Urosonographische Differentialdiagnose.

H.Bartels, Urosonographische Differentialdiagnose. 246 bl., fig., tabellen. Springer-Verlag, Berlijn 1986. Prijs: geb. DM. 148,-.

Het is zonder meer een genoegen dit boek te lezen. De urosonografie heeft terecht een belangrijke plaats gekregen in de urologische diagnostiek en daarmee zelfs al een aantal röntgenologische en invasieve methoden verdrongen. Dit boek geeft daarvan een voortreffelijk overzicht met zeer veel uitstekende illustraties. De echografie van de nieren neemt de grootste plaats in en daarbij wordt uitvoerig ingegaan op differentiaal-diagnostische overwegingen, die hier en daar ook duidelijk in tabellen naast elkaar gezet zijn. De echografie van de blaas vindt maar beperkte toepassing, maar die van de prostaat des te meer. Helaas geeft de auteur niet aan wat de sensitiviteit en specificiteit van dit onderzoek is ten aanzien van de diagnose prostaatcarcinoom. Tenslotte worden nog een hoofdstuk gewijd aan echografie van het scrotum en één aan echografische bevindingen bij kinderen met inbegrip van het foetale (prenatale) ultrasonogram. Helaas is dat wat kort uitgevallen alhoewel de essentiële gegevens wel vermeld worden.

Al met al een uitstekend boek dat van harte kan worden aanbevolen aan urologen en allen die met urosonografie te maken hebben of daarin geïnteresseerd zijn.