Bij wratten op de voetzool wordt het natuurlijke beloop en de reactie op de behandeling beïnvloed door het HPV-type. Dat melden Sjoerd Bruggink (LUMC) en collega’s in Journal of Clinical Virology (2013; epub 19 maart).
Omdat behandelen van wratten op de voetzool lastig is, probeerden Bruggink et al…
Artikelinformatie
Online verschenen op
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2013;157:C1709
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG
Onbegrijpelijke conclusies voetwratten
Het artikel van Lucas Mevius bevat onbegrijpelijke conclusies:
1 Voetwratten met HPV1 verdwijnwn in 58%, dit is wel vaak maar niet meestal .
2 Verschil tussen subgroep 1 en 2 lijkt weggevallen in de conclusie dat 3% verdween in subgroep 1 en in subgroep 2 met dezelfde naam 7% . Wat wordt er nu bedoeld?
3 genezingspercentages zeggen niet zoveel als de subgroepen in grootte verschillen.
Het complete rekensommetje: 68% van n=201 is 136 wratten + 11% van 174 = 19 wratten+ 65% van 85 (subgroep 3)= 55 wratten. samen 210 wraten genezen met stikstof.
En 18% van 201=36 + 25% van 174= 44 + 92% van 85= 77, samen 157 genezen met salicylzuur . Dus is de conclusie niet gerechtvaardigd dat salicylzuur effectiever is dan N2. Het moet juist andersom zijn!
Graag correctie van deze misinformatie.
Paul Mensink, huisarts