Nadelige effecten van niet-reguliere behandelwijzen bij kinderen

Baat het niet, het kan wel schaden

Jan Peter Rake
Björn O. Vos
Arine M. Vlieger
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2021;165:D6099
Abstract

Een darmoperatie, een bijnierschorsinsufficiëntie of een langdurige opname op de Intensive Care: de gevolgen van niet-reguliere behandelwijzen kunnen wel degelijk schadelijk zijn. Hoe kunnen we kinderen behoeden voor de risico’s van de complementaire en alternatieve geneeskunde?

Samenvatting

Het is bekend dat Nederlandse kinderen frequent gebruikmaken van niet-reguliere behandelwijzen, maar in hoeverre dit gebruik gepaard gaat met mogelijke nadelige effecten was tot nog toe niet duidelijk. Daarom werden de complicaties van niet-reguliere behandelingen gedurende 3 jaar geregistreerd door Nederlandse kinderartsen. Er werden 32 gevallen van bijwerkingen of complicaties gemeld. 9 kinderen ondervonden directe nadelige effecten door toxiciteit van (Chinese) kruiden of van vitamines of supplementen in suprafysiologische dosering of door manuele manipulatie van de wervelkolom. Bij 22 kinderen werd het nadelige effect niet rechtstreeks veroorzaakt door de specifieke behandelwijze zelf, maar door uitstel of het stoppen van reguliere behandelingen of door onnodige en veelal deficiënte diëten. Deze indirecte nadelige effecten werden gezien bij een breed scala aan behandelingen. Wij adviseren artsen om actief te vragen naar het gebruik van niet-reguliere behandelwijzen en ouders te informeren over de potentiële risico’s van niet-reguliere behandelwijzen. Daarvoor hebben wij 10 adviezen voor ouders opgesteld.

Auteursinformatie

Amalia kinderziekenhuis – Radboudumc, Nijmegen: dr. J.P. Rake, kinderarts. Martini Ziekenhuis, afd. Longgeneeskunde en Cardiologie, Groningen: drs. B.O. Vos, anios. St. Antonius Ziekenhuis, afd. Kindergeneeskunde, Nieuwegein: dr. A.M. Vlieger, kinderarts en hypnotherapeut.

Contact Arine M. Vlieger (a.vlieger@antoniusziekenhuis.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: er zijn mogelijke belangen gemeld bij dit artikel. ICMJE-formulieren met de belangenverklaring van de auteurs zijn online beschikbaar bij dit artikel.

Auteur Belangenverstrengeling
Jan Peter Rake ICMJE-formulier
Björn O. Vos ICMJE-formulier
Arine M. Vlieger ICMJE-formulier
Arine Vlieger
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Een niet-reguliere behandelwijze van een post-doctoraal opgeleide arts hoort gebaseerd te zijn op een anamnese, onderzoek en een behandeltheorie. Bewijzen voor de effectiviteit van niet-reguliere behandelwijzen zijn moeilijk te geven. Financiën zijn een knelpunt. Het verzamelen van patiënten met eenzelfde ziektebeeld in grote aantallen vergt (internationaal) samenwerken van de niet-reguliere artsen met dezelfde behandelingen. Ervaringen van de behandeling van een patiënt verschijnen als n=1 casus. Aan het bevorderen van onderlinge afstemming bij de niet-reguliere artsen wordt gewerkt.

De opmerking over een uitgebreidere consult tijd bij de niet-reguliere artsen moet u voor eigen rekening nemen. Mogelijk kunt u dit regulier ook implementeren. Hoop en troost hoort elke arts te bieden. Daarin verschillen de niet-reguliere artsen niet van de overige artsen.

De opmerking over de placebo-effecten die worden versterkt door niet-reguliere artsen doet te kort aan onze specialistische kennis die we opdeden in onze post-curriculum opleidingen. Bijvoorbeeld de fysiologie en pathologie die vanuit de Chinese Geneeskunde wordt onderwezen is een wezenlijke toevoeging aan de kijk op mens-zijn door het concept van Qi (energie). Werkend vanuit dat aanvullende concept is het mogelijk in vastgelopen casussen weer vooruitgang te brengen. Het zou plezierig zijn als we daarover een dialoog konden voeren naar aanleiding van concrete gevallen.

Het aantal kinderen waarvoor door de ouders niet-reguliere zorg wordt gezocht is verbazend hoog (30-88% volgens het artikel). Navraag bij de ouders naar het waarom van het raadplegen van die aanvullende zorg kan helpen de algehele zorg efficiënter te maken. Wat vinden de ouders daar wel wat men niet in de reguliere zorg aantreft?

Gezien de mogelijk nadelige effecten van niet-reguliere behandelwijzen willen we ervoor pleiten dat deze niet-reguliere behandelwijzen voorbehouden worden aan artsen. Immers artsen zullen nooit schadelijke behandelingen toepassen of zinvolle reguliere behandeling laten uitstellen of stoppen. Ze kennen alle ins en outs van de reguliere behandelwijzen. Hierbij is een betere communicatie tussen de regulier werkende artsen en de niet-regulier werkende artsen essentieel. Dit kan gerealiseerd worden door de niet-reguliere arts op te nemen in een multidisciplinair behandelteam om het zieke kind. Dit kan ten goede komen aan het zieke kind. De aanstelling van een consulent niet-reguliere behandelwijzen is een mogelijk alternatief. Samenwerken in de vorm van luisteren naar elkaars ervaringen voor veilige behandelmogelijkheden, maar ook over de visie omtrent de oorzaak van de klachten kan de zorg voor de zieke kinderen verbeteren.

