Uit de Cochrane Library: door zonlicht beschadigde huid te verbeteren met retinoïdecrèmes en niet met andere lokale behandelingen

Klinische praktijk
J.V.Th.H. Hamerlynck
S. Middeldorp
R.J.P.M. Scholten
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:140-2
Abstract

Inleiding

Overmatige blootstelling aan zon of andere UV-bronnen kan diverse ongewenste veranderingen van de huid veroorzaken, zowel in aspect en structuur als in functie. Voor deze beschadiging werd ook wel de term ‘dermatoheliosis’ gebruikt. Tegenwoordig spreekt men meer over ‘actinische schade’. Het gaat hierbij vooral om het gezicht, de oren, de hals, de handen en de armen. Door UV-straling aangetaste huid kenmerkt zich door zowel fijne als grove rimpels, vergroving van de huidstructuur, slapte, vaalgele of bruine verkleuringen en teleangiëctasieën. Voorts treden microscopische, atrofiërende en degeneratieve veranderingen op en de pigmentproductie door de melanocyten neemt toe. Tenslotte is er een causale relatie met het optreden van keratosen en met verscheidene vormen van huidkanker.

Actinische schade werd lange tijd irreversibel geacht. Toch is met name in het laatste decennium getracht de beschadigde huid te verbeteren met lokale behandelingen en chirurgische procedures. Er zijn diverse middelen verkrijgbaar, al dan niet op voorschrift…

Auteursinformatie

Academisch Medisch Centrum/Universiteit van Amsterdam, Dutch Cochrane Centre, J-1B-108, Postbus 22.660, 1100 DD Amsterdam.

Hr.dr.J.V.Th.H.Hamerlynck, gynaecoloog; mw.dr.S.Middeldorp, internist; hr.dr.R.J.P.M.Scholten, arts-epidemioloog.

Contact hr.dr.J.V.Th.H.Hamerlynck (j.v.hamerlynck@amc.uva.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

H.R.
Korthals Altes-Levy

Amsterdam, januari 2006,

In hun artikel geven Hamerlynck et al. de resultaten weer van een literatuuronderzoek naar het effect van lokale retinoïden op de door uv-straling verouderde huid (2006:140-2). Zij noemen een aantal studies waarin retinoïden zijn vergeleken met placebo en die zijn gepubliceerd in de periode 1988-2001.

De conclusie van het literatuuronderzoek luidt dat lokale retinoïden de door zonlicht beschadigde huid kunnen herstellen. Tevens wordt gesteld dat andere lokale middelen geen verbeterend effect hebben; genoemd worden chemische peeling, CO2-laserbehandeling en dermabrasie – alle weinig selectieve, invasieve technieken. Inmiddels zijn we aangeland in 2006. Het onderzoek naar veroudering van de huid door zonlicht en de bestrijding van deze beschadiging neemt een hoge vlucht en de ontwikkelingen op technologisch gebied zijn veelbelovend. Behandelingen met de CO2-laser en dermabrasie voor dit type huidbeschadiging zijn al grotendeels verlaten en vervangen door niet-ablatieve, selectievere en minimaal invasieve procedures. Genoemd kunnen worden: huidverjonging met pulserend licht (‘intense pulsed-light(IPL)-photorejuvenation’), behandeling met selectieve lasers, radiofrequentietherapie, mesotherapie en procedures met licht-emitterende dioden.

Door hun artikel in een algemeen medisch tijdschift te publiceren en voorbij te gaan aan moderne ontwikkelingen doen de auteurs tekort aan wetenschappers en medici die zich met geavanceerde technologie bezighouden en aan klinieken waar op verantwoorde wijze met moderne apparatuur geprobeerd wordt de verschijnselen van huidveroudering te verminderen.

Tenslotte wil ik niet nalaten op te merken dat de beste bestrijding van huidveroudering toch bescherming tegen de zon blijft.

H.R. Korthals Altes-Levy
J.V.Th.H.
Hamerlynck

Amsterdam, februari 2006,

Korthals Altes-Levy wijst erop dat de huidige nieuwere technologieën om door zonlicht beschadigde huid te verbeteren of te herstellen, veelbelovend zijn; ze zouden daarom ten onrechte in ons artikel ontbreken.

In een cochrane-review wordt zo secuur mogelijk nagegaan wat de evidence is van het nut van bestaande behandelingen/interventies op grond van gepubliceerd en bij voorkeur gerandomiseerd onderzoek. In iedere cochrane-review, en ook in ons artikel, staat exact aangegeven tot welk tijdstip (in het recente verleden) al het gepubliceerde materiaal over een bepaald onderwerp op gestandaardiseerde wijze beoordeeld is. Dan zijn er zelden al resultaten voorhanden van valide onderzoek naar recente technologieën; deze komen dus zelfs in een recentelijk gepubliceerde cochrane-review niet aan bod.

Volgens afspraak beperken wij ons tot de informatie die de betreffende cochrane-review biedt;1 dit wordt overigens in de titel van onze artikelen (‘Uit de Cochrane Library: . . .’) telkens aangegeven. Wij doen derhalve geen uitspraken die in de review niet terug te vinden zijn. Het weergeven van de essentie van een (veelal meer dan 100 bladzijden tellende) systematische cochrane-review binnen de ruimte (2 bladzijden) van een medisch vignet maakt trouwens het toevoegen van informatie of het filosoferen over nieuwe ontwikkelingen onmogelijk.

Men mag hopen dat naar iedere veelbelovende interventie zo spoedig mogelijk valide onderzoek gedaan wordt. Na publicatie wordt dat onderzoek dan zonder enige twijfel door de reviewers meegenomen en meegewogen in de eerstvolgende update, die in principe niet later dan 2 jaar na de eerste cochrane-review (of vorige update) verschijnt.

J.V.Th.H. Hamerlynck
S. Middeldorp
R.J.P.M. Scholten
Literatuur
  1. Hamerlynck JVThH, Middeldorp S, Scholten RJPM. Uit de Cochrane Library: introductie. [LITREF JAARGANG="2005" PAGINA="2278"]Ned Tijdschr Geneeskd. 2005;149:2278.[/LITREF]