Ziekenhuisuitbraken en resistente micro-organismen

Onderzoek
Akke K. van der Bij
Katina Kardamanidis
Florine N.J. Frakking
Marc J.M. Bonten
Signaleringsoverleg Ziekenhuisinfecties en Antimicrobiële Resistentie
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2015;159:A8585
Abstract

Samenvatting

Doel

Vaststellen van het aantal en de duur van ziekenhuisuitbraken die worden veroorzaakt door bijzonder resistente micro-organismen (BRMO) en die een mogelijke bedreiging zijn voor de volksgezondheid om zo een risico-inschatting te kunnen maken.

Opzet

Descriptief onderzoek.

Methode

In de periode april 2012-juni 2014 verzamelden we gegevens over ziekenhuisuitbraken. Aan het begin en het einde van elke uitbraak registreerden we onder meer de volgende kenmerken: type micro-organisme, reden voor melding, fase van de uitbraak, aantal gekoloniseerde en aantal geïnfecteerde patiënten, en geïmplementeerde preventieve infectiemaatregelen.

Resultaten

Er werden 87 uitbraken gemeld door 47 instellingen; dit was gemiddeld 3 uitbraken per maand. Het aantal gemelde uitbraken was 20 in 2012 (2,2/maand), 39 in 2013 (3,3/maand) en 28 in 2014 tot en met juni (4,7/maand). Uitbraken met vancomycine-resistente enterokokken (n = 26), methicilline-resistente Staphylococcus aureus (MRSA) (n = 23) of al dan niet bijzonder resistente Enterobacteriaceae (n = 17) werden het vaakst gemeld. De meeste uitbraken (n = 65; 75%) waren binnen 2 maanden na melding afgerond en onder controle.

Conclusie

Transparante berichtgeving over BRMO-uitbraken is belangrijk voor een juiste publieke beeldvorming over de veiligheid van de Nederlandse zieken- en verpleeghuizen. De meldingen aan het Signaleringsoverleg Ziekenhuisinfecties en Antimicrobiële Resistentie maken duidelijk dat uitbraken met BRMO een bijna dagelijks gegeven zijn in Nederlandse ziekenhuizen. De meeste uitbraken worden echter snel onder controle gebracht, zodat ze geen gevaar opleveren voor de volksgezondheid.

Auteursinformatie

*De leden van het Signaleringsoverleg Ziekenhuisinfecties en Antimicrobiële Resistentie worden aan het eind van dit artikel genoemd.

Centrum Infectieziektebestrijding, RIVM, Bilthoven.

Dr. A.K van der Bij, arts-microbioloog (tevens: Reinier de Graaf Groep, afd. Medische Microbiologie, Delft); drs. K. Kardamanidis, epidemioloog.

Universitair Medisch Centrum Utrecht, afd. Medische Microbiologie, Utrecht.

Dr. F.N.J. Frakking, arts-microbioloog (tevens: RIVM, Bilthoven); prof.dr. M.J.M. Bonten, arts-microbioloog (tevens: Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijns Geneeskunde, Utrecht).

Contact prof.dr. M.J.M. Bonten (mbonten@umcutrecht.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Verantwoording

De leden van het Signaleringsoverleg Ziekenhuisinfecties en Antimicrobiële Resistentie op het moment van schrijven waren: dr. Akke K. van der Bij, drs. Katina Kardamanidis (secretaris), dr. Aura Timen en dr. Daan W. Notermans (allen namens RIVM-CIb); prof.dr. Marc J.M. Bonten (voorzitter) en dr. Ingrid J.B. Spijkerman (vicevoorzitter) (beiden namens de NVMM); Wilma Budding (namens de Vereniging voor Hygiëne en Infectiepreventie in de Gezondheidszorg).

Auteur Belangenverstrengeling
Akke K. van der Bij ICMJE-formulier
Katina Kardamanidis ICMJE-formulier
Florine N.J. Frakking ICMJE-formulier
Marc J.M. Bonten ICMJE-formulier
Signaleringsoverleg Ziekenhuisinfecties en Antimicrobiële Resistentie Niet beschikbaar
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties