Ziekte van Creutzfeldt-Jakob: diagnostiek, incidentie, preventie en behandeling

Klinische praktijk
E.A. Croes
W.A. van Gool
G.H. Jansen
C.M. van Duijn
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2002;146:750-4
Abstract

Samenvatting

- De ziekte van Creutzfeldt-Jakob (CJD) is een zeldzame neurodegeneratieve aandoening die behoort tot de spongiforme encefalopathieën.

- Een nieuwe variant van deze ziekte (vCJD) is waarschijnlijk een gevolg van besmetting met het agens dat boviene spongiforme encefalopathie (BSE) veroorzaakt.

- Diagnostische informatie kan men verkrijgen met EEG, liquoronderzoek op het 14-3-3-eiwit, MRI van de hersenen, hersenbiopsie, tonsilbiopsie en hersenonderzoek post mortem. Met sommige tests, bijvoorbeeld MRI en hersenonderzoek post mortem, kan men een onderscheid maken tussen CJD en vCJD. Pathologische prionen in een tonsilbiopt worden alleen gevonden bij vCJD.

- In Nederland zijn 4 gevallen van iatrogene CJD bekend. Vanwege de duidelijke blootstelling aan BSE via de voeding zijn ook gevallen van vCJD te verwachten.

- Van chloorpromazine en mepacrine is bekend dat ze de vorming van pathologische prionconformatie in vitro kunnen verhinderen, maar klinische trials zijn nog niet verricht.

Auteursinformatie

Erasmus Universitair Medisch Centrum, Postbus 1738, 3000 DR Rotterdam.

Afd. Epidemiologie en Biostatistiek: mw.E.A.Croes, arts-onderzoeker; mw.prof.dr.C.M.van Duijn, epidemioloog.

Academisch Medisch Centrum, afd. Neurologie, Amsterdam.

Prof.dr.W.A.van Gool, neuroloog.

Universitair Medisch Centrum, afd. Pathologie, Utrecht.

G.H.Jansen, patholoog.

Contact mw.prof.dr.C.M.van Duijn (duijn@epib.fgg.eur.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties