De toekomst van de chirurgie

Ivo Broeders
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2014;158:B1065

Ivo Broeders is chirurg in het Meander Medisch Centrum in Amersfoort en hoogleraar robotica en minimaal-invasieve chirurgie aan de Universiteit Twente. Hij beschrijft in 4 weekboeken zijn fascinatie voor technologische vooruitgang (IAMJ.Broeders@meandermc.nl).

artikel

Een paar weken geleden gaf ik een lezing over de toekomst van de chirurgie. Waar moet je beginnen, als je de toekomt wilt voorspellen? Vooral het terugkijken gaf me inspiratie. Ik startte 20 jaar geleden met mijn opleiding en het was een openbaring om eens rustig na te denken over hoe mijn vak sindsdien veranderd is. Ingrijpend, sensationeel, beangstigend, het zijn allemaal woorden die de lading dekken. Neem alleen al het leven op de afdelingen. Ik zag pijn, misselijkheid en braken na de operaties, grote geïnfecteerde buikwonden en decubitus, starvatie en maagsondes, oude mensen – toen tussen de 70 en 80 – met een gebroken heup, die weken lagen te wachten op een plek in het verpleegtehuis.

Hoe groot is het contrast met chirurgische zorg anno 2014? Als ik nu na de operatie langskom leggen mensen de krant weg om de ingreep te bespreken. Wonden zijn er nauwelijks, decubitus is een bezienswaardigheid en oud ben je boven de 85. Er wat te denken van de operatiekamer? De romantiek van het team, dicht bij elkaar rondom een grote wond met veel bloed, gazen, klemmen en touwtjes is vervangen door de zakelijkheid van hightech, gedimd licht, beeldschermen, torens vol apparatuur met panelen en ledverlichting. Minimaal eens per week kruip ik in de console van de operatierobot, om anatomie te zien op een manier waarvan ik destijds alleen had kunnen dromen. Meer dan 100 cc bloedverlies beschouwen we als abnormaal en als je langer dan 7 dagen in het ziekenhuis ligt, dan is er een serieus probleem.

Als men me 20 jaar geleden had gevraagd hoe ingrijpend mijn vak in korte tijd zou veranderen, dan had ik dit echt niet kunnen bedenken. Het is een stroom van ingrijpende veranderingen, waarin je geruisloos wordt meegevoerd. Ik kan achteraf wel verwoorden wat de grote stappen waren: van traditionele chirurgie naar minimaal-invasieve technieken en van naald en draad naar hightech. En vooral niet te vergeten: er was verbetering op vergelijkbare schaal in de anesthesie, perioperatieve zorg en intensive care.

Maar als ik dit destijds niet kon voorzien, hoe moet ik dan nu de toekomst voorspellen? Dat is vrijwel onmogelijk, maar één ding is zeker. Open chirurgie werd minimaal-invasief en minimaal-invasief gaat nu non-invasief worden. Dat geldt met name voor oncologische aandoeningen zoals mammacarcinoom en tumoren in pancreas, lever en rectum. Wegsnijden van tumoren wordt vervangen door een combinatie van ‘new age’-medicatie en energie. Die energie, in welke vorm dan ook, wordt geconcentreerd op de plek des onheils, daar komt geen chirurg meer bij kijken. Dat is geen leuke boodschap als opereren je droomvak is. Maar het is wel een realistische, die we ook moeten meenemen in onze manpowerplanning. Wat blijft er dan over voor de chirurg? De mens wordt ouder en blijft verslijten. Er zijn genoeg reparaties te verrichten. Ze zijn minder sexy of heroïsch, als je er zo over wilt denken, maar wel nuttig.

De x-factor in medische technologie
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties