Wat kunt u doen om … niet beïnvloed te worden?

Een hand die vanuit een brievenbus pillen aanbiedt
Dubbelpublicatie
Abstract
Marloes Dankers
Peeter W.J. Verlegh
Karla Weber
H.J.M.G. (Marjorie) Nelissen-Vrancken
Liset van Dijk
Aukje K. Mantel-Teeuwisse
Download PDF

Samenvatting

Doel

Vaststellen welke beïnvloedingsstrategieën aanwezig zijn in papieren marketingmaterialen over geneesmiddelen gericht aan huisartsen.

Opzet

Observationele studie.

Methode

In twintig Nederlandse huisartsenpraktijken werd gedurende één maand alle post vanuit de farmaceutische industrie bewaard. Deze materialen zijn door onderzoekers met een achtergrond in farmacie en marketing beoordeeld op de aanwezigheid van de zeven beïnvloedingsstrategieën volgens Cialdini. Ook registreerden de onderzoekers welke geneesmiddelen werden gepromoot in de materialen.

Resultaten

De huisartsen verzamelden 68 unieke marketingmaterialen. Daarin werden 37 verschillende geneesmiddelen gepromoot (mediane introductiejaar geneesmiddel: 2012; spreiding: 1966-2022). Factor Xa-remmers, glucagonachtig-peptide-1-agonisten en natrium-glucose-cotransporter-2-remmers waren de meest gemarkete middelen. Alle zeven beïnvloedingsstrategieën van Cialdini kwamen voor: ‘sympathie of gunnen’ (65%), ‘autoriteit’ (29%), ‘sociaal bewijs’ (18%), ‘eenheid’ (15%), ‘schaarste’ (13%), ‘wederkerigheid’ (12%) en ‘consistentie of commitment’ (3%). ‘Emotionele druk’ werd geïdentificeerd als nieuwe strategie (31%). Deze strategie speelt in op de professionele verantwoordelijkheid van de voorschrijvers door ze aan te spreken op hun verantwoordelijkheid om het beste te doen voor de patiënt.

Conclusie

Huisartsen ontvangen regelmatig papieren marketingmaterialen over nieuwe geneesmiddelen die zijn bedoeld om de ontvanger te beïnvloeden. In het kader van rationeel gebruik van geneesmiddelen is het aan te bevelen om artsen – gevestigd of in opleiding – bekend te maken met dergelijke beïnvloedingsstrategieën en ze te leren hoe ze zich hiertegen kunnen verweren.

artikel

‘Laat u uw voorschrijfbeleid beïnvloeden door de farmaceutische industrie?’ Waarschijnlijk zal slechts een klein deel van de artsen, weifelend, instemmend reageren. ‘Laten uw collega’s hun voorschrijfbeleid beïnvloeden door de farmaceutische industrie?’ Hoogstwaarschijnlijk is het aantal instemmende reacties ineens een stuk groter. Dit fenomeen is niet specifiek voor artsen en hun voorschrijfgedrag. In de marketing staat dit bekend als het ‘third person effect’: de verwachting dat (massa-)marketing vooral anderen beïnvloedt en niet jouzelf.1

Het third person effect is een voorbeeld van een cognitieve denkfout. Er ontstaat natuurlijk een vreemde situatie als iedereen denkt dat alleen de ander wordt beïnvloed. En ook uit de literatuur weten we dat die veronderstelling niet klopt: marketing van geneesmiddelen heeft wel degelijk invloed op voorschrijfgedrag.2-9 Farmaceutische bedrijven zetten diverse strategieën in om voorschrijvers te beïnvloeden.

