Vooraf kennis van de D-dimeerwaarde beïnvloedt de klinische beoordeling bij verdenking op longembolie

Nieuws
Mark H.H. Kramer
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2010;154:A2836

Waarom dit onderzoek?

Bij patiënten met een verdenking op longembolie kan deze diagnose veilig worden uitgesloten als in eerste instantie de klinische verdenking laag is en dit gevolgd wordt door een niet-afwijkende uitslag van de D-dimeerwaarde. Bij het bepalen van de klinische waarschijnlijkheid is deze waarde vaak al bekend.

Onderzoeksvraag

Auteursinformatie

m.kramer@vumc.nl

Contact (m.kramer@vumc.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Jan
van der meulen

Bij lezing van bovenstaand bericht vroeg ik mij af waarom de auteur bij het presenteren van de resultaten gekozen heeft om “unlikely clinical scores” en “likely clinical scores” zoals die in de Engelse tekst staan, te vertalen met “lage klinische verdenking” respectievelijk “hoge klinische verdenking” en niet in “onwaarschijnlijk” en “waarschijnlijk”. Mijn inziens is de Engelse tekst een directe vertaling van de laatste alinea van het tweede hoofdstuk van de CBO richtlijn “Diagnostiek van longembolie”, waarin deze begrippen gebruikt worden.

In die alinea staat: “Een dichotome indeling van de regel van Wells in ‘onwaarschijnlijk’ bij een score ≤ 4 en ‘waarschijnlijk’ bij een score > 4 resulteerde bij een combinatie van een score van 4 of minder en een negatieve D-dimeer in een percentage longembolie van 1,7% (95%-BI: 0,2-6,0%).” Het gerefereerde, in het Engels gepubliceerde, artikel is in wezen een “gesimuleerde” validatie van de klinische beslisregel van Wells die in de CBO-richtlijn gebruikt wordt. De clinicus kan 3 punten scoren door de vraag “longembolie waarschijnlijker dan alternatieve diagnose” met “ja” te beantwoorden. Het mag duidelijk zijn dat als de uitslag van de D-dimeer test bij de beantwoording van die vraag betrokken wordt, je de gepresenteerde resultaten krijgt.

Kortom; de ideale wereld bestaat niet meer sinds wij van de boom der kennis gegeten hebben. In het geval van de diagnostiek van de longembolie wordt echter het nuttigen van kennis wel toegestaan, maar pas na de klinische inschatting aan de hand van de regel van Wells. Gezien het referaat de kopjes “In het kort” en de “Klinische praktijk”heeft meegekregen, zou ik ten slotte willen voorstellen de vage zin “Een op het oog simpele test dient in zijn context te worden gebruikt en geïnterpreteerd te worden door dokters met verstand van zaken” (23 woorden) te vervangen door: “Bij de diagnostiek van de longembolie dient de CBO-richtlijn ( http://www.cbo.nl/Downloads/492/rl_stol_09.pdf  ) gevolgd te worden  (13 woorden)”. 

 

Jan van der Meulen, internist-nefroloog