit 1961 en is ontleend aan Websters ‘Third New International Dictionary.23

Geschiedenis

De term bibliotherapie is in 1916 voor het eerst gebruikt,2 maar de methode is al zeer oud. Wie over het onderwerp leest, ontdekt dat gedrukte teksten al zeer lang door dokters gebruikt worden om patiënten te behandelen in de zin van voorlichten, steunen, troosten. Sommige vormen behoren echter, in onze streken althans, volstrekt tot het verleden. Zo schreef en illustreerde in 1845 de Duitse huisarts Heinrich Hoffmann (1809-1894) een geestig didactisch boekje op rijm voor…

Auteursinformatie

Rijksuniversiteit, Instituut voor Huisartsgeneeskunde, Ant. Deusinglaan 4, 9713 AW Groningen.

Prof.dr.G.J.Bremer, huisarts.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

J.L.M.
van der Beek

Eindhoven, januari 1988,

In het boeiende artikel van collega Bremer wordt een lans gebroken voor deze behandelingsmethode (1987;2396-9). In mijn eigen praktijk gebruik ik reeds jaren diverse boeken die soms door de aanbiedingen in mijn brievenbus geselecteerd zijn en die mij soms aanbevolen zijn door mijn psychiatrische patiënten. Bibliotherapie komt vooral in aanmerking bij chronisch somatische en psychische ziekten, waarbij het zowel een functie heeft in de voorlichting van de patiënt als van zijn familie.

Bezwaren heb ik tegen de opmerking dat bibliotherapie bij uitstek een behandelingsmethode is die toegepast kan worden in de huisartsenpraktijk. Ook in het algemeen ziekenhuis begint het nut van een patiëntenvoorlichtingsbibliotheek zich duidelijk te bewijzen. Anderhalf jaar terug begonnen wij in het St. Joseph Ziekenhuis te Eindhoven met het opzetten van een dergelijke bibliotheek. Boeken worden enerzijds aangereikt vanuit de patiëntenvoorlichtingscommissie van ons ziekenhuis, anderzijds vanuit het betreffende specialisme. Indien het betreffende boek aanvaardbaar is, d.w.z. dat de informatie juist is en op een duidelijke en heldere wijze is weergegeven, wordt het opgenomen in de patiëntenvoorlichtingsbibliotheek. In de beoordeling van de boeken zijn medewerkers van diverse disciplines betrokken, zoals medici, paramedici, verpleegkundigen en een voorlichtingskundige. Ieder specialisme beschikt thans over een lijstje van boeken voor zover ze betrekking hebben op het eigen specialisme. De patiënt kan op eigen initiatief komen dan wel zijn verwezen door zijn specialist. Hij betaalt ƒ 10,- statiegeld voor de periode dat hij het boek leent en deze regeling blijkt nauwelijks op bezwaren te stuiten. Bij het meer bekend worden van een dergelijke mogelijkheid blijkt ons dat er in toenemende mate gebruik van wordt gemaakt.

Het komt ons voor dat een vaste ‘bibliotherapeut’ in een ziekenhuis op dit moment in Nederland onhaalbaar is. Het uitlenen in ons ziekenhuis gebeurt door een verpleegkundige, die ook andere taken in ons voorlichtingscentrum op zich neemt, zoals het uitgeven van folders, het vertonen van patiëntenvoorlichtingsfilms, het helpen van hulpverleners aan materiaal, etc. De opmerking: ‘voorlopig is het in Nederland nog niet zo ver’ is, in elk geval wat ons ziekenhuis betreft, en voor zover we ook iets weten van andere plaatsen, duidelijk onjuist.

J.L.M. van der Beek

Groningen, januari 1988,

Naar aanleiding van mijn artikel heb ik enkele reacties ontvangen. Collega F.Boer, kinderpsychiater in Oegstgeest, attendeerde mij op het bestaan van een instantie in Santa Monica, Californië, die onder andere een lijst uitgeeft met de titels van 46 bibliografieën van alleen boeken en boekjes voor kinderen, geclassificeerd naar even zovele onderwerpen. In het desbetreffende voorlichtingsblad staat dat het gaat om ‘... the books you need to encourage disabled children to read about others who have had similar experiences coping with medical treatment, rehabilitation and re-entry to school and family after hospitalization. Able-bodied children can also become more sensitized to disabled friends, relatives or classmates’ (Pediatric Projects Inc., P.O. Box 1880, Santa Monica, CA 90406, USA).

Collega Van der Beek heeft gelijk: ook in de psychiatrische praktijk kan vaak goed gebruik gemaakt worden van bibliotherapie. Psychiaters hebben op dit terrein ook vroeger een belangrijke rol gespeeld. Ik heb dit ook in mijn bijdrage vermeld. Collega Van der Beek vertelt hoe het toegaat in het St. Joseph Ziekenhuis in Eindhoven. Volgens de definitie wordt daar dus inderdaad bibliotherapie bedreven. Toen ik schreef dat het voorlopig in Nederland nog niet zover is, bedoelde ik te zeggen dat er in Nederland nog geen bibliotherapeuten bestaan, mensen met een speciale opleiding die in ziekenhuizen een patiëntenbibliotheek beheren. In het buitenland is dat hier en daar wel het geval. Zoals ik ook opmerkte, vindt men in Nederland nauwelijks literatuur over bibliotherapie. In het register van dit tijdschrift komt het woord, ook ver voor de tweede wereldoorlog, niet voor, terwijl het in 1916 toch voor het eerst gebruikt is. Ook in mijn ‘Pinkhof’ (1963) staat het woord niet. Daaruit blijkt toch wel dat deze ‘therapie’ in Nederland weinig expliciet toegepast wordt.

Ten slotte nog een opmerking: mevrouw A.Werkman-Kuiper, de voorzitter van de boekendames in het Academisch Ziekenhuis in Groningen, vertelde mij dat opgenomen patiënten tegenwoordig minder lezen dan vroeger. Zij veronderstelde dat dit komt omdat de gemiddelde opnameduur korter is geworden, maar ook dat de tegenwoordige patiënt het nogal druk heeft in het ziekenhuis omdat hij of zij voortdurend onderzocht, geprikt, enzovoort, moet worden.

G.J. Bremer