Variatie in codering patiëntengegevens beïnvloedt gestandaardiseerd ziekenhuissterftecijfer (HSMR)

Onderzoek
Wim F. van den Bosch
Joseph Silberbusch
Klaas J. Roozendaal
Cordula Wagner
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2010;154:A1189
Abstract

Samenvatting

Doel

Onderzoek naar de invloed van codeervariaties op de het gestandaardiseerde ziekenhuissterftecijfer (‘hospital standardized mortality ratio’, HSMR) en maatregelen formuleren om de variatie in coderingen te reduceren.

Opzet

Retrospectief, beschrijvend.

Methode

Wij analyseerden codeervariaties van de HSMR- parameters hoofddiagnose, opname-urgentie en nevendiagnoses in het databestand Landelijke Medische Registratie (LMR) van opnamen in 6 topklinische ziekenhuizen gedurende 2003-2007. Ruim een kwart van de geregistreerde opnamen telde mee bij de berekening van de HSMR. Van de ICD-9-codes voor hoofddiagnose die niet waren meegeteld bij de HSMR-berekening onderzochten wij of er verschillen waren tussen de ziekenhuizen en of opnamen met deze codes terecht waren uitgesloten bij de berekening. Variatie in het coderen van opname-urgentie werd gesignaleerd door opnamen te analyseren waarbij de diagnosetitel acuut van aard was. De variatie in het gemiddelde aantal nevendiagnoses per opname werd bepaald als indicatie voor codeervariatie. Door interviews met codeerteams werd geverifieerd of de conclusies van de analyse terecht waren.

Resultaten

Meer dan 165.000 opnamen die niet meetelden voor de HSMR vertoonden grote verschillen tussen de ziekenhuizen. Dit aantal was 40% van het aantal opnamen dat wél meetelde. Van de opnamen met een hoofddiagnose die acuut van aard was, was per ziekenhuis 34% tot 93% als ‘acute opname’ geregistreerd. Het gemiddelde aantal nevendiagnoses per opname varieerde tussen de ziekenhuizen van 0,9 tot 3,0.

Conclusies

Er waren grote verschillen in de codering van de hoofddiagnose, opname-urgentie en nevendiagnoses tussen de onderzochte ziekenhuizen, met een potentieel grote invloed op de HSMR-uitkomsten van de ziekenhuizen. De codeervariaties berustten op interpretatieverschillen bij het coderen, verschillen in de beschikbaarheid van codeurs, de kwaliteit van ontslagbrieven en dossiers en de al dan niet tijdige aanlevering hiervan.

Auteursinformatie

St. Antonius Ziekenhuis, Bestuursstaf, Nieuwegein.

Ir. W.F. van den Bosch, kwaliteitsmanager.

VU Medisch Centrum, afd. Sociale Geneeskunde, Amsterdam.

Prof.dr. C. Wagner, hoogleraar patiëntveiligheid (tevens: NIVEL, Utrecht).

Contact ir. W.F. van den Bosch (w.bosch@antoniusziekenhuis.nl)

Verantwoording

Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.
Aanvaard op 4 november 2009

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties