Urinesteenlijden; een advies van de Gezondheidsraad

Opinie
J.H.M. Lockefeer
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1989;133:1350-2
Abstract

Op 30 mei 1989 werd het advies over behandeling van patiënten met urolithiasis (urinesteenlijden) door een commissie van de Gezondheidsraad aangeboden aan de minister en de staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur.1 Over één onderdeel van de adviesaanvraag, namelijk over het in ons land benodigde aantal niersteenvergruizers, bracht de Presidiumcommissie van de Gezondheidsraad reeds op 24 oktober 1986 een eerste (voorlopig) advies uit.

In de loop van de jaren tachtig werd de klassieke niersteenchirurgie nagenoeg geheel vervangen. Percutane lithotripsie, (‘percutaneous nephrolithotripsy’, PNL), uretero(reno)scopie (URS) en extracorporele schokgolflithotripsie (‘extracorporeal shock wave lithotripsy’, ESWL) deden hun intrede. Deze omwenteling had niet alleen betekenis op medisch gebied. Patiënten met urinestenen konden met minder risico, sneller, comfortabeler en ook eerder behandeld worden dan daarvoor, en de hoge kosten die de behandeling vroeger met zich meebracht, konden tot een fractie worden teruggebracht, onder meer door een sterke vermindering van het aantal verpleegdagen.

De commissie…

Auteursinformatie

Dr.J.H.M.Lockefeer, internist, Hertog Hendriklaan 18, 5062 CJ Oisterwijk.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties