Zinloos werk?

Pieter van Eijsden
Pieter van Eijsden
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2016;160:B1294

artikel

Philip van der Wees en collegae beschrijven een onderzoek naar interventies bij langdurig arbeidsverzuim (D48). Dit artikel wordt becommentarieerd door wel 3 van onze sectieredacteuren (D461). Hiermee geven we uitdrukking aan een belangrijke doelstelling van ons tijdschrift, namelijk het bevorderen van de multidisciplinaire benadering van de geneeskunde in een tijd van diepgaande specialisatie, die zelfs toeslaat onder generalisten. Voor al deze superspecialisten en kaderartsen is er eigen literatuur en het is dan makkelijk om nooit meer over de heg bij de buren te gluren. Wie zorgt er dan nog voor ‘de hele patiënt’?

Het NTvG wil een dialoog op gang brengen tussen alle verschillende dokters die we in Nederland hebben over relevante onderwerpen, zoals ‘werk’. De dialoog kan de verschillen in inzicht openbaren en leiden tot discussie. Zo zet ik bijvoorbeeld vraagtekens bij het uitgangspunt van onze sectieredacteuren. Zij stellen dat werk waardevol is en vragen zich af of wij als artsen wel voldoende doen om werken te bevorderen.

Als artsen sluiten we makkelijk aan bij deze stelling, omdat wij zelf werk hebben dat zowel goed betaald wordt als veel voldoening geeft. Maar veel ander werk wordt gedaan uit pure noodzaak en staat ook nog eens op de tocht vanwege concurrentie uit lagelonenlanden en de toenemende robotisering. Soms gebruiken we dit soort werk zelfs als strafmaatregel. Ik kan daarom goed begrijpen dat een substantieel deel van de participanten aan het genoemde onderzoek ook helemaal niet blij was met de interventie, ondanks dat ze weer aan het werk konden.

We kunnen kiezen voor de lijn van onze sectieredacteuren – en van de overheid – die stellen dat deze mensen het eigenlijk niet goed zien en dat ook laagbetaald en eenvoudig werk goed is voor mensen. Dit is enigszins paternalistisch, maar zal ons ook opzadelen met de plicht de globalisering en robotisering een halt toe te roepen. Een mooie strijd voor Don Quichot maar niet voor dokters.

We kunnen ook de denktrant volgen die heeft geleid tot een referendum in Zwitserland over een onvoorwaardelijk basisinkomen. Het idee is dan dat we mensen juist kunnen verlossen van een marginaal bestaan en een betekenisloze baan. Zingeving moet dan komen uit andere zaken dan werk. Ook dit is misschien naïef, omdat veel mensen helemaal niet kunnen omgaan met deze vrijheid.

Natuurlijk moeten wij onderzoeken hoe ziekte en werk met elkaar samenhangen, maar mijn vraag is of wij wel betrokken moeten willen zijn bij de uitvoering van een systeem dat arbeidsparticipatie vooral ziet als economisch doel en de werkelijke zingeving niet adresseert. Of moeten we niet zeuren en gewoon ons werk doen?

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Met interesse lazen we het redactioneel van Pieter van Eijsden, waarin hij een lans breekt voor een brede dialoog in de medische beroepsgroep over onderwerpen als langdurig arbeidsverzuim. Zijn reflectie over zingeving van werk nodigt hiertoe uit en voegt hier een extra dimensie aan toe. De aanleiding voor zijn redactioneel lijkt een passage uit ons commentaar dat we schreven bij het onderzoek van Philip van der Wees en collegae.1 Waar wij inderdaad stellen dat werk zinvol is, mist hij hier namelijk de relativering dat dit niet altijd zo zal zijn. Wij onderschrijven deze relativering echter van harte: soms zal werk niet of niet meer inspirerend zijn of als zinvol worden ervaren, ongeacht de aard van het werk of de beloning daarvoor. Zo zou dit kunnen gelden voor zowel een laagbetaalde fabrieksarbeider met chronische rugklachten als voor een oudere opgebrande leraar.Daarnaast zijn er grote groepen mensen die op het werk te maken hebben met pesten, intimidatie en discriminatie – bepaald niet bevorderlijk voor de ervaren zinvolheid van werk. Deze relativering onzerzijds was ook impliciet verwoord in ons originele manuscript. Het redactiebureau veranderde de zinsnede ‘Werk is, onder de juiste voorwaarden, een bron van ontplooiing…’ echter door ‘Werk kan een bron…’.  Hoewel deze redactionele aanpassing strikt genomen niet fout is, is de relativering nu minder opvallend.

Een belangrijker punt lijkt ons echter dat Pieter van Eijsden in de val loopt waarvoor hij de lezer waarschuwt: hij veronderstelt dat artsen geen of minder oog hebben voor het bestaan van zinloos werk, omdat ze zelf goed betaald en voldoening gevend werk hebben. Vanuit diezelfde positie suggereert hijdat (vooral) werk ‘uit pure noodzaak’ niet of minder zinvol zou zijn of worden ervaren. Veel mensen met laagbetaald en eenvoudig werk zullen  hun werk als zinvol ervaren.2 Of het werk als zinvol wordt ervaren is overigens niet alleen afhankelijk van de eigen perceptie, maar ook van de sociale status en waardering die wij als maatschappij daaraan verbinden.

Haije Wind

Wim Opstelten

Aart Hendriks

Wind H, Opstelten W, Hendriks AC. Terugdringen van stagnerend arbeidsverzuim. Ned Tijdschr Geneeskd 2016;160:D48.
Waddell G, Burton K. Is work good for your health and wellbeing? London: TSO; 2006.