In dit onderzoek, dat eerder werd gepubliceerd in tijdschrift PLoS One, zochten wij uit welke beïnvloedingsstrategieën worden gebruikt in papieren marketingmaterialen over (nieuwe) geneesmiddelen die worden verstuurd naar Nederlandse huisartsenpraktijken.10

Methode

In twintig huisartsenpraktijken werd gedurende één maand (juni 2022) alle post vanuit de farmaceutische industrie bewaard. Vier onderzoekers beoordeelden deze marketingmaterialen op de aanwezigheid van de zeven beïnvloedingsstrategieën zoals beschreven door Cialdini.11 De onderzoekers voerden deze beoordeling onafhankelijk van elkaar uit. Twee hoofdonderzoekers – één met een achtergrond in farmacie en één in marketing – kenden uiteindelijk in samenspraak de beïnvloedingsstrategieën toe aan ieder marketingmateriaal. Ook bekeken de onderzoekers welke geneesmiddelen werden gepromoot in de marketingmaterialen.

Resultaten

De huisartsen verzamelden in totaal 68 unieke marketingmaterialen. Deze bestonden uit 38 unieke geneesmiddeladvertenties in 17 unieke medische tijdschriften. Daarnaast ontvingen de huisartsen in totaal 106 overige marketingmaterialen, zoals informatiebrieven, brochures en covers om medische tijdschriften, waarvan 30 uniek (gemiddelde per praktijk: 5,3 materialen; spreiding: 0-15).

De 68 materialen beschreven 37 verschillende geneesmiddelen. Het mediane introductiejaar van de middelen was 2012, met een spreiding van 1966 tot 2022. Factor Xa-remmers, glucagonachtig-peptide-1(GLP1)-agonisten en natrium-glucose-cotransporter-2(SGLT2)-remmers waren de meest gemarkete middelen.

Beïnvloedingsstrategieën

De twee hoofdonderzoekers wezen in een substantieel deel van de gevallen dezelfde beïnvloedingsstrategieën toe aan een bepaald marketingmateriaal (Cohen’s kappa = 0,65). De tabel geeft een overzicht van hoe vaak de verschillende strategieën zijn toegewezen op basis van consensus tussen de twee hoofdonderzoekers.

Tabel
Beïnvloedingsstrategieën in marketingmaterialen (n = 68)
Tabel | Beïnvloedingsstrategieën in marketingmaterialen (n = 68)

In de materialen kwamen alle zeven beïnvloedingsstrategieën van Cialdini voor (figuur); de strategieën ‘sympathie of gunnen’, ‘autoriteit’ en ‘sociaal bewijs’ werden het vaakst gezien. Er werd één nieuwe strategie geïdentificeerd, namelijk ‘emotionele druk’, die in circa een derde van alle materialen terugkwam. Deze strategie speelt in op de professionele verantwoordelijkheid van de voorschrijvers door ze aan te spreken op hun verantwoordelijkheid om het beste te doen voor de patiënt. Dit werd in de meeste gevallen bereikt door vragen te stellen als ‘Wat kunt u doen om …?’ of de arts direct aan te spreken met een formulering als ‘Help haar om …’.

Figuur
Voorbeelden van beïnvloedingsstrategieën in twee van de verzamelde materialen
Figuur | Voorbeelden van beïnvloedingsstrategieën in twee van de verzamelde materialen

Beschouwing

Huisartsen ontvangen regelmatig papieren marketingmaterialen over geneesmiddelen. In eerdere onderzoeken is meermaals aangetoond dat de educatieve waarde van marketingmaterialen beperkt of afwezig is en dat de materialen misleidende of zelfs onjuiste claims bevatten.12-16 Uit dit onderzoek blijkt dat marketingmaterialen veel verschillende strategieën bevatten om de ontvanger te overtuigen van de meerwaarde van het product. Het eerder aangetoonde gebrek aan educatieve waarde in combinatie met veelvuldig gebruik van dergelijke strategieën – zoals wij in dit onderzoek laten zien – maakt duidelijk dat de materialen voornamelijk dienen om de houding van zorgverleners ten aanzien van nieuwe geneesmiddelen te beïnvloeden.

