Uitbraak van scabiës in 1 ziekenhuis en 8 zorginstellingen door een geriatrische patiënt met scabies crustosa

Onderzoek
R.P.M. Koene
M. Tjioe
K. Hoondert
W. van de Vrie
M.G.M. Olde Rikkert
M. Wulf
A. Voss
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:918-23
Abstract

Samenvatting

Een uitbraak van scabiës vond plaats in 1 academisch ziekenhuis, 2 verpleeghuizen en 6 zorginstellingen, waaronder 2 thuiszorgteams in de regio Nijmegen, in de periode september 2004-april 2005. De indexpatiënt was een 78-jarige vrouw bij wie in november 2004 de diagnose ‘scabies crustosa’ (scabies norvegica) werd gesteld. Atypische presentatie zonder veel jeuk resulteerde bij deze geriatrische patiënte, zoals vaak het geval is, in een relatief lange ziekteduur vóór de diagnose werd gesteld. In totaal raakten daardoor tenminste 51 mensen besmet, zowel binnen als buiten het ziekenhuis. Op basis van artikel 7 van de Infectieziektewet adviseerde de GGD de instellingen over het beleid en voerde bron- en contactonderzoek uit. Melding volgens artikel 7 en samenwerking van ziekenhuis, zorginstellingen en GGD zijn van belang om een effectieve aanpak van een epidemie te bereiken. Systemische behandeling met ivermectine is een belangrijk alternatief voor lokale behandeling bij uitbraken in instellingen.

Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:918-23

Auteursinformatie

GGD Regio Nijmegen, afd. Algemene Gezondheidszorg, Postbus 1120, 6501 BC Nijmegen.

Hr.R.P.M.Koene, arts Maatschappij en Gezondheid; mw.K.Hoondert, sociaal verpleegkundige.

Universitair Medisch Centrum St Radboud, Nijmegen.

Afd. Dermatovenereologie: hr.M.Tjioe, assistent-geneeskundige.

Afd. Geriatrie: hr.W.van de Vrie, hoofdverpleegkundige; hr.prof.dr.M.G.M.Olde Rikkert, klinisch geriater.

Afd. Hygiëne en Infectiepreventie: mw.dr.M.Wulf, medisch microbioloog.

Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis, afd. Medische Microbiologie en Infectieziekten, Nijmegen.

Hr.prof.dr.A.Voss, medisch microbioloog.

Contact hr.R.P.M.Koene (rkoene@ggd-nijmegen.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Amsterdam, april 2006,

Koene et al. beschrijven een uitgebreide uitbraak van scabiës met een geriatrische patiënte met scabies crustosa (norvegica) als indexpatiënt (2006:918-23). Ongeveer 12 jaar geleden waren enkele kinderen van verschillende, niet-verpleegkundige medewerkers van een internaat voor thuislozen de eerste besmetten; deze besmettingsgevallen konden snel met elkaar en met het werken van een ouder in het tehuis in verband worden gebracht; de indexpatiënt bleek een teruggetrokken op zijn kamertje levende man, die zelden artsen of verpleegkundigen raadpleegde. Men moet dus bij kinderen niet alleen aan de school of het bezoek aan oma in het verpleeghuis denken, maar ook aan de ouders als overbrengers uit de werkkring, nog voor zij de besmetting bij zichzelf merken (is de incubatietijd bij volwassenen langer?). De uitbraak bleef in aantallen besmetten na herkenning vrij beperkt; wel was er lang een na-ijleffect waarbij elke jeuk verdacht was. Zoeken naar en dus vinden van mijten is moeilijk.

De cruciale rol van de GGD wordt als adviserend beschreven. Zou die met de veel ruimere ervaring niet officieel de regie moeten voeren, ook wat betreft de controle op eradicatie? In dit tehuis was een verpleegkundig team, maar dit is niet overal zo. Bij kleerluis was de uitbraak veel hardnekkiger, de luizen dan wel de neten overleefden elk protocol, en wij moesten lang een beroep op de GGD doen.

G.M. Dikkenberg

Nijmegen, mei 2006,

De beschrijving van collega Dikkenberg van een scabiësuitbraak illustreert opnieuw het belang van adequate bron- en contactopsporing, waaronder ook valt dat nagegaan moet worden wat het beroep van de ouders van kinderen met scabiës is. Deze taak is bij uitbraken in instellingen toebedeeld aan de GGD, volgens artikel 7 van de Infectieziektenwet van 1999. Krachtens de voorloper van deze wet (de Wet Bestrijding Infectieziekten en Opsporing Ziekteoorzaken) moest élk geval van scabiës aan de GGD worden gemeld, wat in de praktijk lang niet altijd gebeurde.

Tijdens de in ons artikel beschreven uitbraak had de GGD nadrukkelijk de door Dikkenberg bepleite regierol bij de zorginstellingen en werd er constructief samengewerkt met het ziekenhuis.

De incubatietijd bij ouderen is niet per definitie langer dan bij kinderen, maar bij mensen die heel schoon zijn op zichzelf en zich frequent wassen (wat met name bij verplegenden/verzorgenden het geval is, die vaak hun handen wassen tijdens het werk) kunnen de huidafwijkingen subtieler en moeilijker te herkennen zijn.

R.P.M. Koene
M. Tjioe
M. Wulf