Einde epidemie

Vagina- en cervixcarcinoom door diëthylstilbestrol (des)

Onderzoek
Jos A. van Dijck
Yvonne Doorduijn
J. (Hans) Bulten
Janneke Verloop
Leon F. Massuger
Bart A. Kiemeney
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;153:A366
Abstract

Samenvatting

Doel

De actuele situatie vaststellen van de epidemie van ‘clear cell’-adenocarcinoom van vagina en cervix uteri (CCAC) in relatie tot de blootstelling in utero aan diëthylstilbestrol (des).

Opzet

Beschrijvend.

Methoden

Patiënten geboren na 1946 met CCAC van cervix uteri of vagina, gediagnosticeerd in 1969-2005, werden geïdentificeerd via het Pathologisch-Anatomisch Landelijk Geautomatiseerd Archief (PALGA) en de patiënten vanaf 2003 in de Nederlandse Kankerregistratie. Blootstellingsgegevens en klinische gegevens werden verkregen via vragenlijsten en medische dossiers. Histologische coupes van tumoren werden gereviseerd. Van patiënten zonder toestemming waren diagnosedatum en leeftijd bij diagnose bekend (n = 10).

Resultaten

Tot en met 2005 werden 144 patiënten met CCAC geregistreerd. De leeftijd bij diagnose varieerde van 8-54 jaar (gemiddeld: 28). In 4 opeenvolgende 5-jaarsperioden van 1981-2000 was het aantal diagnoses stabiel (n = 26-30), maar in 2001-2005 was het aantal fors lager (n = 13). Van de patiënten met gegevens over desblootstelling kon 62% worden ingedeeld als blootgesteld (76/122). De gemiddelde leeftijd bij diagnose was 24 jaar voor blootgestelde en 32 jaar voor niet-blootgestelde patiënten. De 10-jaarsoverleving was 78% (95%-BI: 68-87) voor blootgestelde en 69% (95%-BI: 56-82) voor niet-blootgestelde patiënten.

Conclusie

Sinds 2000 was de incidentie van CCAC van vagina en cervix fors lager dan in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw. Vooral het aantal in utero aan des blootgestelde patiënten met CCAC nam af. De komende jaren zal blijken of deze daling doorzet.

Auteursinformatie

Integraal Kankercentrum Oost, Nijmegen.

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Centrum voor Infectieziektebestrijding, afd. Epidemiologie en Surveillance, Bilthoven.

Drs. Y. Doorduijn, epidemioloog.

Universitair Medisch Centrum St Radboud, Nijmegen.

Afd. Pathologie: dr. J. Bulten, patholoog.

Afd. Gynaecologie en Obstetrie: prof.dr. L.F. Massuger, gynaecoloog-oncoloog.

Afd. Epidemiologie, Biostatistiek en HTA: prof.dr. B.A. Kiemeney, epidemioloog (tevens: afd. Urologie en Integraal Kankercentrum Oost).

Nederlands Kanker Instituut, afd. Epidemiologie, Amsterdam.

Ir. J. Verloop, epidemioloog.

Contact dr. J.A. van Dijck (j.vandijck@iko.nl)

Verantwoording

De dataverzameling was niet mogelijk geweest zonder de medewerking van de geregistreerde patiënten, hun behandelaars, Inge van Veggel en medewerkers van de Kankerregistraties van de Integrale Kankercentra.
Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.
Aanvaard op 20 april 2009

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

In deze figuur heeft groep N (is geen blootstelling des) een betere overleving dan J (wel blootstelling des); uit resultaten blijkt echter tegenovergestelde; 10 jaarsoverleving blootgestelde 77,6% versus niet-blootgestelde 69,4%.

A. Baalbergen, gynaecoloog, Reinier de Graaf Groep