David Burger is ziekenhuisapotheker-klinisch farmacoloog in het Radboudumc en daarnaast hoogleraar klinische farmacie aan de Radboud Universiteit. Sinds 2014 is hij sectieredacteur klinische farmacologie bij het NTvG.
artikel
Wat wilde u vroeger worden?
‘Zoals veel jongens: profvoetballer. Ik had enig talent, was een linksbenige verdediger en dus was Ruud Krol mijn grote voorbeeld. Toen ik een telefoontje uit Nijmegen kreeg om prof te worden dacht ik dat het om NEC ging, maar het bleek het Radboud te zijn. Geen profvoetballer maar professor.’
Wie is uw grootste inspiratiebron?
‘Ik heb heel veel geleerd van Jos Beijnen, Pieter Meenhorst, Joep Lange en Chiel Hekster. Helaas zijn de laatste 3 veel te vroeg overleden. Jos Beijnen leerde mij hoe je als apotheker door onderzoek je toegevoegde waarde kunt laten zien. Pieter Meenhorst leerde me klinische farmacologie bij hiv-patiënten toepassen. Joep Lange inspireert mij nog dagelijks om wetenschap te combineren met activisme. En van Chiel Hekster heb ik geleerd hoe onvoorwaardelijke steun voelt en die probeer ik ook te geven aan mijn mensen.’
Wat was de beste stap in uw carrière?
‘Verhuizen van Utrecht naar Nijmegen. Minder reistijd helpt bij het vinden van de balans tussen werk en privé.’
Wat zou u doen als u 1 dag dictator zou kunnen zijn?
‘Verzekeraars verbieden steeds te wisselen van preferente leverancier, want dat ondermijnt de therapietrouw van patiënten. En de minister van VWS dwingen de prijzen van hepatitis C-middelen openbaar te maken. Gebrek aan transparantie kan nooit in het voordeel van de patiënt zijn.’
Waar bent of was u het gelukkigst?
‘Dat is moeilijk kiezen. Samen met mijn vriendin met de rugzak rondtrekken door Midden-Amerika. Tijdens een workshop in Afrika voor een nieuwe trial bij hiv-positieve patiënten. Als ik een aios of promovendus mag begeleiden met opleiding en onderzoek. Tijdens de vrijdagse hiv-patiëntbespreking adviseren bij de keuze van therapie. Bij NEC op de tribune of als wandelaar tijdens de 4-daagse. Kies maar.’
Welke verandering heeft tijdens uw leven in uw werkveld het grootste verschil gemaakt?
‘De introductie van combinatietherapie bij hiv in 1996. Iedereen die er toen bij was herinnert zich het congres in Vancouver waar we voor het eerst zagen dat je met medicijnen de virale replicatie echt kunt onderdrukken en patiënten in leven kunt houden.’
Wat is uw mooiste publicatie?
‘Een studie in AIDS (2008;22:557-65). Door deze data heeft de FDA de eerste generieke combinatietabletten voor kinderen met hiv in Afrika goedgekeurd, konden ze in donatieprogramma’s gebruikt worden en zijn er naar schatting meer dan 1 miljoen kinderen mee behandeld.’
Welk boek moet elke dokter lezen?
‘Papa’s bloed van Dennis Verweijen. Hoe ziek een patiënt ook is, hij blijft dromen houden en dan is veel meer mogelijk dan wij vaak denken.’
Heeft u een ‘guilty pleasure’?
‘Ik slaap in een NEC-pyjama.’
Welke persoonlijke ambities heeft u?
‘Ik vind dat onze kennis van geneesmiddelinteracties momenteel niet goed wordt toegepast. Om die reden hebben we http://www.cancer-druginteractions.org opgezet. Ik zou graag een consortium willen oprichten met vertegenwoordigers van farmaceutische industrie, registratie-autoriteiten en zorgverleners die een wereldwijd toegankelijke en complete database beheert met info over geneesmiddelinteracties. De kennis is er, maar we profiteren er te weinig van, waardoor patiënten schade oplopen.’
Hoe past alcohol in uw leven?
‘Ik heb dit jaar mijn eigen detox-schema gestart: geen alcohol in de oneven maanden. Dat scheelt toch 50% in alcoholconsumptie en het gekke is dat je in de even maanden eerder minder gaat drinken dan daarvoor.’
Waar kunt u zich over opwinden?
‘Ik heb een hekel aan mensen die vinden dat ze overgeslagen worden. Ga uit van je eigen kracht, dan zien mensen je vanzelf staan.’
Als u nu geen apotheker was, wat zou u dan het liefste zijn?
‘Profvoetballer. Ik zou zo 100 publicaties inleveren om een jaar linksachter bij NEC te mogen zijn. Wel in de Eredivisie natuurlijk.’
Wat is uw motto?
‘Aan het einde komt alles goed. Als iets niet goed is was het nog niet het einde.’
Wat wil u van uw collega’s weten?
‘Wie loopt volgend jaar de 4-daagse met mij?’
Reacties