Artsen, ook de niet-regulier werkenden, horen in overleg te gaan met de hoofdbehandelaar indien men meent dat een voorgestelde behandeling aanpassing vraagt.

Wetenschappelijke Artsen Vereniging Acupunctuur Nederland (WAVAN) en Nederlandse Artsen Acupunctuur Vereniging (NAAV).

Deze artsen van de WAVAN en van de NAAV zijn tot overleg bereid.

Clemens Fauser, cardioloog, Henk van Iterson, tandarts, niet praktiserend, Djien Liem, kinderarts neonatoloog, niet praktiserend, Marian Rappoldt, arts ouderenzorg, niet praktiserend.

Helaas hebben we geen reactie van u mogen ontvangen van onze correspondentie van 29 juni 2022, daarom deze reactie.

Eén specifieke opmerking in uw artikel trekt onze aandacht en wekt zorg. U stelt dat manipulaties van de rug of nek kunnen leiden tot de dood, waarin u mede verwijst naar het onderzoek van Vohra (2007). Echter deze onderzoekers zien geen causaal verband tussen het toepassen van manipulatieve behandelingen en overlijden. Daarmee is deze opmerking onjuist. Er is overigens tot op heden nog nooit een causaal verband aangetoond, hooguit kunnen er associaties worden gemaakt. Deze associatie is echter gelijk aan die van een bezoek aan de huisarts (Cassidy, 2008). Een andere verwijzing die u gebruikt (Holla et at, 2009) is een melden van het overlijden van een zuigeling na het behandelen middels craniosacraal therapie. Deze casus is ons bekend maar ook hier kan geen directe oorzakelijkheid worden aangetoond. Overigens betrof dit geen chiropractor.

Daarnaast schets u dat er onvoldoende bewijs is voor CAM behandelingswijzen. Deze opmerkingen vereisen o.i. nadere informatie omtrent verschillende behandeltechnieken en toepassingen en is daarmee deels incorrect. Zo zijn spinale manipulaties weldegelijk effectiever en kosten efficiënter gebleken dan bijvoorbeeld rustadvies of pijnstillende medicatie (Blanchett, 2016).

Ons verzoek is dat u in uw vervolg onderzoeken deze specificatie splitst en verwoord.

Wij hebben bij de Inspectie voor Gezondheidzorg en Jeugd (IGJ) meer achtergrondinformatie geïnd over de door u aangehaalde casussen. De IGJ meldde slechts 5 meldingen tussen 2000 en 2020, waaronder géén melding met dodelijke afloop. Of dit pediatrische patiënten betreft wordt niet duidelijk. We zijn dan ook benieuwd welke bron u gebruikt indien u refereert aan een calamiteit met dodelijke afloop. De gebruikte referenties geven aan dat calamiteiten a.g.v. manipulaties bijzonder zeldzaam zijn of onder-gerapporteerd.

Chiropractoren zijn bij uitstek getraind en geschoold in het bepalen van de juiste (contra-) indicaties en daarmee het toepassen van manipulatieve technieken. Chiropractiebehandelingen kunnen dus reguliere diagnostiek en behandelingen weldegelijk complementeren maar dienen het niet te interfereren. Mede daarom is het o.i. van groot belang de NCA te betrekken bij het bepalen van nieuwe richtlijnen en een gedegen onderscheid te maken in het CAM veld.

Wij zien dan ook graag dat binnen het totale CAM veld er onderscheid gemaakt wordt tussen academisch geschoolden (alle chiropractoren zijn academisch geschoold) en anderen,  in het bijzonder als het gaat om manipulatieve technieken. Met als doel meer helderheid te scheppen voor alle toekomstige patiënten die behandelingen zoeken middels niet-reguliere zorg en tevens, niet onbelangrijk, een nauwere samenwerking tussen medici en chiropractoren.

Ook de NCA ziet grote belang van het in kaart brengen van eventuele negatieve reacties, ongeacht het beroep in de zorg. Uiteraard moet veiligheid van behandelingen, ongeacht de professie, bij kinderen gegarandeerd zijn: Daarom bestaat er al jaren een dergelijke infrastructuur en meldingsplicht voor NCA chiropractoren. NCA chiropractoren handelen in lijn met hun beroepsprofiel waar ‘evidence based care’ onderdeel vanuit maakt, welke synchroon loopt met die van medici; een continu evoluerend proces om eventuele risico’s tegen de potentiële bate te wegen.

Tot slot: U stelt dat u in overleg bent met beroepsverenigingen. Het NCA-bestuur nodigt u graag uit tot het bevorderen van adviezen en richtlijnen

 

 

Jakob van Vlijmen, chiropractor, Annique Holleman, chiropractor, Thomas van den Hof, chiropractor, Gitte Tønner, chiropractor
Literatuur
  • Blanchette MA, Stochkendahl MJ, Borges Da Silva R, Boruff J, Harrison P, Bussieres A. Effectiveness and Economic Evaluation of Chiropractic Care for the Treatment of Low Back Pain: A Systematic Review of Pragmatic Studies. PLoS One. 2016;11(8):e0160037.
  • Cassidy JD, Boyle E, Côté P, He Y, Hogg-Johnson S, Silver FL, Bondy SJ. Risk of Vertebrobasilar Stroke and Chiropractic Care: Results of a Population-Based Case-Control and Case-Crossover Study. Eur Spine J. 2008 Apr;17(Suppl 1):176–83.