Ongeduld

Joost Zaat
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2010;154:B537

Ik lig op de grond en hoor mezelf gillen. Het keukentrapje waar ik op stond ligt elders, het gordijntje dat op zijn plek moest ook. Ik beweeg m’n tenen, veel meer lukt eerst niet. Mijn nieuwe gietijzeren oven bakt een paar broden, het is bloedheet en ik wil weg. Straks gaan ze me planken, denk ik, maar voor er een ambulance is ben ik dan door de hitte misschien wel flauwgevallen. Gezien mijn eerdere verkeerd uitgepakte eigenwijsheid beloof ik mijn toegesnelde echtgenote vanaf zo meteen patiënt te blijven, maar nu moet ik echt even weg van het fornuis en naar…

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Frits
Oostervink

Met belangstelling las ik uw bijdrage aan het Weekboek. Wat mij opviel was de volgende zinsnede: “(..) dat de traumatoloog een CT wil, maar dat kan nu niet meer en de gipskamer is inmiddels ook dicht. Ik kan het weer niet laten en wind me op. Waarom kan het niet sneller? (..)” Coll. Zaat eindigt dan zijn stuk op een toon die zowel veroordelend als vergoelijkend geïnterpreteerd kan worden. Ik voelde het laatste bij mijzelf, vandaar deze reactie.

Onlangs sprak ik op verzoek van zijn huisarts, een 85 -arige man die “het wel gezien had”, voor hem “hoefde het niet meer.” Hij was depressief. Een jaar geleden was zijn vrouw (76) op een vrijdagmiddag onwel geworden en naar een SEH gebracht. Mw. werd onderzocht en omdat het al 16.00 uur was “en dus iedereen al naar huis was” (zo werd haar verteld), op maandag terugbesteld voor een ecg wat op die vrijdag niet meer mogelijk was. De volgende ochtend vond de man zijn vrouw dood op bed. Of met een ecg op die vrijdag de dood van de vrouw te voorkomen zou zijn geweest, is niet vanzelfsprekend dat begrijp ik ook. Wat mij opvalt, is dat diensten van een algemeen ziekenhuis zo maar gesloten kunnen worden en patiënten, inclusief coll. Zaat, gewoon worden weggestuurd of opgenomen (brengt meer op dan de boel voor een enkele patiënt openhouden?). En het verbaast mij dat coll. Zaat dit pikt. Een half jaar geleden is bij ons (in de psychiatrie) een voorheen kerngezonde 82 jarige vrouw opgenomen op vrijdagavond laat. ‘s Middags had haar huisarts haar vanwege en verwardheidstoestand naar een SEH gestuurd. ‘s Avonds laat kon de arts-assistent interne geneeskunde niets vinden en ontsloeg haar. Enkele uren later werd patiënte bij ons opgenomen, verward met duidelijke fatische stoornissen. De volgende dag, zaterdag volgt overleg tussen onze arts-assistent en de dienstdoende neuroloog van het ziekenhuis: “Maak maar een afspraak voor a.s. maandag bij de radiologie.” Maandagochtend, de radiologie: “Geen afspraak en geen foto zonder garantie van een neuroloog die borg voor mw. staat.” ‘s Middags wordt patiënte direct na de foto opgenomen wegens een ‘actieve’ hersenbloeding. Ik vraag mij nu af wat ik van deze, in mijn ogen verwording van de geneeskunde tot productieband (bij onvoldoende aanbod gaat de boel dicht), moet denken.

 

F. Oostervink, (geronto)psychiater

Natuurlijk zouden vaste protocollen, eenduidig beleid en afgestemd beleid door één verantwoordelijke dokter helpen om doorlooptijden op de SEH te verbeteren. En natuurlijk is het gek dat patienten wegens gebrek aan beeldvorming of ondersteuning opgenomen worden of naar huis gestuurd worden. Maar daar ging mijn column in essentie niet over.

Het rare van patiënt worden is dat je wel boos kunt worden, maar dat het zo weinig helpt. Het klopt dat mijn stemming een mix van ergernis en berusting was, maar wat kun je doen als patient? Weglopen? Ander ziekenhuis eisen? Dat is lastig als je op zo'n moment niet lopen kunt...

 

Joost Zaat