Verband tussen duodenumdivertikels, galstenen en duodenale en pancreato-biliaire afwijkingen

To determine the relationship between duodenal diverticula and the prevalence of bile duct stones, and between duodenal diverticula and pancreatic pathology andor duodenal inflammation.

Design

Retrospective descriptive study.

Setting

Department of Internal Medicine, Division of GastroenterologyHepatology, University Hospital Maastricht.

Methods

The medical records were reviewed of 273 consecutive patients in whom an endoscopic retrograde cholangiopancreatography (ERCP) had been performed for the first time during the period 1991-1992. Clinical data such as previous history of cholecystectomy and ERCP findings such as presence of a duodenal diverticulum, its location (juxtapapillary or circumpapillary), and possible concomitant pancreatobiliary disorders andor duodenal inflammation were evaluated.

Results

Duodenal diverticula were present in 49 out of 273 patients (18): 30 patients with a juxtapapillary, 18 patients with a circumpapillary duodenal diverticulum and one patient with both types. A history of cholecystectomy was not reported more frequently in patients with a diverticulum than in those without. At the time of ERCP investigation, gallbladder stones were not diagnosed more frequently in diverticulum patients. A significantly higher prevalence of common bile duct stones was found in diverticulum patients than in those without (53 versus 22, p = 0.001). Pancreatic pathology was not related to the presence of duodenal diverticula (p = 0.441). Furthermore, duodenitis and duodenal ulcers were significantly more prevalent in diverticulum patients than in those without (18 versus 7 for duodenitis, p = 0.049; 14 versus 2 for duodenal ulcers, p = 0.001).

Conclusions

Duodenal diverticula were not only associated with common bile duct stones, but were also related to duodenitis and duodenal ulcers. Pancreatic pathology appeared not to be related to duodenal diverticula.

Samenvatting

Doel

Het verband vaststellen tussen duodenumdivertikels en de aanwezigheid van galwegconcrementen, alsmede nagaan of er een verband is tussen duodenumdivertikels en pancreasafwijkingen of duodenitisulcus duodeni.

Opzet

Retrospectief descriptief onderzoek.

Plaats

Afdeling Interne Geneeskunde, subafdeling Gastro-enterologieHepatologie, Academisch Ziekenhuis Maastricht.

Methode

De medische statussen van 273 opeenvolgende patiënten die in 1991-1992 een eerste endoscopische retrograde cholangio-pancreatografie (ERCP) hadden ondergaan, werden onderzocht. Klinische gegevens werden beoordeeld, zoals eerder ondergane cholecystectomie, ERCP-bevindingen (duodenumdivertikel met lokalisatie: juxtapapillair of circumpapillair), en eventuele bijkomende pancreato-biliaire aandoeningen of duodenale ontsteking.

Resultaten

Een duodenumdivertikel was aanwezig bij 49 van de 273 patiënten (18): 30 patiënten hadden een juxtapapillair en 18 een circumpapillair divertikel, 1 patiënt had beide typen. Patiënten met een divertikel hadden niet vaker een cholecystectomie ondergaan dan patiënten zonder. Ten tijde van het ERCP-onderzoek werden galblaasstenen niet vaker gezien bij patiënten met dan bij patiënten zonder divertikel, maar choledochus-stenen waren significant vaker aanwezig bij de eerstgenoemde groep (53 versus 22, p = 0,001). Pancreasafwijkingen en duodenumdivertikel hingen niet samen (p = 0,441). Duodenitisulcus duodeni werd significant vaker gezien bij patiënten met dan bij die zonder een divertikel (18 versus 7 voor duodenitis, p = 0,049; 14 versus 2 voor ulcus duodeni, p = 0,001).

Conclusies

Duodenumdivertikels waren gecorreleerd met choledochus-stenen, en ook met duodenitisulcus duodeni. Pancreasafwijkingen hingen niet samen met een duodenumdivertikel.