De daadwerkelijke effecten van de papieren marketingmaterialen op het voorschrijfgedrag zijn niet onderzocht in dit onderzoek. Veel huisartsen geven aan dat ze dergelijke marketingmaterialen niet eens zien, aangezien die bij binnenkomst direct bij het oud papier gaan. Toch zijn er aanwijzingen dat deze materialen wel degelijk invloed hebben. Ten eerste staan de papieren materialen niet op zichzelf. De materialen per post maken vaak deel uit van een marketingmix, met bijvoorbeeld digitale marketing, gesponsorde nascholingen, artsenbezoekers en stands op congressen en beurzen. De verschillende strategieën versterken elkaar.2,9

De tweede aanwijzing dat dergelijke marketing wel degelijk effect heeft, komt voort uit de gebruikte principes. Van de beïnvloedingsstrategieën van Cialdini is vastgesteld dat deze mensen beïnvloeden, voornamelijk doordat ze gebruikmaken van allerlei automatismen in menselijk gedrag.11 Ten derde is uit diverse studies gebleken dat marketingactiviteiten voorschrijfgedrag beïnvloeden en in verband worden gebracht met niet-rationeel voorschrijfgedrag.2-9,17

Tot slot: papieren marketingmaterialen worden al jaren ingezet. Amerikaanse onderzoekers voerden in 1940 al een soortgelijke studie uit.6 Het feit dat papieren marketingmaterialen al 80 jaar deel uitmaken van de marketingstrategieën, laat in ieder geval zien dat de verzender nog altijd overtuigd is van de meerwaarde.

Conclusie

We kunnen stellen dat huisartsen nog altijd papieren marketingmaterialen over nieuwe geneesmiddelen ontvangen die weinig tot geen educatieve waarde hebben, maar wel zijn bedoeld om de ontvanger te beïnvloeden. In het kader van rationeel gebruik van geneesmiddelen is het aan te bevelen alert te zijn op dergelijke beïnvloedingsstrategieën. Daarom zouden artsen – gevestigd of in opleiding – op de hoogte moeten zijn van deze beïnvloedingsstrategieën en van mogelijke manieren om zich hiertegen te verweren. Wellicht is het nog beter om blootstelling aan marketingmaterialen helemaal te vermijden, aangezien de beïnvloeding deels onbewust werkt.

Literatuur
  1. Eisend M. The third-person effect in advertising: A meta-analysis. J Advert. 2017;46:377-94. doi:10.1080/00913367.2017.1292481.
  2. Hailu AD, Workneh BD, Kahissay MH. Influence of pharmaceutical marketing mix strategies on physicians’ prescribing behaviors in public and private hospitals, Dessie, Ethiopia: a mixed study design. BMC Public Health. 2021;21:65-2. doi:10.1186/s12889-020-10063-2. Medline
  3. Sharma S, Akhoon N, Moe HW, Nair DR, Shashidhar V. A study of perceptions and exposure of drug promotional literature among clinicians in a teaching hospital. Perspect Clin Res. 2021;12:140-5. doi:10.4103/picr.PICR_36_19. Medline
  4. Vancelik S, Beyhun NE, Acemoglu H, Calikoglu O. Impact of pharmaceutical promotion on prescribing decisions of general practitioners in Eastern Turkey. BMC Public Health. 2007;7:122. doi:10.1186/1471-2458-7-122. Medline
  5. Wood SF, Podrasky J, McMonagle MA, et al. Influence of pharmaceutical marketing on Medicare prescriptions in the District of Columbia. PLoS One. 2017;12:e0186060. doi:10.1371/journal.pone.0186060. Medline
  6. Jeuck JE. Direct-mail advertising to doctors. J Bus Univ Chic. 1940;13:17-38. doi:10.1086/232540.
  7. Ahmed RR, Vveinhardt J, Streimikiene D, Awais M. Mediating and marketing factors influence the prescription behavior of physicians: An empirical investigation. Amfiteatru Economic Journal. 2016;18:153-67.
  8. Larkin I, Ang D, Steinhart J, et al. Association between academic medical center pharmaceutical detailing policies and physician prescribing. JAMA. 2017;317:1785-95. doi:10.1001/jama.2017.4039. Medline
  9. Spurling GK, Mansfield PR, Montgomery BD, et al. Information from pharmaceutical companies and the quality, quantity, and cost of physicians’ prescribing: a systematic review. PLoS Med. 2010;7:e1000352. doi:10.1371/journal.pmed.1000352. Medline
  10. Dankers M, Verlegh P, Weber K, Nelissen-Vrancken M, van Dijk L, Mantel-Teeuwisse A. Marketing of medicines in primary care: An analysis of direct marketing mailings and advertisements. PLoS One. 2023;18:e0290603. doi:10.1371/journal.pone.0290603. Medline
  11. Cialdini RB. Influence, new and expanded the psychology of persuasion. New York: Harper Business; 2021.
  12. Othman N, Vitry A, Roughead EE. Quality of pharmaceutical advertisements in medical journals: a systematic review. PLoS One. 2009;4:e6350. doi:10.1371/journal.pone.0006350. Medline
  13. Gettings J, O’Neill B, Chokshi DA, et al. Differences in the volume of pharmaceutical advertisements between print general medical journals. PLoS One. 2014;9:e84790. doi:10.1371/journal.pone.0084790. Medline
  14. Wilkes MS, Doblin BH, Shapiro MF. Pharmaceutical advertisements in leading medical journals: experts’ assessments. Ann Intern Med. 1992;116:912-9. doi:10.7326/0003-4819-116-11-912. Medline
  15. PLoS Medicine Editors. PLoS Medicine and the pharmaceutical industry. PLoS Med. 2006;3:e329. doi:10.1371/journal.pmed.0030329. Medline
  16. Cardarelli R, Licciardone JC, Taylor LG. A cross-sectional evidence-based review of pharmaceutical promotional marketing brochures and their underlying studies: is what they tell us important and true? BMC Fam Pract. 2006;7:13. doi:10.1186/1471-2296-7-13. Medline
  17. Wazana A. Physicians and the pharmaceutical industry: is a gift ever just a gift? JAMA. 2000;283:373-80. doi:10.1001/jama.283.3.373. Medline
Auteursinformatie

