Uitkomsten van 16 jaar oesofaguschirurgie: lage postoperatieve mortaliteit en verbeterde langetermijnoverleving

Onderzoek
Mark van Heijl
J.J.B. (Jan) van Lanschot
Rachel L.G.M. Blom
Jacques J.G.H.M. Bergman
Fiebo J.W. ten Kate
Olivier R.C. Busch
J.B. (Hans) Reitsma
Huug Obertop
Mark I. van Berge Henegouwen
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2010;154:A1156
Abstract

Samenvatting

Doel

In kaart brengen van trends in patiëntkenmerken en behandeluitkomsten van een groot cohort patiënten dat een oesofagusresectie onderging voor een maligniteit in een tertiair verwijscentrum over een periode van 16 jaar.

Opzet

Retrospectief cohortonderzoek.

Methoden

Wij verrichtten trendanalyse van demografische en klinisch-pathologische kenmerken, complicaties en overleving van patiënten die in de periode 1993-2008 een oesofagusresectie ondergingen in het Academisch Medisch Centrum te Amsterdam (AMC). De patiënten werden verdeeld over 3 tijdvakken, met een vergelijkbaar aantal: groep 1 (1993-1998; n = 332), groep 2 (1999-2004; n = 312) en groep 3 (2005-2008; n=296).

Resultaten

In de totale periode 1993-2008 werd bij 940 patiënten een oesofagusresectie uitgevoerd. In de eerste twee tijdvakken werd vaker (respectievelijk 65 en 64%) voor de transhiatale operatieve benadering gekozen, in het laatste vaker (53%) voor een transthoracale resectie. Het percentage microscopisch radicale resecties steeg over de tijdvakken. Ziekenhuismortaliteit bedroeg in de 3 tijdvakken 3,2-3,4%. De 3-jaarsoverleving verbeterde tijdens de 3 tijdvakken (respectievelijk 42%, 48% en 53%; p = 0,018).

Conclusie

In de afgelopen 16 jaar was de ziekenhuismortaliteit van patiënten met een potentieel curabel oesofaguscarcinoom waarvoor een oesofagusresectie werd uitgevoerd in het AMC stabiel laag. Het totale aantal complicaties steeg gedurende deze periodes. De langetermijnoverleving verbeterde tijdens deze periode tot een 3-jaarsoverleving van meer dan 50%.

Auteursinformatie

Academisch Medisch Centrum, Amsterdam.

Afd: Chirurgie: drs. M. van Heijl, chirurg in opleiding.

dr. J.J. van Lanschot (thans: Afd. Chirurgie, Erasmus Medisch Centrum, Rotterdam), dr. O.R. Busch, prof.dr. H. Obertop, dr. M.I. van Berge Henegouwen, chirurgen; R.L.G.M. Blom, arts-onderzoeker.

Afd: Gastroenterologie: dr. J.J.G.H.M. Bergman, maag-darm-lever-arts.

Afd. Pathologie: dr. F.J.W. ten Kate, patholoog.

Afdeling Klinische Epidemiologie, Biostatistiek en Bioinformatica: dr. J.B. Reitsma, arts-epidemioloog.

Contact dr. M.I. van Berge Henegouwen (m.i.vanbergehenegouwen@amc.uva.nl)

Verantwoording

Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.
Aanvaard op 14 april 2010-07-14

Klinische relevantie van retrospectieve observaties
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties