Niets doen en krachtig observeren

Rudi Westendorp
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2021;165:B1794

‘Dan kan ik niets voor u doen. U hoeft niet meer terug te komen.’ Met die woorden van de dokter was mijn vriendin teruggekomen uit het ziekenhuis. Eerder had ze mij geconsulteerd omdat het lopen haar steeds moeilijker afging. In de zomer van 2019 was het begonnen. Op vakantie moest…

Auteursinformatie

Rudi Westendorp is hoogleraar Ouderengeneeskunde aan de universiteit van Kopenhagen. Hij is een van de 6 vaste columnisten voor het NTvG.

Contact R. Westendorp (westendorp@sund.ku.dk)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Susanne
van der Velde

“Dan kan ik niets meer voor u doen. U heeft namelijk zelf uw claudicatie klachten verholpen met succesvolle looptraining. U heeft het fantastisch gedaan. U hoeft niet meer terug te komen, maar de deur staat altijd voor u open mocht u weer klachten ontwikkelen. Het heeft geen zin om u elke zoveel maanden te controleren om te wachten tot u klachten krijgt. Dat zou zonde van uw en mijn tijd zijn.

De vriendin in de column van Rudi Westendorp (dd 12 maart 2021), had claudicatio intermittens (Fontaine classificatie 2), waarbij de richtlijn in eerste instantie conservatief beleid voorstelt: stoppen met roken, risicofactoren voor vaatziekten aanpakken en looptraining: lopen, lopen, lopen. De vriendin van Rudy heeft deze adviezen ter harte genomen en succesvol zichzelf van de claudicatioklachten afgeholpen.

Echter in de column wordt gesuggereerd dat dit onopgemerkt is gebleven bij de vaatchirurg. Maar dat denk ik niet. Patient was met klachten echt wel retour gekomen en dan hadden ze naar plan B kunnen gaan: een operatieve ingreep. Zoals de richtlijn ook adviseert.

Begeleidt de vaatchirurg wel genoeg patiënten hierin, vraagt Rudi zich af? Gezien de florerende praktijken van vaatchirurgen zijn er genoeg patiënten over bij wie conservatieve therapie faalt. En het lijkt me niet meer dan logisch dat loopbegeleiding bij fysiotherapeuten ligt en niet bij de vaatchirurg zelf.  Het siert de vaatchirurg geen onzinnige follow up te doen en te vertrouwen op het retour komen van patiënten indien klachten persisteren of zich door ontwikkelen. Beetje eigen verantwoordelijkheid bij de patiënt leggen scheelt de gezondheidszorg enorme bergen geld. En de vaatchirurg heeft een duidelijke stip op de horizon gelegd: bij falen van de conservatieve therapie is de volgende stap een bypass. Juist hier heeft de vaatchirurg niet gefaald en zijn zakken gevuld met onzinnige consulten.

Verhalen van horen-zeggen, het verhaal niet uit eerste hand horen, maar afgaan op het grote fluisterspel, waarbij de toehoorder het verhaal gekleurd doorvertelt: daarin schuilt een groot gevaar. Juist als dokters moeten we ons blijven beseffen dat alles in ons vak staat of valt bij (de juiste) communicatie.

Susanne van der Velde, chirurg, Amsterdam UMC, locatie VUmc

Communicatie is een voorwaarde voor goed professioneel handelen. Het enige dat telt is wat de patiënt gehoord heeft. Het is aan de professional om zich ervan te vergewissen dat de boodschap is aangekomen. Mijn vriendin was teleur­gesteld dat ze van ‘haar’ dokter niet de stimulans kreeg om het conservatieve pad te bewandelen toen de klachten in volle hevigheid aanwezig waren. Wat er in de spreekkamer precies gewisseld is, dat weten we niet, maar over haar perceptie valt niet te discussiëren. Evenmin voelde zij een vanzelfsprekendheid om terug te komen wanneer de looptraining zou falen. Met patiënten die niet op het spreekuur terugkomen, gaat het ofwel heel goed, heel slecht, of er is iets in de communicatie verkeerd gegaan. En daarmee komen we op de wezenlijke portee van mijn betoog. Wanneer wij het beloop van onze patiënten onvoldoende in het vizier hebben, kunnen wij als clinicus practicus niet goed inschatten waar wij ons handelen op moeten richten. Is het een verbetering van de ‘conservatieve’ behandeling? Een aanpassing van de ingreep? Of moet worden ingezet op een empathische begeleiding van het natuurlijk beloop? En dat geldt voor alle disciplines.

Rudi Westendorp, hoogleraar Ouderengeneeskunde, universiteit van Kopenhagen