Instituut Verantwoord Medicijngebruik, Utrecht: dr. M. Dankers (tevens: Groningen Research Institute of Pharmacy, afd. FarmacoTherapie, -Epidemiologie en -Economie), K. Weber, MSc en dr. H.J.M.G. Nelissen-Vrancken, apothekers. Vrije Universiteit Amsterdam, afd. Marketing, School of Business and Economics, Amsterdam: prof.dr. P.W.J. Verlegh, hoogleraar marketing. Nivel, Utrecht: prof.dr.ir. L. van Dijk, programmaleider farmaceutische zorg (tevens: bijzonder hoogleraar farmaceutisch zorgonderzoek, Groningen Research Institute of Pharmacy, afd. FarmacoTherapie, -Epidemiologie en -Economie). Universiteit Utrecht, Utrecht Institute for Pharmaceutical Sciences (UIPS), afd. Farmaco-epidemiologie & Klinische Farmacologie, Utrecht: prof.dr. A.K. Mantel-Teeuwisse, apotheker.

Contact M. Dankers (m.dankers@ivm.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: ICMJE-formulieren met de belangenverklaring van de auteurs zijn online beschikbaar bij dit artikel.

Auteur Belangenverstrengeling
Marloes Dankers ICMJE-formulier
Peeter W.J. Verlegh ICMJE-formulier
Karla Weber ICMJE-formulier
H.J.M.G. (Marjorie) Nelissen-Vrancken ICMJE-formulier
Liset van Dijk ICMJE-formulier
Aukje K. Mantel-Teeuwisse ICMJE-formulier
Dit artikel is gepubliceerd in het dossier
Juridische vragen
Huisartsgeneeskunde
Farmacotherapie
Dit artikel wordt besproken in#28 Bloedarmoede interpreteren
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Een onderwerp dat gezien dit artikel blijkbaar nog steeds actueel is terwijl de oplossing zo eenvoudig is. Een goede strategie is om alle reclame die per post de praktijk bereikt 'retour afzender' weer in de brievenbus te doen. Langzaam droogt de reclame via de post op en na enige tijd (consequent doorgaan) waren wij op de praktijk geheel verlost van alle reclame die per post onze praktijk binnenkwam.