Van gen naar ziekte; van p16 naar melanoom

Klinische praktijk
N.A. Gruis
W. Bergman
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2000;144:2100-2
Abstract

Inleiding

de ziekte

Zowel de incidentie van het melanoom van de huid als de sterfte daaraan stijgt nog steeds. Door vroegtijdige herkenning en behandeling hoopt men de mortaliteit te beïnvloeden. Vroege herkenning van melanomen kan onder meer gerealiseerd worden door opsporing en vervolgens periodieke controle van personen met een verhoogd risico op het krijgen van een melanoom. De belangrijkste risicogroep wordt gevormd door families met het ‘familial atypical multiple mole-melanoma’(FAMMM)-syndroom, dat tevens bekend staat onder de naam ‘familiair dysplastische-naevussyndroom’. Ongeveer 10 van alle melanoompatiënten is afkomstig uit FAMMM-families (figuur 1).1 Dit syndroom wordt gedefinieerd door het vóórkomen van melanoom bij twee of meer naaste familieleden, waarbij ongeveer de helft van de leden een wisselend, doch doorgaans een groot aantal klinisch atypische (dysplastische) naevi vertoont.1 De exacte relatie tussen de atypische naevi en het melanoom is vooralsnog onbekend, echter, de atypische naevi worden als risico-indicatoren beschouwd voor…

Auteursinformatie

Leids Universitair Medisch Centrum, Leiden.

Afd. Humane en Klinische Genetica: mw.dr.N.A.Gruis, moleculair geneticus.

Afd. Dermatologie: mw.dr.W.Bergman, dermatoloog.

Contact mw.dr.N.A.Gruis, Sylvius Laboratorium, Laboratorium voor Dermatologie, Wassenaarseweg 72, 2333 AL Leiden (gruis@lumc.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties