Virologische en serologische aspecten van de Nederlandse polio-epidemie in 1992

Onderzoek
P.M. Oostvogel
H.G.A.M. van der Avoort
M.N. Mulders
H.C. Rümke
G. van Steenis
A.M. van Loon
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1993;137:1404-6
Abstract

Inleiding

Zie ook de artikelen op bl. 1377, 1380 en 1388.

Op 17 september 1992 werd een vermoedelijk geval van poliomyelitis aangegeven bij de Geneeskundige Hoofdinspectie van de Volksgezondheid.1 Bij de patiënt en enkele gezinsleden bleken poliovirus-specifieke IgMantistoffen te circuleren, hetgeen een recente infectie met poliovirus type 3 deed vermoeden.2 Kort daarop werd bij de patiënt en sommigen van zijn gezinsleden inderdaad het poliovirus type 3 geïsoleerd, waarmee de klinische diagnose was bevestigd. Het virus werd gekarakteriseerd als een ‘wild’ poliovirus type 3 met behulp van kruisgeabsorbeerde intratype-specifieke antistoffen.34 Een recentelijk ontwikkelde polymerase-kettingreactie (PCR) bevestigde het ‘wilde’ karakter van de isolaten. Een Sabin-specifieke ‘primer’-set reageerde niet met het isolaat van de eerste patiënt.5 Zo begon een omvangrijke epidemie veroorzaakt door poliovirus type 3.67

De volgende twee vragen deden zich voor: waar komt het virus vandaan, en bezitten zij die in het…

Auteursinformatie

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne, Postbus 1, 3720 BA Bilthoven.

Laboratorium voor Virologie, tevens WHO-Collaborating Centre for Reference and Research on Poliomyelitis: P.M.Oostvogel, assistentgeneeskundige; dr.H.G.A.M.van der Avoort, moleculair viroloog; ir.M.N.Mulders, moleculair bioloog; dr.A.M.van Loon, viroloog.

Medisch Centrum Immunisaties: dr.H.C.Rümke, kinderarts. Laboratorium voor Controle Biologische Produkten: dr.G.van Steenis, dierenarts-viroloog.

Contact P.M.Oostvogel

Verbeteringen
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties