Minder advance care planning bij dementie en orgaanfalen

Illustratie van route die mensen bewandelen
Lorette Harbers

Huisartsen voeren minder vaak gesprekken over toekomstige zorg met mensen met dementie of orgaanfalen dan met kankerpatiënten. Dat blijkt uit Nederlands onderzoek.In richtlijnen is het advies aan zorgverleners om bij patiënten met een chronisch-progressieve ziekte de wensen en voorkeuren rond toekomstige behandeling en zorg tijdig te bespreken – advance care…

Dit artikel is gepubliceerd in het dossier
Huisartsgeneeskunde
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Ankie
Suntjens

Deze resultaten komen grotendeels overeen met ons eerdere dossieronderzoek (Bekker et al. 2022) in de Nederlandse huisartsenpraktijk, in een overlappende periode (2003-2016). In een veel kleiner sample (n=150) keken wij retrospectief naar alle notities in de laatste 2 jaar voor overlijden, en de herkenning van ACP-items hierin. Ook vergeleken we verschillende groepen: patiënten met kanker, gevorderd orgaanfalen en multimorbiditeit (na exclusie van dementie). Ook wij vonden dat ACP duidelijk vaker en uitgebreider aan bod kwam bij patiënten met kanker, dan bij orgaanfalen of andere chronische ziekten.
Wel vonden wij veel hogere percentages waarbij er iets van ACP was gedocumenteerd door de huisarts: 65% in totaal (84% bij kanker, 57% bij orgaanfalen, 42% bij multimorbiditeit). We zagen dat deze notities vaak niet gekoppeld waren aan de ICPC-codes A28/A50. De 4.8% op basis van deze ICPC-codes in dit artikel lijkt dus (gelukkig) een forse onderschatting. 
De vraag is wel: zijn deze notities dan goed terug te vinden en over te dragen, voor continuïteit van zorg? Ook vonden wij dat de inhoud van ACP (documentatie) nog vaak beperkt was. De conclusie dat er ruimte is voor verbetering, zeker voor patiënten met chronische aandoeningen, komt dus overeen. 

Ten opzicht van 2016 is hier wel al veel meer aandacht voor! En vooral het faciliteren van huisartsen (in het HIS) en de samenwerking tussen de 1e en 2e lijn zijn hierin belangrijk.