1-3% van de jongens krijgt een verworven niet-scrotale testis (NST), wat wil zeggen dat de testis na een eerdere stabiele scrotale positie, niet meer in het scrotum te brengen is.
De vruchtbaarheidsproblemen van patiënten met verworven NST zijn vergelijkbaar met die van patiënten met congenitale NST.
Hypothetisch gesproken hebben patiënten met verworven NST een lager risico op zaadbalkanker dan patiënten met congenitale NST.
Het hebben van een asymmetrisch scrotum kan een negatieve invloed hebben op de kwaliteit van leven.
Meer dan 50% van de verworven NST’s daalt spontaan in aan het begin van de puberteit, wat een afwachtend beleid kan rechtvaardigen.
Orchidopexie direct na de diagnose geeft geen voordeel boven afwachten tot het begin van de puberteit als het gaat om latere vruchtbaarheid van patiënten met eenzijdige verworven NST, maar mogelijk wel bij patiënten met dubbelzijdige verworven NST.
3 gratis NTvG-artikelen lezen? Maak een online account aan!